Misschien is het wel een boek. Dat zou heel fijn zijn, want het boek dat ze van huis heeft meegenomen heeft ze al honderd keer gelezen.
‘Welgefeliciteerd Ria,’ zegt moeder de ochtend van haar verjaardag. ‘En nog heel veel jaren in gezondheid en vrede gewenst.’
‘Gefeliciteerd Ria. En hier is een cadeau.’ Vader geeft haar het pakje dat ze in de kast heeft zien liggen.
Van iedereen krijgt ze iets. Van opa en oma een doosje zakdoeken, van tante Trijn een flesje nagellak en van Esther een potlood.
‘Dank jullie wel allemaal,’ roept ze. ‘Wat ben ik blij met al die pakjes.’
‘Maak je ons pakje niet open, Ria?’ vraagt vader.
‘Nou en of. Ik wilde even wachten om nog nieuwsgieriger te worden.’
Ze maakt heel voorzichtig het paarsje pakje open. Een prachtig poëziealbum heeft ze in haar hand.
‘Wat mooi,’ zegt ze. ‘Het lijkt op het andere dat thuis is gebleven. Wat fijn, nu heb ik er weer een. Willen jullie allemaal een versje in mijn album schrijven?’
‘Ik kan niet schrijven,’ zegt Esther.
‘Ik zal je helpen, Maaike,’ belooft vader.
‘Ik ga mijn nagels lakken en ik ga mijn neus snuiten. Wat heb ik veel gekregen.’
‘Ben je gelukkig, Rachel?’ vraagt Esther.
‘Ben je gelukkig, Ria moet je vragen.’
‘O ja, dat is waar ook. Ben je gelukkig Ria?’
‘Ja.’
Eigenlijk is het feest nu voorbij. Iedereen zit heel stil. Dat moet wel, want straks komt de werkster en zij mag