Alle de gedichten. Deel 1

Op d'afbeelding van den E. Heer Adriaan Junius, Rector der Latijnsche Scholen t'Amsterdam.

Dus ziet men Junius, die door zijn wijze lessen,
En spreuken, rijk van zin, de stompe herssens wet.
Wie 't brein kan scherpen baant het spoor der Kunstgodessen.
Zoo wordt de wijsheidt, door zijn zorg, ten troon gezet.
De schranderheidt houdt stant, als steen en staal verdwijnen.
Het school van Pallas wordt door wakkerheidt gebouwt.
Zijn geest, deurzult in 't merg der Grieken en Latijnen,
Betoonden zich, hoe jong, in oordeel over-oudt:
Nu doet zijn avontstont zijn uchtend- oordeel zwichten:
Wie dat in geest aangroeit, geeft stof en geest tot dichten.