Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd136. Geerten Gossaert [pseud. van F.C. Gerretson; 1884-1958]aant.Levensloop: Vroeg werkzaam in de handel. Studeerde te Utrecht, Brussel en Londen, en promoveerde in Heidelberg. Ambtenaar aan het Ministerie van Koloniën. Reis om de wereld. Verbonden aan de ‘Koninklijke’ [Petroleummaatschappij], en van 1925 tot 1954 bijzonder hoogleraar in de koloniale geschiedenis te Utrecht. Behalve als schrijver over sociologische en politieke onderwerpen is Gerretson bekend geworden door zijn enige bundel verzen, uitgegeven onder de schuilnaam Geerten Gossaert: Experimenten [1911; vermeerderde 8ste druk 1943]. Dit werk is verwant met Verwey en diens tijdschrift De Beweging, waaraan Gossaert medewerking verleende; in dezelfde tijd echter publiceerde hij ook in het protestantse blad Ons Tijdschrift. In gedragen taal, plechtig van ouderwetse woorden en wendingen, zet de dichter welbewust een door de Tachtigers verbroken traditie voort. Zijn ‘bezielde retoriek’ nadert de kunst der zeventiende-eeuwers, waarvan men soms de woordelijke weerklank aantreft. Bij Gossaert is het sonnet afwezig, terwijl de alexandrijn opnieuw toepassing vindt. Het ritme beweegt zich op de grondslag van een strak metrum, dat evenwel ruimte laat voor een persoonlijke ontroering. Wat de inhoud betreft, vindt men hier zowel klassieke als christelijke motieven. Gerretsons gedachtenwereld is gevormd onder de invloed van Bilderdijk en Groen van Prinsterer; van laatstgenoemde gaf hij de Briefwisseling uit. Belangrijk zijn ook de Essays [1947] o.a. over Bilderdijk, en een herdenkingsrede over Vondel. |
|