soon heeft nog teveel van
het cynisme van Murphy (roman van Beckett, 1938) om al thuis
te horen in die reeks van personages die ‘spreken zonder iets te
zeggen te hebben, alleen maar omdat ze het niet kunnen laten’.
Mercier et Camier daarentegen zijn al personages die veel meer van het wereldse
en de daaraan verbonden sentimenten hebben afgelegd. Mercier en Camier is een
duo dat op tocht gaat, een tocht die nergens heen leidt, die confereren en het
resultaat van hun conferentie wordt dan samengevat als volgt:
5 | Ce qu'ils cherchaient existait-il? |
6 | Que cherchaient-ils? |
7 | Rien ne pressait. |
8 | Tous leurs jugements relatifs à cette expédition
étaient à revoir, à tête
reposée. |
9 | Une seule chose comptait: partir. |
10 | Et puis merde. |
Om de twee hoofdstukken volgt een hoofdstuk waarin het schema van de voorafgaande
afgedrukt staat. In het vierde hoofdstuk ontmoeten ze een pathologische
alleenspreker, Madden, die onder meer zegt: ‘Je survivais en parlant,
tous les jours un peu plus, tous les jours un peu mieux.’
Beiden dwalen rond, zoals Mercier over zichzelf opmerkt: ‘Seul, dans
le froid, dans l'humidité, vieux, à moitié fou,
empêtré dans une histoire sans issue’; waarop
Camier enkele pagina's verder aanhaakt met: ‘Nous ne voyageons pas
pour le plaisir de voyager, que je sache, dit Camier. Nous sommes cons, mais pas
à ce point.’
Mercier en Camier hebben, alles goed beschouwd, nog vrij veel plezier aan hun
reis. Ze zijn nog niet, zoals Pim en Pom in Comment c'est,
verplicht als enige communicatiemiddel foltering toe te passen en kreten te
uiten. Mer-