| |
| |
| |
XIII.
Er was in de villa een groote zaal, overblijfsel van vroegere weelde, doch nu verlept en vervallen, en ook om deze te herstellen had Stanford de hulp van den schilder Wybrand ingeroepen. Deze betoogde hem echter, dat de moderne restauratie bijna altijd het oude bederft, omdat onze hedendaagsche smaak steeds gevaar loopt iets te doen, dat, bij het oude vergeleken, hetzij ploertig, hetzij een werk van dillettantisme is. Al dagteekende de zaal uit een tijd van verval, Italiaansch verval was volgens hem altijd nog belangrijker dan menige bloeitijd elders en zeer zeker dan moderne zwakheid en ondegelijkheid. Daar was nog een fraaie ingelegde vloer, een zoldering beschilderd met een open lucht en een rondgaande balustrade, waarover elegante figuren leunden en waarachter eenige muzikanten de oude Italiaansche instrumenten bespeelden, de viola, de viola di gamba, de oboë en de fluit. De wanden bestonden uit vakken, gevat in hout met het lijst- en loofwerk, barok in den smaak, die sinds Francesco Borromini heerschte, en beschilderd met groote beelden in landschappen, allegorische composities in den geest van Petrarca's trionfi d'amore, waarvan enkele deelen hadden geleden en koppen half waren vervuild of geschonden. In die galleria stond de kist met teekeningen, en Frank en Sietske verheugden zich, eindelijk eens eenige uren daaraan te kunnen be- | |
| |
steden in plaats van aan de zoutelooze verstrooiingen, waarmede de anderen de verveling verdreven.
De kist was een van die oude cassoni, Florentijnsche huwelijkskisten uit de 15e en 16e eeuw, zooals Dello Delli en zijn navolgers hebben gemaakt, met verguldsel en schilderwerk, dat bruid en bruidegom met dansers en speellieden, Amors en bloemen vertoonde. Melzi was bezig met de oude handschriften, Wybrand met de teekeningen, die er sinds vele jaren in hadden bewaard gelegen. Onze jongelieden voegden zich eerst bij Melzi, die de oude geschriften, contracten, pachtboeken, rekeningen, met kennersoog doorzocht. Hij vond er dingen bij, die hij voor oekonomie of landbouw belangrijk vond, waar hij papiertjes bij legde, om ze later na te snuffelen. Hij deed Frank vaak vragen over den landbouw, de voortbrengselen van den grond van zijn land.
Melzi had, wat velen Italianen en, bedriegen wij ons niet, Nederlanders eigen is. In zijn uiterlijk, en oppervlakkig gezien, niets dat in het oog valt of een bizondere beteekenis doet vermoeden. Hoogst eenvoudig in alles en geheel zonder vertooning, blijkt zoo iemand allengs, of soms op eens, in hooge mate belangwekkend. Zijn juridische studiën had hij gemaakt om in het staatsleven werkzaam te kunnen zijn. Edelman en landman door geboorte en opvoeding, had hij de beoefening van letteren en landbouw gepaard. Zoo werd hij eens een aangewezen man, toen de groote inchiesta agraria de aandacht vestigde op hen, die zich met landbouw bezig hielden en deed omzien naar mannen, die dit vraagstuk in de Kamer konden oplossen. Zijne Latijnsche gedichten hadden hem niet, als in sommige andere landen het gevolg had kunnen
| |
| |
zijn, een brevet van ongeschiktheid in staatszaken gegeven. Trouwens hij was reeds lang op zijn landgoed bij Frascati praktiesch werkzaam en zijn gedichten waren geen nugae, maar de in schoone vorm gegoten uitkomsten van zijn kennis en ervaring. Hij had in zijn Rusticus, evenals Poliziano, dien hij hoog vereerde, het landleven bezongen, zooals hij het zelf kende. In zijn Georgica had hij het oude thema van Vergilius vernieuwd in modernen geest. Ten tijde der inchiesta, het kolossale en voor den landbouw zoo gewichtige staatswerk, had hij zijne kennis in populaire vlugschriften verspreid, en deze hadden hem in de Kamer gebracht. Thans, over de veertig jaren, was hij tijdelijk uitgevallen; een radikaler man had hem vervangen, maar als de waan zou verdampt zijn, zou hij zeker weer gekozen worden. Voor een tijd de algemeen erkende leider der reformpartij, de rechterhand des ministers, was hij, afgetreden, als Cincinnatus naar zijn akker en ploeg teruggekeerd. Van dit alles vertelde hij een en ander met den grootsten eenvoud, en eerst later, in Florence en Rome, hoorde Frank welk een gewichtige persoon die om zijn oud-Romeinsche integritas beroemde afgevaardigde was. Ieder kende Melzi. O, Melzi! klonk het altijd, die moet eens aan het bestuur komen.
