Voor de Leydsche weezen, bij den aanvang van het jaar MDCCLXXXVIII
(1788)–Joost van den Vondel– AuteursrechtvrijJoost van den Vondel, Voor de Leydsche weezen, bij den aanvang van het jaar MDCCLXXXVIII. A. en J. Honkoop, Leiden 1788
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: LBl KB Wouters 21038
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Voor de Leydsche weezen, bij den aanvang van het jaar MDCCLXXXVIII van Joost van den Vondel in een uitgave, uit 1788. Het oorspronkelijke gedicht is in 1634 op de muur van het Burgerweeshuis te Amsterdam aangebracht.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
VOOR DE LEYDSCHE WEEZEN,
BIJ DEN AANVANG VAN HET JAAR
MDCCLXXXVIII.
DOOR ABRAHAM VEREUL.
WIEN DE UITGELOOVDE EEREPENNING IS TOEGEWEZEN.
UITGEGEVEN DOOR DE MEESTEREN REGENTEN,
TEN VOORDEELE VAN HET HEILIGEN GEEST- OF ARMEN - WEESHUIS DER STAD LEYDEN.
Geene afdruksels zijn echt, dan die door een der Meesteren Regenten, Hendrik Albert Dibbetz, Michiel Abraham van Peene, Mr. Jan Pieter Sandra, Mr. Jacob Arnout Clignett, of Nicolaas François Willem Snoek, geteekend zijn.