Jeptha, of offerbelofte. Koning David hersteld. Faëton, of roekeloze stoutheid
(2004)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |
Derde bedrijf
abisaï, Joab, David, Rei
abisaï
Waar is de veldheer? Waar de koning? Roept ze, voort!
joab
520[regelnummer]
Wat brengt Abisaï?
abisaï
De vijand voor de poort.
david
Wat kwade maren kraait de dag dus vroeg hier buiten?Ga naar voetnoot521
Kost gij de heirtocht in de overtocht niet stuiten?Ga naar voetnoot522
abisaï
Zij rukten over, eer wij kwamen aan de stroom.
joab
Het schijnt onmogelijk.
david
Zo snel? Dit schijnt een droom.
joab
525[regelnummer]
De kil is veel te diep. Geen ruiter kan haar gronden.Ga naar voetnoot525
abisaï
De landbespieder had al stil een wad gevondenGa naar voetnoot526
waardoor een man tot aan de navel waden mocht.
| |
[pagina 138]
| |
joab
Nog valt de stroom te sterk, die lijdt geen overtocht.Ga naar voetnoot528
De voeten raken vlot en houden gene stedeGa naar voetnoot529
530[regelnummer]
in 't glibberige klei, dan sleept de stroom hen mede.
Hij drijft voor stroom af, wie zo stout een stuk bestaat.Ga naar voetnoot531
david
En waar gebleven met een lansknecht, een soldaat,
in 't volle krijgsgeweer en harnas, overladenGa naar voetnoot533
met boog en beukelaar, kan deez' een kil doorwadenGa naar voetnoot534
535[regelnummer]
in zulk een sterke stroom, die wegrukt wat hem keert?Ga naar voetnoot535
abisaï
'k Beken de koning is in oorlog uitgeleerd,Ga naar voetnoot536
maar 't mist' een meester wel, geleerd op alle streken.Ga naar voetnoot537
De jonge heeft deez' kans de ouden afgekeken,Ga naar voetnoot538
en slaat men twijfel aan de waarheid, 'k zal het klaar
540[regelnummer]
met rede tonen, doch het blijkt al t'openbaar.
joab
Het zou mij lusten dit bewijs van u te horen.
abisaï
Een vliegend veldheer laat geen tijd, noch kans verloren,
maar vaart al voort en voort, neemt elke slagboeg waar,Ga naar voetnoot543
schroomt ongelegenheid, noch rampen, noch gevaar,Ga naar voetnoot544
545[regelnummer]
ziet tijd, noch ontijd aan, noch stromen, noch moerassen,Ga naar voetnoot545
noch weer, noch onweer, stelt zijn voordeel in 't verrassen
des vijands, als die minst op zijne komst vermoedt.
Zo kwam hij 's midnachts in de rijksstroom, heet van gloed,Ga naar voetnoot548
met zijne ruiterij aanplompen, dicht gesloten.Ga naar voetnoot549
| |
[pagina 139]
| |
550[regelnummer]
De ruiters hielden stand op 't wad. De stroom geschoten
met kromme wieling op en door de ruiters heenGa naar voetnoot551
stond in zijn vaart geschut en ebde naar beneên,Ga naar voetnoot552
terwijl het water voor de ruiterpaarden zwichtteGa naar voetnoot553
en langzaam zakkende 's volks doortocht vrij verlichtte.Ga naar voetnoot554
555[regelnummer]
Zo rukten z' over en geraakten al op 't land.
Zij zetten zich terstond aan d'overzij vierkant.Ga naar voetnoot556
De ruiters volgden, als een vlucht gezwinde veug'len,Ga naar voetnoot557
en dekten 't voetvolk van weerszij als met twee vleug'len,
gereed te vliegen op het woord van Absolon.
560[regelnummer]
Dit zagen wij te spa, voor 't opgaan van de zon,
en vonden ongeraên een slag alleen te wagen.Ga naar voetnoot561
De koning laat' het zich gevallen en behagen.Ga naar voetnoot562
david
Hoe ging de roep door 't land? Hoe sterk is dit gespan?Ga naar voetnoot563
abisaï
Men schat de ganse macht op veertigduizend man.
joab
565[regelnummer]
Voerd' Absalom hen aan?
abisaï
Bespieders die hem kenden
verkondschapten dat hij, voor al de ruiterbenden,
alleen op zijnen muil de vliet eerst overzwomGa naar voetnoot567
en, dravend over 't veld, een steile berg beklom
om 't land t'ontdekken, en verraad, en loze lagen.
570[regelnummer]
Nu woelen d'oevers en de schipbrug wordt geslagenGa naar voetnoot570
| |
[pagina 140]
| |
op hout en vaartuig, hem van boven toegebracht.Ga naar voetnoot571
Geraakt de schipbrug klaar, zo kan 't die grote macht
niet licht van achter aan nooddruftigheid ontbreken.Ga naar voetnoot573
De borstweer voor de brug werd daad'lijk afgesteken.Ga naar voetnoot574
575[regelnummer]
Het leger, afgemat van trekken, rust in 't veld.
