Verzameling volks- en straatliedjes (collectie Nijhoff)
(ca. 1650-1750)–Pieter de Vos– Auteursrechtvrij
[pagina 210]
| |
Op een aengename Voys.Eylaes Klement het flickere van u oogen
Die hebben mijn Ziel en jonkhert doorwond;
Ey toond uyt zuyverheyd my eens meedogen,
Aen heel Klemendo straffe van u Mond,
U zoet gespuyt door mengt met bitter galle,
Dat doed een vrolijk hart maer treurig zijn,
De Liefde maekt van Wijsen zoo te mallen,
En geeft voor u een stille rust maer stadig pijn.
'k Lag met de Min ik stop voor haer mijn ooren,
Jk lag met gevley dees Jonkmans vals van grond,
Want door de Min raekt meenig Mensch verloren,
Die door Cupidoos Pijltjes zijn doorwond,
'k Lag met het kussen strooken ende streelen,
En somtijds met een anders Minnaers Wet,
De eensaemheyd sal my nog u noyt gebeuren,
Weg blinde Wigt gy krijgt my noyt in 't net.
Ach Cupido met al u lieve Lonkjes,
En troost u Liefje in haer droeve smert,
Komt schiet eens met u Pijlen en Minnevonkjes,
Geneest de pijn al van mijn jonger hert,
Ach laet ik Lief eens drukken op u kaekjes,
Toond medelijden uyt een zuyvere grond,
U oogen dienen my al tot een baekjes,
En doed treuren om u lieve mond.
'k Lag met de Min ik drink mijn liever dronken
al aen een lecker glaesje Rinse wijn
Weg Cupido gy zult my noyt ontfonken,
| |
[pagina 211]
| |
U Pijltjes zijn veel slimmer als fenijn,
Vertrekt van hier met al u valsche streeken,
Siet ik wil liever blijven die ik ben
Konde de Aerden of de Boomen spreken,
Sy zouden mijn getuygen konnen zijn.
Rijst op verliefde ziel met groot vermogen
De kragten van Vrou Venus en haer Soon
En die dat weet ey toond my eens medogen,
En die dat doet die krijgt verdiende Loon,
Wie kan de kragt der Liefde altijd veelen,
Wie luster eeuwiglijk te zijn geboeyt?
En zo mijn hert met nieuwe rampen strelen
En doet mijn brande als een Nagtglas doet.
|
|