Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld
(2004)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
Derde bedrijf
luciferisten, Rei
luciferisten
Hoe kan men in zijn waan zo vroeg bedrogen worden!
Hoe is 't alree verkeerd! Wij schatten niemands orden
780[regelnummer]
gelukkiger dan d' onze in dit opgaande rijk,
ja, achtten onzen staat den oppersten gelijk,
en onveranderlijk en boven 't aards gezegend,
wanneer ons Gabriël met Gods bazuin bejegent,
en uit de gouden poort verbaast met dit gebod,
785[regelnummer]
hetwelk al 't engelsdom versteekt van 't hoogste lot,Ga naar voetnoot785
hun uit den vollen schoot der Godheid eerst geschonken.
Daar leggen wij te laag en zien de schone vonken
en stralen van onze eer en heerlijkheid geblust,
de ganse hierarchie des hemels ongerust,
790[regelnummer]
den mens, in top van staat en macht, zo trots verheven
dat wij als slaven voor zijn heerschappije beven.
O onverwachte slag en staatverwisseling!
Och treurgenoten, zet u hier in enen ring
in 't ronde, zet u hier te samen; helpt ons treuren
795[regelnummer]
en zuchten: het is tijd ons feestgewaad te scheuren,
te klagen; niemand kan tenminste ons dit verbiên.
De blijschap smelt en zal nu d'eerste droefheid zien.
Helaas, helaas, helaas, gebroeders, hemelreien,
legt af uw hoofdsieraad, verandert uw livreien
800[regelnummer]
en vrolijkheid in rouw; slaat neer uw aangezicht.
Zoekt schaduwen, als wij. De droefheid schuwt het licht.
Eenieder volge onz' stem en bange jammerklachten.
Verdrinkt in jammer, zinkt in droevige gedachten.
Het klagen helpt en zet de droefheid ook van 't hart.Ga naar voetnoot804
805[regelnummer]
Nu schept in kermen lust: het kermen heelt de smart.
| |
[pagina 58]
| |
Nu roept uit enen mond en vollegt ons misbaren:Ga naar voetnoot806
helaas, helaas, helaas, waar is ons heil gevaren!
rei
Wat weeklacht hoort men hier? Onaangenamen toon,
de hemel ijst hieraf. Deez' lucht is niet gewoon
810[regelnummer]
te horen een muziek van druk op noten galmen
door 't juichende gewelf. Triomfen, kransen, palmen
en harpen passen ons en snaren. Wat wil dit?
Wie of hier hangends hoofds ineengekrompen zit,
verlaten en bedrukt en zonder nood beladen?Ga naar voetnoot814
815[regelnummer]
Wie geeft hun treurens stof? Wie kan deze oorzaak raden?
Mijn reigenoten, volgt: 't is nodig dat men vraag'
naar d' oorzaak van hun leed en deze donkre vlaag
van droefheid, die den glans van onze pracht ontluistert,
het licht van 't eeuwig feest benevelt en verduistert.
820[regelnummer]
De hemel is een hof van weelde en vreugd en vreê.
Hier nestelt aan dit dak noch rouw, noch hartewee.
Mijn reigenoten volgt en troost ze in hun bezwaren.
luciferisten
Helaas, helaas, helaas, waar is ons heil gevaren!
rei
Genoten van ons heil en blijschap, broeders, hoe?Ga naar voetnoot824
825[regelnummer]
O zonen van het licht, hoe dus bedroefd te moe?
Wie geeft u stof aldus te jammeren, te treuren?
Gij had begonnen 't hoofd ten hemel op te beuren,
te bloeien in den dag, die neerstraalt van Gods glans.
De hemel brocht u voort om vlug van trans in trans,
830[regelnummer]
van 't een in 't ander hof te steigeren, te zweven
in 't onbeschaduwd licht, vernoegd, verzaad te leven,
op een gedurig feest te smaken 't hemels mann'
van Gods onsterflijkheid, in een gerust gespanGa naar voetnoot833
van feestgenoten. Hoe? Dit voegt geen burgerijen
835[regelnummer]
van englenstad, o neen, dit voegt geen Heerschappijen,
geen Machten, Tronen, noch geen heersend hemelsdom!
| |
[pagina 59]
| |
Gij kropt uw droefheid in en zit versuft en stom.
Laat horen wat u deert: ontdekt het uw gespelen.
Ontdekt uw hartkwetsuur, dat wij die mogen helen.
luciferisten
840[regelnummer]
Och broeders, vraagt ge nog met errenst wat ons let?Ga naar voetnoot840
Gij hoort, zo wel als wij, wat Gabriël trompet:
hoe wij, door 't nieuw bevel, van onzen staat vervielen
in ene slavernij der aarde en zoveel zielen
als uit een luttel bloeds en zaads te spruiten staan.
845[regelnummer]
Wat is bij ons alree mishandeld of misdaan,Ga naar voetnoot845
dat God een waterbel, vol wind en lucht geblazen,
verheft om d' engelen, zijn zonen, te verbazen,Ga naar voetnoot847
een basterdij verheft, gevormd uit klei en stof?
