Teirlinck. Citaat: ‘[Teirlinck] zei ze in
het Frans en hij heeft me nooit verboden ze te gebruiken. Nu liggen ze mij op de
tong en ik weet dat Teirlinck niemand heeft willen kwetsen. Maar hij wist meer
dan zijn vrienden wisten dat hij wist.’ Enzomeer, hoe is 't mogelijk.
Dan een stukje van Bert Brouwers over Lenin en de literatuurwetenschap en een van
Timmer over de Gorkiuitgaven. Deze artikels werden opgenomen, neem ik aan, omdat
zij enige informatie bevatten die niet tot iedereens bagage behoort; hetzelfde
geldt voor het kommentaar van Leo Ross over de slechte Nederlandse versie van de
Mauthausensongs. Nou, we zijn Ross dankbaar voor het feit dat hij Grieks kent,
Timmer voor zijn Russisch, en Brouwers voor zijn Leninisme. Zeker in het geval
van Ross' opstelletje vult deze dure pocket nog niet voor zowat
één duizendste de leemte gelaten door de dagbladen. Ross'
kommentaar bij de verbastering van de Mauthausensongs had door alle kranten
moeten zijn overgenomen, vertaler Lennaert Nijgh zou door het publiek moeten
worden uitgefloten en op de straat nagewezen als een verprutser van Theodoraki's
chansons... nietwaar? Nee, bijlange niet. Theodoraki's halfbakken politiek
koffiekoekkabaret is niemands reële attentie waard en hij krijgt dan
ook de vertalers en vertolkers die hij verdient. Een serieus tijdschrift - en a
fortiori een selektie van opstellen - kan zich met dit soort prullen niet
inlaten. Kortom: Ross' opstel wordt herdrukt omdat alleen hij Grieks kent,
tegenover haast alle lezers, die van dat taaltje geen barst begrijpen. Waarom nu
wel Ross in de anthologie opduikt, en niet Professor Toetemans van de
Universiteit van Lokeren die zo perfekt het dorps-Bantoe beheerst? Omdat Ross
drie dichtbundels publiceerde, vrees ik. Het is allemaal nog niet zo erg. Wacht
maar. Hier komt Jan H. Cartens, die doceert - sma-