Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Juffrouw Katrina Hattevier, in een landtschap. Katryn komt ons in 't bosch, vol zwier en geest genaaken. Zy bindt all' oogen aan de glans van 't aangezicht. Aanminnigheidt heeft macht om 't koudtste hart te blaaken. Haar voorhooft is versiert met dubbel zonnelicht. Atheene was vol moedt op Pallas schranderheeden; Oudt Argos bralde lang met Junoos braave standt; En Cyprus roemden op vrouw Venus schoone leeden: Zwyg Cyprus, weg Atheen en Argos, Amstellandt Komt uwe faam, o drie! alleen door een verwinnen. In d'omtrek van een vrouw verschynen drie godinnen. Vorige Volgende