Gedichten
(1887)–Carel Vosmaer– Auteursrecht onbekend
[pagina 8]
| |
Waarom is het lente in 't bloeiende hart,
Waarom is het zelf als een zonne,
En dansen er zingende woorden in rond,
Die trillend en jublend zich uiten?
O liefde, als klank zoo veel misbruikt,
Zoo zelden gevoeld en begrepen,
Een enkele wiekslag vaagd' uit het hart
En de wereld wat bitter en zwart was!
|
|