Gedichten(1887)–Carel Vosmaer– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ‘Excentriek!’ De cirkel ligt met duizend stralen vast Aan 't centrum; hij is, ja, voltooid, maar blijft.... Een cirkel, en hij kent geen wijder kring. De pijl, die snel gewiekt, begeerig strevend, Het middenpunt van pees en boog ontspringt, Vliegt hoog en ver, en zelfs wil hij het doel Doorbooren, want hij heeft noch kracht tot meer. 't Geheim der vrees voor excentriciteit Is dat men zelf een touwtjen is, geschikt Om iets t' omcirklen, maar de stuwkracht mist Die pijlen jaagt in 't onbekend' onweetbre. [pagina 19] [p. 19] Die arme cirkel! was hij maar een lijn, Hij ging een eind toch ergens heen, maar nu.... .... Hij loopt zich eeuwig in zich zelven dood. Vorige Volgende