Wij waren pas gewijd tot pijlers van zijn hof,Ga naar voetnoot849
850[regelnummer]
bekleedden onzen plicht, als trouwe rijksgenoten,
en worden op een sprong gebannen en gestotenGa naar voetnoot851
uit deze waardigheid, verdrukt te streng en straf.
De handvest en het recht, dat ons de Godheid gaf,Ga naar voetnoot853
wordt ingetrokken en, in stede van regeren
855[regelnummer]
met God en onder God, zal Adam triomferen
en heersen, in zijn bloed en afkomst, onbepaald.Ga naar voetnoot856
De zon der geesten is te plotseling gedaald.
Och lotgenoten, volgt onz' droefheid en misbaren:
helaas, helaas, helaas, waar is ons heil gevaren!
rei
860[regelnummer]
Ontstelt ge u om den last van God en Gabriël?
Dit schijnt een razernij. Wie durft het hoog bevel
berispen? Wie verwaand de Godheid wederstreven?
Wij zijn gehouden God zijn recht en eer te geven,
te rusten in zijn wet. Wie treedt hier in geschil
| |
[pagina 60]
| |
865[regelnummer]
met Gods almogendheid? Zijn wenk en woord en wil
verstrekke ons ene wet en maat en vaste regel.
Wie tegenspreekt, die breekt des Alderhoogsten zegel.
Gehoorzaamheid behaagt den Heerser in dit rijk
veel meer dan wierookgeur en goddelijk muzijk.
870[regelnummer]
Gij zijt (och weest zo trots en hoog niet in uw wapen,)
tot onderdanigheid, tot heersen min geschapen.Ga naar voetnoot871
Och, medebroeders, staakt dit kermen en geklag
en buigt u onder 't juk van 't enig hoofdgezag.
luciferisten
Zegt liever, onder 't juk van grimmelende mieren.
rei
875[regelnummer]
Wanneer het Hem behaag', moet gij u laten stieren.
luciferisten
Wat hebben wij verbeurd? Geeft reden en bescheid.Ga naar voetnoot876
rei
Verbeurd? Gij kwetst Gods kroon door ongeduldigheid.
luciferisten
Wij klagen van verdriet en enkel ongenoegen.
rei
In stee van uwen wil gerust naar God te voegen.
luciferisten
880[regelnummer]
Wij steunen op het recht, ons wettig toegestaan.
rei
Uw recht en handvest blijv' de Godheid onderdaan.
luciferisten
Hoe kan de meerder voor een minder zich vernêren?
| |
[pagina 61]
| |
rei
Die zich gelaten stelt. God dienen is regeren.Ga naar voetnoot883
luciferisten
Gewillig, zo de mens regere daar beneên.Ga naar voetnoot884
rei
885[regelnummer]
De mens leeft met zijn lot vernoegd, al is het kleen.
luciferisten
Den mens is boven dat een hoger lot beschoren.
rei
Na menige eeuwen wordt zijn opgang eerst geboren.Ga naar voetnoot887
luciferisten
Een eeuw beneden is omhoog een ogenblik.Ga naar voetnoot888
rei
Het ga zo 't wil, zo 't moet, zo d' Oppermacht dit schikk'.
luciferisten
890[regelnummer]
Men had ons nutter deez' geheimenis gezwegen.
rei
De Godheid openbaart haar hart, tot u genegen.
luciferisten
Nog milder tot den mens: Zij zet hem bovenaan.Ga naar voetnoot892
rei
Verknocht met Gods natuur, een wonderlijk bestaan.Ga naar voetnoot893
| |
[pagina 62]
| |
luciferisten
Och engelsdom, wou God zich paren met uw wezen!
rei
895[regelnummer]
Wat God behaagt en schikt, dat wordt met recht geprezen.
luciferisten
Hoe heeft hij 's mensen peil alree zo hoog gemerkt!
rei
Het is al wel, al goed, wat God bepaalt en werkt.
luciferisten
Hoe wil de mens de kroon der engelen verdoven!
rei
Alle englen zullen God in 't lichaam zien en loven.Ga naar voetnoot899
luciferisten
900[regelnummer]
Zij zullen slijk en stof aanbidden in het stof?
rei
Bewieroken Gods naam, met geur en prijs en lof.
luciferisten
Den mens bewieroken, van hoger hand gedwongen?
apollion, Belial, Rei
apollion
Zij mompelen alree? Gij hoort een strijd van tongen.
belial
Wat scharen treuren hier, gedompeld in den rouw,
905[regelnummer]
de sluiers om de borst en lenden? Niemand zouGa naar voetnoot905
begrijpen dat men dus, in 't midden van de geesten,
op 't eeuwige banket en d' endeloze feesten,
| |
[pagina 63]
| |
kon treuren, zag men niet dit jammerlijk getal
verslensen van verdriet. Wat ramp, wat ongeval
910[regelnummer]
ontstelt ze? Broeders, hoe, wat 's d' oorzaak van dit kermen?
Beledigt iemand u? Men zal uw recht beschermen.
Wat deert de broeders? Spreekt: laat horen wat u deert.
rei
Zij klagen dat de staat der mensen triomfeert
door Gabriëls bazuin en opstijgt boven d' engelen!