Het havent zich en sterkt het lijf, om met geweldGa naar voetnoot576
en verse moed vandaag u nog op 't lijf te vallen.
joab
Men slaat zo los niet voort. Hij kan deez' legerwallenGa naar voetnoot578
niet overrompelen. Wij hebben steun en rugGa naar voetnoot579
580[regelnummer]
van achter aan de stad.
david
En ene legerbrug
te bouwen eist meer tijd, eer zij de zeisenwagen
en voorraad, pak en paard op haren rug kan dragen.Ga naar voetnoot583
abisaï
Een vlot van cederen en balken, of 't God gaf,
door 't Galilese Meer gevoerd van Liban af,Ga naar voetnoot584
585[regelnummer]
kwam, juist daar z' ijveren om door de stroom te streven,
vanzelf en onvermoed hem in de mond gedreven.
Nu bezigt hij deez' stof en spoedt zijn overvaart.Ga naar voetnoot587
joab
Wie ene brug bouwt, zie dat hij de brug bewaart,
want valt z' in 's vijands macht, wat staat hem dan te hopen?
abisaï
590[regelnummer]
Verliest hij 't veld, zijn volk past fluks de brug te slopen,Ga naar voetnoot590
te laten drijven voor de stroom af naar beneên.
| |
[pagina 141]
| |
joab
Dan was 't geklonken als in Jeptha's tijd. Niet éénGa naar voetnoot592
van Efraïm ontkwam 't, want al die overblevenGa naar voetnoot593
geraakten na de slag aan 't veer om lijf en leven.
abisaï
595[regelnummer]
De kans van Jeptha stond op verre niet zo slimGa naar voetnoot595
als d'onze, want hij had de stam van Efraïm
alleen ten vijand, om het ongelijk te slechten.Ga naar voetnoot597
Wij moeten tegen al de stammen teffens vechten.Ga naar voetnoot598
Ruimt Absalom het veld aan deze waterkant,
600[regelnummer]
dat traag te hopen is, hij heeft al 't Joodse landGa naar voetnoot600
tot ene vaste borg voor onverwachte rampenGa naar voetnoot601
en houdt een verse macht gewapend om te kampen.
joab
Hier strijdt geen richter, maar een koning voor zijn rijk.Ga naar voetnoot603
abisaï
Twee koningen staan hier in 't harrenas gelijk.
joab
605[regelnummer]
Maar ongelijk in recht.Ga naar voetnoot605
abisaï
Het recht hangt aan de degen.
joab
Dat staat in slag op slag, als in een schaal, te wegen.Ga naar voetnoot606
| |
[pagina 142]
| |
abisaï
De macht staat ongelijk, de kans niet even schoon.
joab
De wettigheid geeft kans.
abisaï
Het goud bewaart geen kroon,Ga naar voetnoot608
maar staal en ijzer moet de wettigheid bewaren
610[regelnummer]
en d'eer van 't kronengoud.Ga naar voetnoot610
david
Wat brengt de rei voor maren?
rei
De prins zendt Amasa, zijn veldheer, om gehoor.Ga naar voetnoot611
david
Hoe kan men 't weigeren? Wat raad? Wat slaat gij voor?
joab
De neef komt hier zijn ooms gelegenheid bespieden.Ga naar voetnoot613
david
Hij was nooit twistgezind.
abisaï
Het jonge bloed aan 't zieden
615[regelnummer]
bemint de vrede niet, neen zeker, 't leeft op hoop
of u een vleiers tong bedroog en onderkroop.Ga naar voetnoot616
joab
Hij zoekt de boezem van de vader t'ondertasten.Ga naar voetnoot617
| |
[pagina 143]
| |
david
Men kan uit achterdocht de vroomste wel belasten.Ga naar voetnoot618
joab
Wat schijn van vromigheid is bij neef Absolon,Ga naar voetnoot619
620[regelnummer]
bij een bloedschendige, die vaders bedde schon,Ga naar voetnoot620
een onverzoenbaar stuk? Wat schijn gaf dit van vrede?Ga naar voetnoot621
david
Gij zelf verworft hem door beleid en uwe bedeGa naar voetnoot622
zijn zoen, eer hij in deez' rampzalig' oorlog trad.
joab
'k Verzoende hem, 't is waar, maar luttel dacht ik dat
625[regelnummer]
hij roek'loos toelegd' om de vader uit te stoten,
in schijn van heiligheid, met zijn altaargenotenGa naar voetnoot626
hem op te komen dus onzacht en onvermoed.
Indien de koning zich ten tweedemaal niet hoedt
voor die bedorven zoon, het wil hem eeuwig rouwen.Ga naar voetnoot629
630[regelnummer]
Wie eenmaal schipbreuk lijdt, leert nimmer zich betrouwen
op d'ongenâ der zee, die op haar luimen leit,Ga naar voetnoot631
de zeeman eerst verrast, wanneer ze streelt en vleit.Ga naar voetnoot632
Heer koning, luister naar geen vleierij en smeken.
david
't Is hoofs en heusheid een gezant te horen spreken.Ga naar voetnoot634
joab
635[regelnummer]
Naar tijds gelegenheid, nu lijdt de tijd dit niet.
| |
[pagina 144]
| |
david
Met ere kan't geschiên.
joab
Dit 's weder 't zelve lied.
