177. Andere Zuid-Nederlandse dichters
In de Vlaamse levensverhoudingen, eensdeels gekenmerkt door de als vanzelfsprekende aanwezigheid van het katholicisme, anderdeels juist door de scherpe tegenstelling tussen clericaal en vrijzinnig, zijn er verscheidene andere auteurs die leven en schrijven uit een problematiek welke verwant is aan die van Jonckheere.
Bij julia tulkens [geb. 1902] treft een grote liefde voor de natuur en een onvoorwaardelijk uitgesproken vrouwelijk gemoedsleven waardoor zij soms doet denken aan Hélène Swarth: De aardse bruid [1950]; Het huis van de stilte [1959].
Zachtmoedige, verstilde herinneringen, en intuïtieve verwachtingen inspireerden jan vercammen [geb. 1906] tot verzen die o.a. gebundeld werden in Volubile [1939]. Moderner van stijl en sfeer is de geconcentreerde wijsgerige bundel Tussen twee woestijnen [1958].
Spontaner, maar ook minder verzorgd en meer naderend tot het levenslied is het werk van luc. van brabant [geb. 1909], met gedurfde openhartigheden en sarcastische uitvallen: Het hart van buskruit [1952].
Breder van toon, in zekere zin daardoor soms wat traditioneler, zijn de humane verzen van marcel coole [geb. 1913], de auteur van In de klem der tederheid [1951], en van de scherp gegraveerde Kongogedichten Kaluwa [1957].