Verzameling volks- en straatliedjes (collectie Nijhoff)
(ca. 1650-1750)–Pieter de Vos– Auteursrechtvrij
[pagina 840]
| |
op een aangename Voys.Laura sat laest by de Beek,
Onder 't schay van Else Boomen,
Daer sy in het Water keek,
Js daer na in slaep gekome,
En begon seer soet te droomen,
Van de Liefde van de Min,
Slapend' is zy neer gesegen,
Met haer boesem los ontregen,
Lag mijn lieve Veld-goddin.
t'Wijl sy dus alleenig sat,
Coridon gink by haer zitten,
Mits ik by haer Borsjes vat,
Riep mijn Laura wat is ditte,
Och mijn boesem brand van hitte,
Mits soo zeygd zy weder neer,
En begon op nieuw te droomen,
Als gy wilt soo meugje komen,
Neen, o neen het krenkt mijn eer.
Doen nam ik een hand vol groen
't Geen doormengelt was met rosen
Laura riep wat wilje doen?
Jk begon van schaemt te blosen,
Mitsd liet zy een zugje losen,
en viel neder in het gras,
Och ik ben door droom bedrogen,
Riep sy met besloten Oogen,
Jk meend' ik sonder maegdom was.
Liefste lief, sey Coridon,
Wilt dog na mijn klagen horen:
Laura sprak of gy verwon,
Gunst soo gy my legt te voren,
En gy liet my dan verloren:
Dan so was ik in 't verdried:
'k Wil geen Jonkmans meer geloven:
Gy soekt maer mijn eer te roven:
Neen! o neen ik doe dat niet.
EYNDE. |
|