Spanje in de Nederlandse literatuur
(1955)–S.A. Vosters– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Eerste hoofdstuk
| |
[pagina 2]
| |
omdat hij al jong het Spaans geleerd had in (het tot de elfde eeuw nog Moorse) Toledo. Onmiddellijk gaf hij aan de oproep gevolg, versloeg met zijn helden ‘de vule Sarrasinen’, uitgezonderd hen, die zich lieten dopen, vernietigde alle (Mohammedaanse?) afgodsbeelden en herstelde het graf van de apostel in ere, maar verloor op de terugweg Roelant en Olivier door verraad.Ga naar eind5) Deze vermenging van werkelijkheid en verbeelding werd in Maerlants rijmkroniek nog bevorderd door overeenkomstige herinneringen van kruisridders en pelgrims aan het Heilige Land. De Paus had bovendien aan de tocht naar Santiago gelijke aflaten verbonden als aan de bedevaart naar Jerusalem, waar de historische Jacobus de Meerdere eens bisschop was en de Islam niet de rustplaats van een apostel, maar het graf van Christus zelf bedreigde.Ga naar eind6) Eeuwenlang zou een stroom van pelgrims uit de Lage Landen naar Santiago de Compostela trekken, het godsdienstig middelpunt van de strijd tegen de Islam. Letterkundige herinneringen aan deze bedevaartsweg waren de Liedekens van Sint Jacob, waaronder alleen de legende bewaard bleef van de jonge pelgrim, die door een Spaanse herbergierster uit minnenijd vals beschuldigd werd. De heilige pleitte echter met een wonder voor de onschuld van zijn vereerder. In onze tijd dramatiseerde de Fransman Ghéon dit verhaal, dat hier tweemaal is vertaald en herhaaldelijk opgevoerd.Ga naar eind7) Dat Maerlant zo bezielend schreef over de Reconquista, kwam ook, doordat het Kruistocht-ideaal in zijn tijd begon te verslappen. Vaak was de hebzucht de ware beweegreden van de ridders, zo klaagde Van den Lande van Overzee.Ga naar eind8) Het wantrouwen tegen de pelgrims, waarvan de St. Jacobslegende sprak, vond zijn verklaring in het feit, dat misdadigers voor straf soms naar Compostela werden gestuurd.Ga naar eind9) Bij de strijders voor het geloof werd de inhaligheid misschien nog aangevuurd door de stille wens om in ‘Alandalijs’ (Andalusië) een Spaanse of Moorse Prinses te veroveren. In volksboeken en ridderromans wist de Franse koning er onder het incognito Jan van Parijs de aanminnige Vienna te bekorenGa naar eind10), de Griek Evax maakte met koningin Sibille van Aragón een amoureuse pelgrimage naar Santiago, terwijl Keizer Karel in de Tuin der Hesperiden een heidin bekeerde, die hij als echtgenote met zich huiswaarts voerde.Ga naar eind11) Anderen verlangden gevangen te raken bij de heidenen om daar zoet soelaas te ontvangen van ‘des Soudaens dochterkijn’, dat zij zouden ontvoeren en tot de Kerstenwet brengen, of waarmee zij zouden ruilen van geloof.Ga naar eind12) Soms hadden deze verhalen een historische achtergrond. Zo huwde Graaf Dirk van Holland in 1147 ter Spaanse kruisvaart zijn zoon uit aan een Prinses, die het echt Kastiliaanse Teresa verruilde voor het Dietse Mathilde.Ga naar eind13) Ook de schonen der ridderromans, Galiëne, Clarine, Hofalise, heetten zelden | |
[pagina 3]
| |