915[regelnummer]
Dat God zijn wezen wil met Adams wezen strengelen,
de geesten onderwerpt het menselijk gebied.
Daar hoort gij kort en klaar den grond van hun verdriet.
apollion
Zo groot een ongelijk valt lastig te gedogen.Ga naar voetnoot918
belial
Het overtreft bijkans ons krachten en vermogen.
rei
920[regelnummer]
Wij bidden dat gij toch dien twist met ons beslecht.Ga naar voetnoot920
apollion
Wat raad? Hoe paait men hen? Zij steunen op hun recht.Ga naar voetnoot921
rei
Wat recht? Die wetten geeft, vermag de wet te breken.
apollion
Hoe kan rechtvaardigheid een onrecht oordeel spreken?
rei
Bestraft Gods oordeel eens en schrijft hem wetten voor.Ga naar voetnoot924
belial
925[regelnummer]
De vader leer' het kind hem volgen op zijn spoor.Ga naar voetnoot925
| |
[pagina 64]
| |
rei
Zijn spoor te volgen is hetzelve als hij te willen.
apollion
Verandring van Gods wil veroorzaakt deez' geschillen.
rei
Hij zet den enen ván, den andren òp den troon.
De minder waardste wijk' voor enen waarder zoon.
belial
930[regelnummer]
Gelijkheid van genâ de Godheid best zou passen.
Nu durft de duisternis het hemels licht ontwassen.Ga naar voetnoot931
De kinders van den nacht braveren zelfs den dag.Ga naar voetnoot932
rei
Wat adem haalt, met recht den Schepper danken mag,
die elk zijn wezen gaf en mindre en meerder waarde.
935[regelnummer]
Wanneer het Hem belieft, zal 't element der aarde
veranderen in lucht, of water, of in vier;
de hemel zelf in aarde; een engel in een dier;
een mens in englenschijn, of onbegrepen wonder.Ga naar voetnoot938
Één macht regeert het al en keert het bovenste onder.
940[regelnummer]
Wat d' allerminste ontvangt is loutere genâ.
Hier geldt geen willekeur, hier komt vernuft te spâ.Ga naar voetnoot941
In d' ongelijkheid is Gods heerlijkheid gelegen.
Zo zien we tegen 't lichtste het zwaarste zwaarder wegen.
Dus steekt het schoner af op 't schoon; de kleur op kleur;Ga naar voetnoot944
945[regelnummer]
de diamantsteen op turkooisblauw; geur op geur;
het sterke op flauwer licht; gestarrent tegen starren.
Ons schikken is den staat van dit heelal verwarren,Ga naar voetnoot947
misschikken al wat God geschikt heeft en beleid;
en wat het schepsel schikt, dat is wanschapenheid
| |
[pagina 65]
| |
950[regelnummer]
in 't allerminste lid. Men staak' dit murmureren.Ga naar voetnoot950
De Godheid kan den staat van 't engelsdom ontberen.Ga naar voetnoot951
Zij is met niemands dienst beholpen. Eeuwig rijk
en herelijk behoeft zij wierook noch muzijk,
noch geur, haar toegezwaaid, noch lof, haar toegezongen.
955[regelnummer]
Ondankbre geesten, zwijgt, betoomt uw snode tongen.
Gij weet Gods reden niet, genoegt u met uw lot,
en onderworpt u Gods en Gabriëls gebod.
apollion
Is dan de staat en 't lot der geesten onbestendig?Ga naar voetnoot958
Zo staan ze glibberig, zo zijn ze alrede ellendig.
rei
960[regelnummer]
Omdat een minder zal regeren in dit rijk?
Wij blijven wie we zijn: geschiedt ons ongelijk?
belial
Zij zijn de naaste aan God, hun toeverlaat en vader,
en lagen hem aan 't hart: nu leit een minder nader.
rei
Zich over 's anders heil bedroeven, is gebrek
965[regelnummer]
van liefde en riekt naar nijd en hoogmoed. Laat deez' vlekGa naar voetnoot965
op englenzuiverheid en louterheid niet kleven.
Elkandre in eendracht, liefde en trouw voorbij te streven,
behaagt den Vader, die het al in orden schiep.Ga naar voetnoot968
belial
Zij houden d' orden, waar de hemel hen toe riep,
970[regelnummer]
maar kunnen traag verstaan des mensen slaaf te worden.
rei
Dat 's ongehoorzaamheid. Zo spatten ze uit hun orden.
