Ik weet daar alles van, mijn waarde, en nw portret en uw woord heeft mij 10 jaren jonger doen denken.
‘Ongelukkige’ liefde - misschien toch ja; uit het oogpunt van verstand beschouwd en verstand is niet verwerpelijk; maar - dit is demoniesch, en uit zulke liefde is, als gij zegt, ‘de vereering, de vergoding’, - het is de volle, hartstochtvolle liefde, tot den poëtiesch hoogsten top gevoerd.
En toch - al verheft die liefde u nu, al bezielt zij u tot kunst en uiting - zij kan ook verwoesten en verslappen. Niet-voldoening kan eenige jaren bezielen, eindelijk eischt zij ze toch of zy brengt ons in de schriklijkste spanning en overspanning, en daarom beef ik toch - ik weet dat alles - voor wat gij zult te ondervinden hebben.
De voorstelling der ontzettende heerlijkheid - en het ontzettende dat dit niet voor ons is weggelegd - dat wordt het conflict van hemel en hel in ons binnenste en tot de kleinste vezel onzer zenuwen trilt er van en wordt verscheurd
In de oudheid heeft Helena zoo iets moeten uitwerken, maar geen dichter der oudheid heeft het westersch mystische gevoel gehad om dat te kunnen voelen en weergeven. Geen Dante met Beatrice, geen Petrarca met Laura - Othello heeft het gevoeld en Byron, denk ik.