Vlammende verten(1926)–Margot Vos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Voor allen De linde ruischt van hoogen stam En offert blij haar bloeiend deel; Lichtstralend schiet aan kleinen steel De volle roode rozevlam; En zoemend walst van vloer tot vloer De wakk're bloementroubadour. Is 't niet, of ieder rijk wil zijn Door 't schenken van zijn eigen schoon? Er gaat een gulle diepe toon Van liefde door den zonneschijn. In zoete vlagen brengt de wind Aan ieder wat hijzelve vindt. Is dit geen groote, zuiv're staat: Zich uit te bloeien warm en broos In licht en kleuren, eindeloos Tot ieders vreugd, tot ieders baat, Gul en vrijgevig als de wind Voor allen wat men zelve vindt? Vorige Volgende