van de
eerste akt een inzinking en breekt uit in een aangrijpende monoloog tegen de
Duitsers. De bewakers wapenen hun geweren, en de andere gevangenen slaan
‘Shylock’ tot moes uit vrees voor verdere
représailles.
Na de pauze komt Shylock dan opnieuw op. Bloedend, bevend, nauwelijks in staat
tot spreken. Men moet zijn replieken letterlijk uit hem ranselen, en het hele
vertoon voor de rechter, waarbij de jood ‘slecht’ zijn
moet, en zijn rasgenoten het zuivere volk van Venetië voorstellen,
verloopt in een werkelijk aangrijpende, beklemmende sfeer.
Het stuk op zichzelf is niet permanent ‘intelligent’
herschreven. Het uitgangspunt zelf is al niet helemaal politiek zuiver, de
beulen van Auschwitz zochten niet zo'n geraffineerde genoegens; en in de
scène met de drie kandidaten die hun kistje moeten kiezen, hebben de
auteurs het zich al te gemakkelijk gemaakt door de onsympathieke kandidaten in
Duitse uniformen te steken (logischerwijze de enige
‘mooie’ kostumes die ter beschikking stonden - maar de
nazi's zouden zulke parodie zeker niet getolereerd hebben). Ook het einde is
nogal gratuit: een bewaker schiet Shylock, als het stuk afgelopen is, dood.
Andere details zijn echter wel schrijnend en écht. In het begin van
het stuk bijvoorbeeld, trekt de actrice die Portia speelt over haar lompen een
bustehouder aan, die daarna met andere lompen gevuld wordt: zelfs het lichaam
dat ze vertolkt wordt haar voor de duur van het stuk toegemeten door de
beulen.