Ze liepen langs de sloten, waar hier en daa een dikke kikker zat. Ze loerden onder de heg Ze zochten de boomgaard af. Maar nog hadden ze niets gevonden.
Jaap zuchtte.
'We houden maar op, hoor!' zei hij. 'Nu kunnen we nergens meer zoeken.'
Polleke wees naar een hoop takkebossen, die achter in de boomgaard lag.
'Zou daar niets onder zitten?' vroeg hij.
O ja, die takkebossen!.... Daar had Jaap nog niet aan gedacht. Ze gingen er heen en haalden de hele hoop onderste-boven. Puk stond er bij en bromde. Waarom bromde Puk zo kwaad?....
Onder de takkebossen lag een hoop dorre bladeren. Verder niets. Jaap woelde er met zijn handen door.
'Au!' riep hij opeens. 'Dat prikt!'.... En hij bekeek zijn vingers.
'Dat kan toch niet!' lachte Gerdientje. 'Bladeren prikken toch niet!'....
'O nee?' riep Jaap. 'Kijk dan eens!' En hij liet zijn vinger zien. Daar zat een druppel bloed op.
'Er zal wel een tak met doornen tussen zitten,' zei Polleke.
Hij woelde met zijn stok door de bladeren. Toen kwam er opeens een grote, stekelige bal