op z'n Spaans. Nog vreemder deden vaak de plaatsnamen aan. Zo gold Vansecuer als de hoofdstad van ‘Arragoen, dat rike lant’. Werd hier Zaragoza bedoeld?Ga naar eind14) Diederik van Assenede liet een Saracijnse strooptocht terugkeren in de haven van Toledo, een begrijpelijke vergissing, want zijn Franse bron blijkt van Napels te spreken.Ga naar eind15) Uit zulke verwarringen merkt men, dat Spanje, waar volgens Maerlant nog rode donderstenen uit de lucht kwamen vallenGa naar eind16), ondanks levendige herinneringen van kruisvaarders en pelgrims een fabelland was gebleven. Nederlanders voldeden er hun geloften, streden en plunderden er, maar voor het eigene van land en zeden hadden zij weinig belangstelling.Ga naar eind17) In het herfsttij der Middeleeuwen kregen de betrekkingen met Spanje een gewoner karakter onder invloed van de handel. De jaarbeurzen van Antwerpen en Medina del Campo werden om dezelfde tijd gehouden en terwijl de Vlamingen zich te goed deden aan de Andalusische wijn, sliepen welgestelde Spanjaarden in lakens van holanda, een der woorden, die het Kastiliaans aan onze taal ontleende.Ga naar eind18) Iberische kooplieden, die ‘naties’ vormden in de Nederlandse steden, noemden de schaprade of toonbank, waarop zij hun waren uitstalden, escaparate en verhandelden in hun etapas of stapelplaatsen het leder, waarvan de jongeling voor Beatrijs ‘twee scoen cordewane’ liet maken.Ga naar eind19) Kostbare stoffen, batavia, frisia, brabante of bramante, popelina (Popelingen), gante en anascote (Hondschoote) geheten, werden overgebracht door zeelieden, die in het Zuiden termen als hizar (hijsen), tribor en babor (stuur- en bakboord) invoerden met hun handelswaar.Ga naar eind20) Door deze zakelijke betrekkingen - uit de reisbeschrijving van de Bruggeling Mathijs van den Vagheviere blijkt, dat Nederlandse kooplieden over heel het Schiereiland woonden - verbreidde zich ook onze beeldende kunst. Onder invloed der Primitieven ontstond daar zelfs een Spaans-Nederlandse school, die na de gezantschapsreis van Jan van Eyck toonaangevend werd. Tegelijk cultureel en politiek ambassadeur, moest hij in Spanje huwbare prinsessen portretteren. Zijn reisherinneringen gaf hij weer op De aanbidding van het Lam Gods (1432), waarvan een zijluik de heilige pelgrims - de Sint Jacobgangers met schelpen op de hoed - liet zien tegen een achtergrond van cypressen, palmen en citrusstruiken.Ga naar eind21) Eva had op dit meesterstuk een oranje-vrucht in de hand, als was zij een der bewaaksters van de gouden appels uit de Tuin der Hesperiden.Ga naar eind22) Op het atelier van de Vlaamse grootmeester te werken werd nu een Spaans schilderideaal, dat een Luis Dalmau uit Barcelona verwezenlijkt zag (1431/7). Zijn Vergen dels cancellers, een der beroemdste doeken uit de Spaans-Nederlandse school, was dan ook van Eycks van opvatting. De | |
[pagina 4]
| |
godsdienstige eenheid verkleinde bij deze cultuuruitwisseling nationale verschillen. De Kastilianen waren bovendien nog afkerig van de Italiaanse Renaissance en voelden zich meer verwant met de Dietse schilders, die een nieuwe techniek aan een innige vroomheid paarden, gemengd met een ontwapenend realisme. Ook onze beeldhouwers en bouwmeesters hadden grote invloed op het Schiereiland. De Gothische monumenten, die zij er schiepen, bleven bewaard, omdat zij geen Beeldenstorm hoefden verduren.Ga naar eind23) In Spaanse kastelen en kathedralen gaven de Nederlandse componisten - een deel der Bourgondische kapel was al in 1431 naar Spanje overgebracht - de toon aan. Vlaamse Primitieven en Polyfonisten brachten Spanje een nieuwe techniek en bezieling, die tot tegenwicht konden dienen van de nog invloedrijke Arabische beschaving. Achter de legers van Ferdinand en Isabella heroverden zij Spanje voor het Christendom.Ga naar eind24) |
|