Doch thans leefde hij stil, met zijne zuster, meest op zijn landgoed, en werkte onderwijl aan de voltooiing van zijn Sylvanus, een onderhoudend verhaal, waarin hij de boschcultuur aanprees. Hij vroeg Frank met belangstelling naar den toestand der bosschen in ons land. Bewaar uw bosschen als goud, zei hij; afwatering en bosschen zijn twee levenskwesties voor een landstreek.
Een warme sympathie rees er tusschen deze twee man- | |
| |
nen, den eenen, bij wien de landjonker en litterator begonnen saam te wassen, en den ander, bij wien die twee reeds sterk vereenigd waren. Een verwant onderwerp van studie vermeerderde die sympathie, toen Frank bemerkte hoe Melzi te huis was in sommige dichters onder zijne landgenooten, een Poliziano, Poggio, Pulci, en Melzi op zijn beurt was verwonderd in den Nederlander iemand te vinden, die de natuurbeschrijvingen in Petrarca's Epistolae en Aeneas Sylvius' Commentarii kende. - Als gij daar belang in stelt, zei hij, kom dan bij mij; daar zult gij stof vinden. Ik durf zeggen, dat ik de volledigste verzameling van die schrijvers heb. Kom ze buiten bij ons zien.
- Wat de teekeningen aangaat, die hen dan boeiden, het waren schetsen en studies, die altijd leerzaam en aantrekkelijk zijn. Meerendeels uit de 17e eeuw; sommige licht te herkennen, als de roodaard schetsen voor plafonds, van Carlo Maratti; de pen-studies van Guercino; een blad van Lanfranco; sommige niet zoo licht te benoemen, en andere wel in ouden geest als Lionardo of Raffaele, maar blijkbaar niet van die meesters zelven; goede kopieën van later tijd. Wybrand schifte ze en gaf den vragers zijn redenen en bewijzen, zoodat het bezichtigen een les werd in goed zien en begrijpen. Eerst met de kunstzaken vóor zich, valt er met vrucht over te spreken.
Zoo brachten zij genotvolle uren door, totdat Sir Ralph binnentrad met Mrs. Hudson.
- Wat zegt ge er nu van, vroeg hij aan Wybrand, prulleboel zeker?
- Dat niet; hier is niets van de groote meesters, wier namen op sommige bladen staan; het zijn deels
| |
| |
kopieën, deels eenige origineele, maar niet van eersten rang. De kist is veel ouder en de oude paperassen ook. Hoe komt die boel bij elkaar?
- Dat weet ik niet, zei Stanford lachend; ik vond die kist hier op den zolder.
- Hier heb ik toch iets van belang, zei Melzi, een vergeeld blad papier met eenige meetkunstige figuren en wat fijn spiegelschrift ontvouwend, dat is voorwaar een blaadje Lionardo. Je suis payé pour le savoir, helaas. In mijn familie berustten vroeger veel handschriften van da Vinci, die ik nu in openbare verzamelingen moet zien. Een van mijn voorvaders was een vriend van Lionardo, als ge weet.
- Mijn waarde heeren, ik houd de kist, die een curieus meubel is, daar onze dilettanten van zullen watertanden; maar neemt gijlieden de paperassen en teekeningen, daar ik niets om geef. Maar nu moet gij mij nog eens helpen, Mr. Wybrand; die schilderwerken aan de wanden moet gij wat opflikken, dat het er zindelijk uitzie. En dan, komt eens hier, dames; ik wil daarvan een album maken van de schoonen, die mij met een bezoek vereeren en zal Mr. Wybrand vragen uw portretten er in te brengen. Mrs. Hudson was zoo goed mij dit al toe te staan; die Venus, waarvan het gelaat zoo bedorven is, zal hij met haar portret versieren. En u, Mrs. van Arkel, kies u waar u wilt geschilderd worden.
Sietske was er niets op gesteld op een dier trionfi d'amore in Sir Ralph's galleria eene rol te vervullen en stribbelde aarzelend tegen.
Maar hij fluisterde haar zacht toe en zag haar zoo vriendelijk vleiend aan, dat het niet langer aanging den
| |
| |
hoogen gastheer, die het zoo smeekend vroeg, te weigeren, en half verlegen zei de jonge vrouw ten slotte:
- Nu, daar dan, die vrouw met een nest vogels in de hand, daar zou ik het best bij passen.
De figuur stond in een weinig in 't oog vallenden hoek en daar zou wybrand den half afgesleten kip der donna – de ruïneerende tijd tast altijd bij voorkeur de koppen der kunstwerken aan – doen herleven met het bloeiend schoone gelaat der Geldersche roze.
|
|