in breder, hymnische vorm is het aanwezig bij |
achilles mussche, geb. 1896. |
Het expressionisme in Noord-Nederland is minder heftig en van korter duur. Het kenmerkt het kritisch en dichterlijk optreden van jonge auteurs die aanvankelijk in Het Getij en na 1924 in De Vrije Bladen publiceerden. Het beheerst het werk van
herman van den bergh, geb. 1897, |
en de vroegste gedichten van |
h. marsman, 1899-1940. |
Het is éen van de vele factoren in de verzen en het proza van de belangrijkste dichter uit deze generatie
j. slauerhoff, 1898-1936.
Minder het expressionisme dan wel een zekere nieuwe zakelijkheid en een intellectuele verscherping van het psychologische inzicht bepalen het kritische en scheppende proza van de groep die na 1930 optreedt en dan een centrum vindt in het maandblad Forum:
menno ter braak, 1902-1940, |
e. du perron, 1899-1940, |
en de uitermate veelzijdige en produktieve |
s. vestdijk, geb. 1898. |
Onmiddellijk daarmee verwant zijn de Vlaamse romanciers
maurice roelants, geb. 1895, |
gerard walschap, geb. 1898, |
en wegens zijn latere ontwikkeling als prozaist ook |
marnix gijsen, geb. 1899. |
Een afzonderlijke positie verwierf de ironische verteller
raymond brulez, geb. 1895.
Een zeker hersteld evenwicht van traditie en vernieuwing, vindt men in het werk van schrijvers als
karel jonckheere, geb. 1906, en |
anthonie donker, 1902-1965. |
Bij de meesten van hen ontstaat het belangrijkste werk eerst, als na 1930 vele onoplosbare politieke en sociale problemen West-Europa verontrusten en de cultuurcrisis een algemeen erkend feit is geworden. De weerslag van deze nieuwe situatie van onzekerheid en bedreiging vindt men in het bijzonder bij
gerrit achterberg, 1905-1962, |