Gij ziet hoe 't hemels heir, geharrenast in 't goud,
en in 't gelid gesteld, zijn beurt en schildwacht houdt;
| |
[pagina 66]
| |
hoe deze star gedaald, en gene, in top daarboven,
975[regelnummer]
de klaarste een minder klare in luister kan verdoven;
Hoe d' ene een kleiner ronde, en d' andre een groter schrijft;
de laagste hemel snelst, de hoogste langzaam drijft;
en evenwel verneemt ge, in deze oneffenhedenGa naar voetnoot978
van ambten, licht en kreits, en stand en trant en treden,
980[regelnummer]
geen tweedracht, nijd noch strijd: des Albestierders stem
geleidt dit maatgezang, dat luistert scherp naar Hem.
belial
't Gestarrent blijft in staat waar God het in wou scheppen.Ga naar voetnoot982
Behaagde 't Hem, den staat der englen niet te reppen,Ga naar voetnoot983
zij weken geen gestarnte, in eendracht noch in pais,
985[regelnummer]
noch steurden met geklag de rust van dit palais.
rei
Zie toe, en wacht u wel deze ongenoegt te stijven.Ga naar voetnoot986
apollion
Wij wensen dat deez' lucht en wolk mag overdrijven,
eer ze uitberste en 't gewest des hemels zette in vier.
Zij groeien in getal. Wat stilt ze? Wie komt hier?
luciferisten, Belzebub, Rei
luciferisten
990[regelnummer]
Helaas, helaas, helaas, waar is ons heil gevaren!
belzebub
't Gaat wel, wij groeien aan, onze engelen vergarenGa naar voetnoot991Ga naar voetnoot991
en steken, vol misbaar, de hoofden vast bijeen.
Wat port u, Englenburg met kermen en gesteenGa naar voetnoot993
t' ontrusten? Kan de bloem der zaligheid verslensen?
995[regelnummer]
Gerust bezitten al wat enig geest kan wensen
| |
[pagina 67]
| |
van God, den zegenaar, vernoegt u dat nog niet?
Zo staat ge u zelfs in 't licht en koestert een verdriet,
waarvan ik d' oorzaak noch beseffen kan noch raden.
Houdt op van kermen: scheurt veldtekens en gewaden
1000[regelnummer]
niet langer, zonder reên, maar heldert uw gezicht
en voorhoofd met een straal, o kinders van het licht!
De schelle kelen, die met zang de Godheid danken,Ga naar voetnoot1002
zien om en belgen 't zich. Omdat gij valse klankenGa naar voetnoot1003
en basterdtonen mengt in 't goddelijk muzijk.
1005[regelnummer]
Uw bittre weeklacht steurt de maat van 't hemelrijk.
't Gewellef huilt u na. De rouwgalm, in den hogen
gestegen, rolt al voort, van d' ene in d' andre bogen,
en zonder misdaad wordt, door zulk een ongeluid,Ga naar voetnoot1008
de wasdom van Gods naam en glorie niet gestuit.
luciferisten
1010[regelnummer]
Heer overste, op wiens wenk ontelbre keurebenden
zich wapenen, gij komt van pas om onze ellenden
te zalven, en den smaad en onverdienden hoonGa naar voetnoot1012
te schutten door uw macht. Zal Gabriël de kroonGa naar voetnoot1013
der heilige engelen op 't hoofd van Adam zetten,
1015[regelnummer]
door Adams erfgenaam Gods eerstelingen pletten?
Wij waren nutter niet geschapen, eer de zon
te wagen steeg en licht den hemel geven kon.
De Godheid koos vergeefs de geesten tot trouwanten
van 't onbeweegbre hof, indien ze zich wou kanten
1020[regelnummer]
en spitsen tegen 't recht der geesten, zonder schuld
tot wederstand getergd, uit nood en ongeduld.Ga naar voetnoot1021
Wij juichten, in den lof der Godheid opgetogen,
aanbaden, wierookten met schalen, neigden, bogen
onze aangezichten neer. De hemel gaf gehoor,Ga naar voetnoot1024
1025[regelnummer]
verslingerd op den dans des galms, van koor in koor,
ja, smolt van volle vreugd op tongmuzijk en harpen,Ga naar voetnoot1026
| |
[pagina 68]
| |
toen Gabriëls bazuin zich plotseling kwam werpen
met dezen donderslag in 't midden van Gods eer.
Daar lagen wij verbaasd, verstrooid, verdrukt terneer.
1030[regelnummer]
De blijschap gaf den geest, de zwangre kelen zwegen.Ga naar voetnoot1030
De jongstgeboren streek de kroon, den staf, den zegen;Ga naar voetnoot1031
en d' oudste zoon, onterfd bij d' Oppermajesteit,
gemerkt bleef voor een slaaf. Dat valt gehoorzaamheid,
godvruchtigheid en liefde en trouw, uit Gods trezoren
1035[regelnummer]
ten dele, dompelt haar in rouw, ontvonkt den toren
en wraakzucht, om den mens, uit een gerechten haat,
te smoren in zijn bloed, eer hij der englen staat
verplette en zij geboeid, als snode en arme slaven,
gedwongen worden naar zijn zweep en wil te draven,
1040[regelnummer]
gelijk hij daar beneên de dieren houdt in dwang.
Heer overste, gij kunt der geesten ondergang
verhinderen en bij hun handvest hen bewaren;Ga naar voetnoot1042
beschut ze door uw macht: wij staan gereed, uw scharen,
uw standerd en uw heir te volgen, trek maar aan.
