Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 239]
| |
204. M. Vasalis [schuilnaam van M. Droogleever Fortuyn-Leenmans; geb. 1909]aant.Levensloop: M. Leenmans doorliep het gymnasium in haar geboorteplaats Den Haag, studeerde medicijnen te Leiden en vestigde zich, gehuwd met Dr. J. Droogleever Fortuyn, te Amsterdam als psychiater. In 1951 werd haar echtgenoot hoogleraar te Groningen. Ofschoon het poëtische werk van Vasalis lange tijd slechts twee bundeltjes omvatte: Parken en woestijnen [1940] en De vogel Phoenix [1947], werd zij erkend als éen der begaafdste kunstenaars van haar generatie. Haar eerste bundel werd niet alleen bekroond, maar verwierf ook een brede kring van lezers en bewonderaars, mede door de natuurlijkheid en eenvoud van haar stijl. In zekere zin zet deze poëzie de traditie voort van het evenwichtige vers, zoals dat bij Bloem, en van de spontane spreektaal, zoals die bij Nijhoff te vinden is. Maar haar houding tegenover het leven is geheel anders dan die van hen. Men voelt bij haar een scherpzinnige, modern-kritische geest die zowel de wereld als zichzelf beschouwt en ontleedt; maar ook wordt men getroffen door een vrouwelijke, moederlijke liefde voor mens en ding: een liefde die zich tijdens de oorlog nog heeft verdiept. Typerend voor Vasalis' poëzie is het vermogen, de buitenwereld te verbeelden als symbool voor het innerlijk wezen van de moderne mens. Uit de bundel Vergezichten en gezichten [1954] blijkt een verdere rijping. Elementen van herinnering en van stelling-kiezen ten aanzien van de naderende ouderdom beheersen dit werk, dat naar de vorm beschouwd een experimentele inslag heeft, waarschijnlijk onder de invloed van de na-oorlogse jongere poëzie. |
|