Vertooning voor 't spel van Aran en Titus, &c.
Titus vertoont zich op de Staatcywaagen, die door vier Gotsche veldtheeren
voortgetrokken wordt: de Zeege heeft de toom in haar handt: de Krijgsfaam staat
achterop. zijn Zoonen bekleeden bey de zyden. de bondeldraagers gaan voor uit.
Gotlandt, Deenmarken, Zweeden, Laplandt, Vinlandt en Ruslandt, met een ketting
aaneengeslooten, volgen de wagen. Tamira en haar Zoonen worden door Lucius
geleit. Roomen, dat Wijsheidt, Wakkerheidt, en Dapperheidt by zich heeft, treedt haar
veldtheer te gemoet. de Raadt, Ridders en Priesters verwelkoomen hem met
zeegewenschen. de Tiber beurt zijn hooft, met pijnboomblaaderen gehult, uit zijn
vloedt. de bosch en berggooden koomen hem lauwerieren en kristal opofferen. de
Arentstandt van kryg-en-zeeg-teekens omheint, vertoont zich by de waagen. het leeger
volgt. de Burgers dringen al juichende ter poorten uit.
Andronikus verschijnt op Cezars Staatcywaagen:
Hy sleept het Gotsche hof gekluistert met zich voort.
Een strijdtbaar oorlogsheldt behoort lauwrier te draagen,
De Raadt, de Ridderschap en Priesters, die ter poort
Uittreeden, poogen hem op 't prachtigst' in te haalen.
Een zeegbaar leegerhooft verdient de grootste praalen.