1045[regelnummer]
't Is eerlijk voor zijn eer en kroon en recht te staan.Ga naar voetnoot1045
belzebub
Mij deert uw ongelijk. O Koning aller heren,Ga naar voetnoot1046
verhoe dit liever, geef geen stof tot muitineren
noch tweedracht. Geef geen stof tot wederspannigheid.
Wat raad? Hoe stil ik u en d' Oppermajesteit?Ga naar voetnoot1049
luciferisten
1050[regelnummer]
Zij kwetst het heilig recht, aan d' engelen geschonken.Ga naar voetnoot1050
belzebub
Het recht te kwetsen kan den onderzaat ontvonken,
een vier ontsteken, waar de lucht afbranden zou.
O averechtsen loon van onbevlekte trouw!
Hoe zullen wij ons best in deez' vertwijfling dragen?
| |
[pagina 69]
| |
luciferisten
1055[regelnummer]
Men trooste zich een kans, een stouten sprong, te wagen.
belzebub
Waartoe zichzelf gewaagd? Men ga een zachter gang.
luciferisten
Hier geldt alleen geweld en kracht en wraak en dwang.
belzebub
Men kon, waar' 't mogelijk, een veilig middel kiezen.
luciferisten
Met uitstel zal men hier niet winnen, maar verliezen.
belzebub
1060[regelnummer]
Men geev' zijn ongelijk met reden te verstaan.Ga naar voetnoot1060
luciferisten
De reden heeft hier uit: men zet ons onderaan.
belzebub
Met smeken mocht gij best en eerst uw wens verwerven.
luciferisten
Het stuk ontdekken, is den handel glad bederven.Ga naar voetnoot1063
belzebub
Men kan dien aanslag nauw ontveinzen voor het licht.Ga naar voetnoot1064
luciferisten
1065[regelnummer]
Wij groeien machtig aan en staan in evenwicht.
belzebub
De kans begunstigt hun, die met Gods veldheer vechten.Ga naar voetnoot1066
| |
[pagina 70]
| |
luciferisten
Hier is met sufferij en schrik niets uit te rechten.Ga naar voetnoot1067
belzebub
Wat zeit Apollion hiertoe en Belial?
luciferisten
Zij trouwen onze zijde en sterken het getal.Ga naar voetnoot1069
belzebub
1070[regelnummer]
Hoe heeft men dit verhaast? Het is nu ver gekomen.
luciferisten
De hemel vloeit ons toe vanzelf met volle stromen.Ga naar voetnoot1071
belzebub
Betrouwt u op geen heir vol lichte weifelaars.
luciferisten
Wij zien alree meer kans en voordeel, min gevaars.
belzebub
Wie reukeloos begint, beroem' zich van geen voordeel.
luciferisten
1075[regelnummer]
Aan d' uitkomst hangt het al, voor d' uitkomst dwaalt het oordeel.Ga naar voetnoot1075
Dit ganse leger eist u tot een opperhoofd
en leidsman op dien tocht.
belzebub
Maar wie is zo beroofd
van zinnen dat hij uw gerechtigheid verdadig'
en 's hemels heirkracht terge? Ai, weest uzelf genadig.
1080[regelnummer]
Verschoon me van die last: ik kieze gene zij.
Men legge met verdrag deze ongelijkheid bij.Ga naar voetnoot1081
| |
[pagina 71]
| |
rei
Gebroeders, geeft gehoor. Houdt boven aan met smeken
bij God, door middelaars: men wint met tussensprekenGa naar voetnoot1083
gemakkelijker veld dan door dien steilen weg
1085[regelnummer]
van oproer. Handelt koel, met raad en overleg.
Wij willen tegelijk uw recht omhoog verweren.Ga naar voetnoot1086
Bedaart, gij kwetst de kroon van God, den Heer der heren.
luciferisten
En gij onz' wettigheid; verstout u hoger niet.Ga naar voetnoot1088
Heer Belzebub, aanvaardt dit wettige gebied,Ga naar voetnoot1089
1090[regelnummer]
en zet de heiren schrap, wij volgen u tegader.Ga naar voetnoot1090
belzebub
O ijveraars, bedenkt, bedenkt u liever nader.
Ik wil u voortreên naar den troon van 't groot palais
en onz' gerechtigheid bemiddelen door pais
en onderling verdrag, gewillig, onbedwongen.
rei
1095[regelnummer]
Houdt stil, houdt stil: gij wordt van Michaël besprongen.Ga naar voetnoot1095
michaël, Belzebub, Luciferisten
michaël
Waar zijn we? Wat gedruis verneemt men hier alree?
Dit schijnt een hof van twist en oproer, niet van vreê,
gehoorzaamheid en trouw. Prins Belzebub, wat reden
beweegt u, als een hoofd Van wederspannigheden,
1100[regelnummer]
dien oploop, zwanger van een goddeloos verraad,
te stijven tegen God, ons aller toeverlaat?Ga naar voetnoot1101
belzebub
Genade, o Michaël! Gewaardig ons te horen,
eer gij een vonnis velt, uit ijverigen toren,Ga naar voetnoot1103
ter ere van Gods naam. Belast ons met geen schuld.
| |
[pagina 72]
| |
michaël
1105[regelnummer]
Ik zal uw onschuld dan aanhoren met geduld.
belzebub
De samenrotting van zo menig duizend troepen,
gesteurd om 't hoog gebod, ten rijkstroon uitgeroepen,
op Gabriëls bazuin, vereiste een tussenspraakGa naar voetnoot1108
tot slissing van dien brand; waarom ik van hun zaakGa naar voetnoot1109
1110[regelnummer]
en klachten kennis koom' te nemen, om het muiten,
bij alle middelen en mooglijkheên, te stuiten.
