Gedichten(1887)–Carel Vosmaer– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Verlangen. De lentezonne, zij glanst alweer, En alles vangt aan te bloeien. Geen ijzig sneeuwkleed ligt er meer, En de stroomen, zij tintlen en vloeien. Weer hebben duin en bosschen kleur, De vogeltjes heldere zangen, De bloemekens ademen fijnen geur: - Verlangen, o zoet verlangen! Vorige Volgende