Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Eed. Gestr. Heer Kornelis de Vlaming van Outshooren, Ridder, Heer van Outshooren, en Gnephoek, Burgermeester en Raadt t'Amsterdam, &c. Hier wordt Outshoren, door de kunst, in glas gedreeven. Het glas is helder: maar zyn faam heeft schoonder glans. Wie 't algemeen beschermt zal 't sterven overleeven. Zoo klimt men langs de trap van eer naar 's hemels trans. Zyn inborst is tot heil van burger, weez' en weeuwen. Zoo droeg zyn vaader zich op Raadthuis en in Hof. De roem van d'Amstel wykt geen roem van Roomlus eeuwen. Wie d'onderdaan bezorgt ontbreekt geen duurzaam lof. Het glas zal bryslen: maar Outshooren eeuwigh blinken. 't Gerucht der Grooten is een zon die nooit zal zinken. Vorige Volgende