Zij varen echter voort, al razende en ontzind
aan 't hollen, buiten spoor, en dringen 't klachtbewindGa naar voetnoot1113
met kracht ons op den hals. Ik poog de macht te scheien,Ga naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
(laat tuigen van mijn trouw deez' Godgetrouwe reien,)
te raden hunne klacht te storten voor Gods stoel,
maar ijvre vruchteloos, in 't midden van 't gewoel
en oproer, als een zee ten hemel toe verbolgen.
De veldheer treê nu voor, wij staan gereed te volgen,
1120[regelnummer]
indien hij middel ziet tot slechting van 't geschil.
michaël
Wie durft zich tegen God en zijnen heilgen wil
verzetten? Wie dus stout den oorlogsstanderd planten
in 't koninkrijk van pais? Indien ge door gezanten
wilt handelen omhoog, tot voorstand van uw lot;Ga naar voetnoot1124
1125[regelnummer]
wij willen uwen zoen bemiddelen bij God,Ga naar voetnoot1125
of anders wacht uw hoofd. Dit zal u niet gelukken.Ga naar voetnoot1126
luciferisten
Zoudt gij met wapenen ons heilig recht verdrukken?
Zij zijn den veldheer niet tot zulk een eind betrouwd.
Wij steunen op ons recht: rechtvaardigheid is stout.Ga naar voetnoot1129
| |
[pagina 73]
| |
michaël
1130[regelnummer]
D'inspanner tegen God is allerminst rechtvaardig.Ga naar voetnoot1130
luciferisten
Wij dienen God, Hij kenne ons tot zijn diensten waardig.Ga naar voetnoot1131
De hemel blijve maar in zijnen eersten stand.
Men stell' geen ambtenaars van 't hemels vaderland
beneden 't aards geslacht: dat staat de hierarchijen,Ga naar voetnoot1134
1135[regelnummer]
de Tronen, Machten, hoge en lage Heerschappijen
der geesten, Englen en Aartsenglen, nimmermeerGa naar voetnoot1136
te lijden, neen, geenszins; al zoude uw bliksemspeer
doorstoten borst aan borst; en d' allertrouwste harten,
wij laten ons geenszins van Adams afkomst tarten.
michaël
1140[regelnummer]
Ik wil dat elk vertrekke, op 't wenken met mijn hand.
Hij kant zich tegen God en Godheid, wie zich kant
meinedig tegen ons. Vertrekt naar uwe vanen.Ga naar voetnoot1142
Dat past soldaten en gehoorzame onderdanen
des hemels. Wat geweld, wat moedwil drijft men hier!
1145[regelnummer]
Wie anders oreloogt dan onder mijn banier,
beoorloogt God en is een vijand van zijn rijken.
luciferisten
Wie op zijn recht staat, hoeft voor geen geweld te wijken.
Naturelijk is elk beschermer van zijn recht.Ga naar voetnoot1148
michaël
'k Gebied u dat ge fluks de wapens nederlegt.
1150[regelnummer]
Door samenrotten wordt uw eer en eed geschonden.
luciferisten
Natuur heeft d' engelen door enen band verbonden
elkandre bij te staan. Ook wordt niet een alleen
geraakt in dit geschil, maar 't raakt ons in 't gemeen.
| |
[pagina 74]
| |
michaël
Zoudt gij met wapenen den hemel dan beroeren?
1155[regelnummer]
Die zijn u niet betrouwd om tegen God te voeren.
Misbruikt ge uw macht, zo vreest des Allerhoogsten macht.
luciferisten
De stedehouder wordt alle ogenblik verwacht.
Hij is in allerijl gedagvaard en ontboden.
Wij willen al op een, en goden tegen goden
1160[regelnummer]
opzetten, liever dan van onz' gerechtigheid
aftreden door geweld.Ga naar voetnoot1161
michaël
Zo groot een onbescheid
verwacht ik nimmermeer van 's hemels stedehouder.
luciferisten
Het zweemt naar onbescheid een eersteling, een ouder
te stellen onder 't juk des jongsten, als een knecht.
1165[regelnummer]
Dat d'engel de natuur der engelen bevecht',
en tegen zijnsgelijk, in staat en aard en wezen,
de wapens voere, wordt met onbescheid geprezen.Ga naar voetnoot1167
michaël
Hardnekkige aard, gij zijt geen zonen meer van 't licht,
maar eer een basterdslag, dat voor geen Godheid zwicht.Ga naar voetnoot1169
1170[regelnummer]
Gij tergt den bliksemstraal en onverzoenbren toren;Ga naar voetnoot1170
volhardt ge, wat een ramp en val is u beschoren!
