'Joseph, een historiaalspel van Jeronimus van der Voort (?)'. In: Jaarboek De Fonteine
(1973-1974)–Jeronimus van der Voort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |
De epiloogTot slot nog een enkel woord over de allegoriserende epiloog van het spel. De door Schriftuerlijck Bewijs geleverde interpretatie van de Joseph-geschiedenis is bijna zo oud als de christenheid en zo algemeen verbreidGa naar voetnoot16, dat er geen denken aan is, een bepaalde bron aan te wijzen, waaruit de auteur heeft geput. Interessanter dan de inhoud is het feit van deze interpretatie. Met NaamanGa naar voetnoot17 en Abrahams OfferandeGa naar voetnoot18 vormt de Joseph een groep van spelen, die de allegoriserende epiloog als gemeenschappelijk kenmerk hebben. Voor de hele ontwikkeling en differentiatie van het middeleeuwse naar het 16e- en 17e-eeuwse spel met oudtestamentische stof kunnen deze spelen van betekenis geweest zijn. Want enerzijds vormt een allegoriserende epiloog door het traditionele karakter van haar uitleg de band met het verleden, met de als prefiguratie gebruikte oudtestamentische episoden in het allesomvattende misteriespel; anderzijds kan in het spel zelf reeds een geheel ander, moderner accent worden gelegd. Zo zijn in de Joseph de daadwerkelijke bemoeiingen van de sinnekens met de gang van zaken gericht op de vrouw van Potifar en staat de tragiek van de Jacob-figuur meer op de voorgrond dan het personage waar de prefiguratieve waarde van de stof in culmineert. Op een en ander is onlangs gewezen in de inleiding bij een uitgave van NaamanGa naar voetnoot19, een spel dat er zelf een voorbeeld van is, hoe niet alleen wat de wijze van bewerken, maar ook wat de keuze van het onderwerp betreft, de beperkingen vrijwel wegvallen, omdat voor een allegoriserende epiloog feitelijk weinig meer nodig is dan een enkel aanknopingspunt. |
|