Kijk, poes zit er al voor. Haar ogen fonkelen van begeerte en haar staart slingert boos heen en weer. Die lekkere vogeltjes, wat heeft ze er zin in!.... Maar nu kan ze gelukkig niet verder.
'Lekker mis, poes!' lacht Jaap.
Poes zit nog een poosje begerig te kijken. Dan laat ze zich maar weer zakken. Ze gaat weg en haar staart hangt slap van teleurstelling.
'Piet, piet!....' zegt een meesje, dat op de schommel zit. En het is net, alsof het haar uitsliept.
Nu gaat Jaap ook weg. Het wordt al een beetje donker.
'Ik kom morgen weer,' zegt Jaap. 'Dan neem ik mijn slee mee. Ben je dan al beter, Gerdientje? Mag je dan al buiten spelen?'
'Morgen nog niet,' zegt Grootmoe. 'Maar het duurt niet lang meer.'
'O, maar ik kom tòch,' zegt Jaap. 'Ik kom iedere dag, hoor! Zo lang jij ziek bent, kom ik je gezelschap houden.'
Dan gaat hij de deur uit.
Hij holt weer door de sneeuw.
'Hallo!' roept hij nog.
'Jaap is een trouwe vriend,' zegt Opa.
Dat vindt Gerdientje ook.