Gij luistert naar geen raad noch onderwijs. Laat zien
wat d' allerhoogste stem ons boven zal gebiên.
Welaan, ik wil dat zich d' oprechte en vrome reien
1175[regelnummer]
en scharen daadlijk van rebellenrotten scheien.
luciferisten
Laat scheiden al wat wil, wij houden ons bijeen.
| |
[pagina 75]
| |
michaël
Getrouwe reien, volgt Gods veldheer.
luciferisten
Trekt vrij heen.
belzebub, Lucifer, Luciferisten
belzebub
De veldheer vaart naar God, om over u te klagen.
Schept moed. Vorst Lucifer, gestegen op zijn wagen,
1180[regelnummer]
wordt herwaarts aangevoerd. Gij moet u kort beraên.
Een heirkracht, zonder hoofd, kan nimmermeer bestaan.
Wat mij belangt, die last valt mij te zwaar te tillen.
lucifer
De ganse hemel waagt en dreunt van uw geschillen.Ga naar voetnoot1183
De keurebenden staan gereten en gedeeld;Ga naar voetnoot1184
1185[regelnummer]
het oproer slaat al voort. De hoge nood beveelt
hierinne te voorzien en onheil voor te komen.
luciferisten
Heer stedehouder, wijk entoevlucht aller vromen,
wij hopen nimmermeer, dat gij, als Michaël,
den hals van 't engelsdom tot ene voetschabelGa naar voetnoot1189
1190[regelnummer]
van Adams afkomst zult verworpen en verdoemen,
en zulk een smaad en hoon vergulden en verbloemen
met schijn van billijkheid en stijven door uw macht
den opgang van den mens, een grof, een aards geslacht.
Wat wierook schenkt hij toch den schaars van hem gezienen?Ga naar voetnoot1194
1195[regelnummer]
Waarom belast men ons een snoden worm te dienen,Ga naar voetnoot1195
te dragen op de hand, te luistren naar zijn stem?
Schiep God de hemelen en englen slechts om hem,
wij waren nutter nooit geschapen, noch geworden.
Ontfarm u, Lucifer. Gedoog niet dat onze ordenGa naar voetnoot1199
| |
[pagina 76]
| |
1200[regelnummer]
zo laag vernederd werde en zonder schuld verzink',
de mens, gelijk een hoofd der englen, strale en blink'Ga naar voetnoot1201
in 't ongenaakbre licht, waarvoor de Serafijnen,
al bevende van angst als schaduwen verdwijnen.
Indien gij u verneêrt zo groot een ongelijk,
1205[regelnummer]
tot voorstand van ons recht, te slechten in dit rijk,
wij zweren uwen arm eendrachtig t' onderstutten.
Aanvaardt deez' heirbijl, help, och help ons recht beschutten.
Wij zweren u met kracht, in volle majesteit,
te zetten op den troon, aan Adam toegeleid.
1210[regelnummer]
Wij zweren uwen arm eendrachtig t' onderstutten,
aanvaardt deez' heirbijl: help, och help ons recht beschutten.
lucifer
Mijn zonen, op wier trouw geen vlek van ontrouw hecht,
al wat de Godheid wil en van ons eist, is recht.
Ik ken geen ander recht en stut, als stedehouder
1215[regelnummer]
der Godheid, zijn besluit en raadslot met mijn schouder.
Den scepter, dien ik voer, ontving mijn rechterhand
van zijne Almogendheid, als een genadepand
en teken van Gods gunst en liefde tot ons allen.
Is nu zijn hart en zin op Adam juist gevallen,
1220[regelnummer]
en lust het hem, den mens, in volle heerschappij,
te zetten bovenaan en boven u en mij
te kronen, schoon we nooit in onzen plicht bezweken,
wat raad hier toe? Wie wil dat raadslot tegenspreken?Ga naar voetnoot1223
Indien hij Adam nog eenzelve heerlijkheid,
1225[regelnummer]
en d' engelse natuur gelijk, had toegeleid,
dat waar verdragelijk voor alle hemeltelgen,
gesproten uit Gods stam: nu mochten zij 't zich belgen,Ga naar voetnoot1227
zo belgzucht gene vlek omhoog gerekend waar.Ga naar voetnoot1228
Maar hoe men 't vat, dit loopt van wederzij gevaar,Ga naar voetnoot1229
1230[regelnummer]
hetzij men zwichte uit schroomte of moedig wederstreve.
Ik wense dat hij u deez' bellegzucht vergeve.
| |
[pagina 77]
| |
luciferisten
Heer Stedehouder, ai, aanvaardt dien heirstaf toch
en handhaaf 't heilig recht: wij volgen in uw zog.Ga naar voetnoot1233
Wij volgen, streef vooruit op uw gezwinde veren.
1235[regelnummer]
Wij willen sneuvlen of zeeghaftig triomferen.
lucifer
Dit strijdt met onzen eed en Gabriëls gebod.
luciferisten
Dat strijdt met God en zet het mensdom boven God.
lucifer
Laat God zijn eer en stoel en majesteit bewaren.
luciferisten
Bewaar uw eigen stoel: wij willen, als pilaren,
1240[regelnummer]
u stutten en den staat der engelen meteen.
