Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Schildery daar Christus op een ezelin in Jeruzalem rydt. in de zaal van den E. Heer Abraham Alewijn. Hier wordt de Zoon van Godt ontmoet met zegezangen. Men strooit de groenepalm langs dorre weegen heen. Elk komt om Christus in de Stadt en 't hart t'ontfangen. Het volk ontkleedt zich om het aardtrijk te bekleên. Wie dat zijn ziel bemint moet zich deemoedig draagen. De zaaligheidt ontstaat uit een gebrooke zin. August verwon de steên, en kreeg de staatcywaagen: Deez' overwint het hart, en heeft een ezelin. Op, hooge Priesters, op, ontfangt hem in uw muuren. Uw koningen zijn door de doodt in 't graf gegaan: [pagina 569] [p. 569] Maar deeze Koning zal het graf en doodt verduuren. 't Zal alles vallen: maar zijn zeetel eeuwigh staan. Gy eerd' uw vorsten als zy 't leevendt volk deên sneeven: Maar deez', die 't doode volk doet leeven door zijn woordt, Begeert gy door uw raadt te brengen om het leeven. Wie bloedt door raadt vergiet bestaat een volle moordt. De grondtvest van het quaadt is quaader dan 't volbrengen. De dappre Samson wist, tot voorstandt van het huis Der Israliten, 't bloedt der vyanden te plengen: Maar Christus zal eerlang, gewapent met zijn kruis, De poorten van de hel zeeghaftig overvallen. Wie wapens voert om rust verkrijgt door krijgen vreê. Laat uw metaale slang by 't volk van Mozes brallen, Om dat zy 't slangeheir voor haar verdwijnen deê: Dit is hy die de slang, die in het hof van Eeden Het zielvermoordendt ooft aan Eva gaf, vertreedt, Een die de ziel beschermt betoont zyn dapperheeden. O yzre Isralyt! in uw geweeten weet Gy dat Emanuël hier in uw poort komt rijden. Wie dat zijn Heilandt wraakt zal na zyn Heilandt lijden. Vorige Volgende