Verzameling volks- en straatliedjes (collectie Nijhoff)
(ca. 1650-1750)–Pieter de Vos– Auteursrechtvrij
[pagina 696]
| |
Op een bekende Voys.Jonkman.
Liefste Lief hoe neer sal ‘t wesen,
dat gy my eens sult geneesen,
Van de smart,
van de smart,
Dien ik voel in mijn Jonkhart,
Sullen noyt mijn droeve klagten,
U wraekgierig hert versagten,
Sult gy dan,
Sult gy dan
Noyt van mijn maken uw Man.
Dogter.
Jonkman staekt u droevig minnen
Gy en sult geen troost verwinnen,
want ik ken,
want ik ken
Nog wel blijven dien ik ben,
Sou ik in mijn Jonge jaren
Alree denken om te paren,
Jonkman ziet,
Jonkman ziet,
Jk hou mijn uyt het verdriet.
Jonkman.
Geen verdriet sal u geschieden,
Lief en wilt van mijn niet vlieden,
ik sal jou,
Jk sal jou
Blijven als een Man getrouw,
Alle druk en zwaere plagen,
Sullen wy te samen dragen,
Liefste soet
Liefste soet,
Staekt dog eens uw wreed gemoet.
| |
[pagina 697]
| |
Dogter.
U en baet geen presentatie,
ik en vind in u geen gratie,
Om te zyn,
Om te zijn
U Vrouw hier in 't Werelds pleyn,
Al u soet en aerdig vleyen,
Js maer om mijn te verleyen,
Van mijn Eer,
van mijn Eer,
En mijn dan verlaten weer.
Jonkman.
Och ik zweer myn Lief Klarinde,
So gy my ontrouw sult vinden,
dat de dood,
dat de dood,
Mijn weg rukt in Carons schoot,
En dat al de Helsche Zielen,
Mijn terstondt komen vernielen,
dat ik mag,
dat ik mag,
Noyt weer komen voor den dag.
Dogter.
Door uw Eed en trouwigheden,
Die gy aen mijn komt besteden
Sal ik dan
Sal ik dan,
Zijn u Vrouw en gy mijn Man,
Wilt daer op mijn Trouw ontfangen,
Daar na is al mijn verlangen,
Laet ons gaen,
Laet ons gaen
Jn den Egt van stonden aen.
.
Jonkman.
Jk ontfang u trouw mijn schoone,
‘k Sal u weder min betoonen,
Met een Pand,
met een Pand,
En een Ring van Diamant,
Nu is al mijn droevig klagen,
Heel verkeert in blijde dagen,
Komt mijn Bruyd,
Komt mijn bruyd
Laet ons Lof verbreyden uyt.
|
|