Geen mens zal onze kroon, Gods kroon, met voeten treên.
lucifer
De veldheer Michaël, gewapend onder 't zegenen
van boven, wil ons fluks met al zijn heir bejegenen.
Zijn heirkracht bij uw macht, wat is 't een groot verscheel!
luciferisten
1245[regelnummer]
Is 't gene helft, gij sleept een staart van 't derde deelGa naar voetnoot1245
der geesten mede, indien ge u geeft op onze zijde.
lucifer
Dan is de kans gewaagd, onz' gunst verloren bij de
verdrukkers van uw recht.
luciferisten
De moed, de dapperheid,
de hoon, de smaad, de spijt, de wanhoop, het beleid,
| |
[pagina 78]
| |
1250[regelnummer]
de wraak, het ongelijk, niet anders te beslechten,
en wat hier aanhangt, zal ons stijven, onder 't vechten.Ga naar voetnoot1251
belzebub
Wij hebben 't heilig rijk alleen in onze macht.
Wat raadslot men besluit', de wapens geven 't kracht
en nadruk. Zo wij slechts ons in slagorden stellen,
1255[regelnummer]
wat nu nog weifelt straks op onze zij zal hellen.
lucifer
Ik troost me dan geweld te keren met geweld.
belzebub
Zo stijg de trappen op, o allerbraafste held.
Heer stedehouder, stijg dien troon op, dat we u zweren.
lucifer
Vorst Belzebub, getuig, en gij, doorluchtste heren,
1260[regelnummer]
Apollion, getuig, getuig, vorst Belial,
dat ik, uit nood en dwang, dien last aanvaarden zal,
tot voorstand van Gods rijk, om ons bederf te keren.
belzebub
Nu brengt den standerd voort, dat wij den standerd zweren,
getrouwigheid aan God en onze Morgenstar.
luciferisten
1265[regelnummer]
Wij zweren tegelijk bij God en Lucifer.
belzebub
Nu brengt het wierookvat. Gij godgetrouwe scharen,Ga naar voetnoot1266
bewierookt Lucifer met wierookkandelaren
en schalen, rijk van geur. Verheerlijkt hem met licht
en glans van fakkelen. Verheft hem met gedicht,
1270[regelnummer]
gezangen en muzijk, bazuinen en schalmeien.
Het voegt ons, hem aldus met statie te geleien.
| |
[pagina 79]
| |
Heft op een heldren toon,
Ter ere van zijn kroon.
luciferisten
Op, trekt op, o gij Luciferisten,
1275[regelnummer]
Volgt deez' vaan.
Rukt te hoop al uw krachten en listen.Ga naar voetnoot1276
Trekt vrij aan.
Volgt dezen god, op zijn trommel en trant.
Beschermt uw recht en vaderland.
1280[regelnummer]
Helpt hem Michaëls heirkrachten stuiten.
Houdt nu moed,
Helpt den hemel voor Adam nu sluiten,
en zijn bloed.
Volgt dezen held, op zijn bazuin en trom.
1285[regelnummer]
Beschut de kroon van 't engelsdom
Ziet, ai ziet nu de Morgenstar blinken.
Voor die pracht
zal des vijands banier haast verzinken
in der nacht;
1290[regelnummer]
Wij met triomf kronen god Lucifer.
Bewierookt hem en zijne star.
rei van engelen
Zang
Waar zijn we toe gekomen,
dat 's hemels burgertwist
de regimenten splist,
1295[regelnummer]
en 't zwaard is opgenomen,
te zinneloos en blind?
Wie is er van onz' benden,
- hij sneuvelt of verwint -,
gelukkig? Die d' ellenden
1300[regelnummer]
van hunne broedren zien,
en rijks- en reigenoten?
Of die verwonnen vliên,
in ballingschap gestoten?
| |
[pagina 80]
| |
O zoons van enen God,
1305[regelnummer]
waartoe verdwaalt uw lot!
Tegenzang
Helaas! waartoe verdwalen
de geesten? Wat verleidt
hen, uit de zekerheid
van hunnen staat en palenGa naar voetnoot1309
1310[regelnummer]
te spatten, zonder nood?
Zich op het spits te wagen?
Onz' weelde was te groot,
te dertel om te dragen;Ga naar voetnoot1313
de hemel niet genoeg
1315[regelnummer]
om engelen te paaien:Ga naar voetnoot1315
de nijdigheid most vroeg
dit zaad van oorlog zaaien,
in 't vreedzaam vaderland.
Wie leit dien twist aan band?Ga naar voetnoot1319
Toezang
1320[regelnummer]
Is dit krijgsvier niet te smoren,
door een macht van hogerhand,
wat wil blijven in zijn stand?
Staatzucht zal alle orden storen:Ga naar voetnoot1323
hemel, aarde, zee, en strand
1325[regelnummer]
zullen staan in lichten brand.
Staatzucht, eens door triomferen
als gewettigd, zal verwoed
God en alle macht braveren.
Staatzucht kent noch God, noch bloed.
|
|