Schets van de Nederlandse letterkunde

[p. 269]

13. M.E.R. [initialen van Mevr. M.E. Rothmann, geb. 1875]aant.

Pas op middelbare leeftijd begon deze prozaïste te schrijven. In haar eerste literaire boek, Onweershoogte en ander verhale [1927], vindt men reeds haar juiste karaktertypering, haar liefde voor de natuur, haar belangstelling voor het eenvoudig-degelijke, haar scherpe, wetenschappelijke zin voor het detail. De Drie vertellings [1944], waarvan Die susters het beste is, zijn in verzorgde stijl en met fijne levenswijsheid geschreven. Uit en thuis [1946] bevat een groot aantal schetsen, die vooral bekoren wegens de liefdevolle en nauwgezette beschrijvingen van plant, boom, vogel, berg en landschap. Haar verzorgd geschreven inleiding tot het Oorlogsdagboek van 'n Transvaalse burger te velde [1947] geeft een uitstekend beeld van de toestanden in een Bolands dorp in de 19de eeuw. De roman Die eindelose waagstuk [1948] behandelt een huwelijk dat een desillusie wordt. In haar bundel Die Gewers [1950], beschrijft zij mensen die haar voor het leven iets meegegeven hebben.