aan troost).
Het verbrande kind, zoals Bernlef de titel letterlijk overnam,
is een roman van meer dan ongewone waarde. Dagerman, die in zijn eerste werken,
De Slang en Het eiland der verdoemden
invloed onderging van Kafka en, naar de Fransen gretig beweren, (maar ik weet
niet of Dagerman Sartre las) Sartre, brak in Kind met de
existentialistische traditie om zijn eigen tematiek, het misnoegen van te
bestaan, te koppelen aan persoonlijke obsessies. In Kind vindt
men vooral de obsessie van de hond, van de kleur rood, van de schoen terug.
Het verhaal: Bengt blijft, na de begrafenis van zijn moeder, achter met zijn
vader. Bengt, die verloofd is met Brit, wordt achtervolgd door de herinnering
aan zijn moeder, en geeft haar op voor Gun, de (in het begin) door hem gehate
maîtresse van zijn vader. Met Gun beleeft hij de liefde, en het
incest, want hij identificeert Gun met zijn moeder. Hij huwt Brit, maar verhangt
zich. De tak van de boom breekt. Hij schrijft een afscheidsbrief en snijdt zijn
pols door. Maar de brief wordt nooit gelezen, en Bengt geneest.
De auteur integendeel heeft zijn zelfmoord niet gemist. Geboren op 25 oktober
1923, pleegt hij zelfmoord op 3 november 1954 in de garage, al is het niet
zeker, zegt Bernlef, ‘of hij de dood heeft gekozen of de deur niet
meer op tijd kon openkrijgen’. Dagerman speelde inderdaad met de
dood, althans tijdens de laatste maanden van zijn leven: van september tot
november gaat hij in de garage, zet hij de auto aan, maar kan hij niet
beslissen.
Wie zijn werk leest vindt de doodsobsessie echter overal terug, niet als een
fataal einde, maar in de vorm van een eindelijk verworven rust.
In het verhaal De vreemde man bijvoorbeeld, uit De
spelen van de nacht, ziet men 'n gehuwd paar: de man be-