Hij zoekt u met die zang nog eens in slaap te wiegen
en hangt geheel aaneen van liegen en bedriegen.
Die huich'laar spoedde zo bij nacht zijn godevaart,Ga naar voetnoot639
640[regelnummer]
nu zoekt de vleier u te komen onder 't zwaard.Ga naar voetnoot640
Die naar uw kroon stak, zoekt u nog in 't hart te treffen
om op uw lijk en graf zijn stoel in top te heffen.Ga naar voetnoot642
Achitofel heeft God, noch deugd in zijnen zin.Ga naar voetnoot643
Al ging men bij verdrag de schoonste voorwaard' in,
645[regelnummer]
een trouweloze keert zich aan verdrag, noch eden.Ga naar voetnoot645
david
Het is en blijft mijn zoon, al stond hij in geen rede.Ga naar voetnoot646
joab
Een zoon naar 't lichaam en alleen slechts met de naam.
Wat baat de naam van zoon als zich de vader schaam'
en eeuwig schamen moet dat hij die zoon ooit teelde?
650[regelnummer]
Zo deez' zijn vader eerd' en naar 't gemoed afbeeldde,Ga naar voetnoot650
gelijk men d'ouders kent aan 't uiterlijke kroost,Ga naar voetnoot651
hoe zou de jonge prins de oude tot een troost
en stok des ouderdoms verstrekken, zijne jarenGa naar voetnoot653
ontlasten, waar hij nu des vaders grijze haren
655[regelnummer]
ten grave heenvoert, hoopt door loosheid, hem te sterk,
na 't nemen van zijn kroon, het hoofd met enen zerk
nog t'overstulpen, en met zwaaiende banierenGa naar voetnoot657
dan jaarlijks op het graf dat zegefeest te vieren.
david
Wij kunnen, in gesprek getreên, ons nog beraên.
| |
[pagina 145]
| |
joab
660[regelnummer]
In gener wijze zult gij hem ter sprake staan.
david
Al spreekt men onderling, nog hoeft men niet te sluiten.Ga naar voetnoot661
joab
Mag raden gelden, hou die valse vleiers buiten.
david
Men kan hem blindelings geleiden voor deez' poort.
joab
Gezanten zijn maar spiên. Al wat men ziet en hoortGa naar voetnoot664
665[regelnummer]
ontdekken z', ofte zien door gaven en door wenkenGa naar voetnoot665
getrouwe harten in te luiden en te krenken.Ga naar voetnoot666
david
Men kan op halsstraf elk de ommegang verbiên.Ga naar voetnoot667
joab
Het veiligst is hem niet te horen, noch te zien.
david
Door onderling gesprek werd dikwijls pais getroffen.
joab
670[regelnummer]
Door onderling gesprek kwam vorst bij vorst te ploffen,Ga naar voetnoot670
te wentelen van al de hoge trappen af.
david
Of ik u uit mijn naam bevel te hand'len gafGa naar voetnoot672
en hield me buiten schot, wat kon die handel schaden?Ga naar voetnoot673
Wij kunnen na 't gesprek ons onderling beraden.
| |
[pagina 146]
| |
joab
675[regelnummer]
Behaagt de koning dit, hij kome voor de dag.
david
Trouwanten haalt hem. Ik vertrek in stad en zagGa naar voetnoot676
niets lievers dan mijn zoon t'ontvangen in genade.
Het kon geschiên dat hij in 't uiterst zich beraadde.Ga naar voetnoot678
joab
De vader is verblind van liefde tot de zoon.
680[regelnummer]
Wij stellen ons in last ter liefde van de kroon.Ga naar voetnoot680
Geraakt de zoon op stoel, waar blijven Davids helden
en Joab, die hun ziel voor 't rijk te pande stelden?Ga naar voetnoot682
Deez' booswicht maakt het mij en zijn heer vader moe.
Al zien w' als valken en met honderd ogen toe,
685[regelnummer]
Achitofels beleid is machtig honderd valkenGa naar voetnoot685
in 't net te slepen en met woorden te verschalken.
amasa, Joab
amasa
Geluk neef Joab, stijl en rechterhand des rijks.
joab
Neef Amasa, wenst' ik u weder desgelijks,
dat wensen zou voorwaar mijn heer verongelijken.Ga naar voetnoot689
690[regelnummer]
Het wensen sluit niet, zo de daden anders blijken.Ga naar voetnoot690
U zegen wensen waar' mijn meester ramp gegund,
dat voegt zijn dienaar niet. Maar nu, wat is het punt
waar uwe komst op draait? Bespiedt ge dit geweste,
het koningsleger dat zich neersloeg voor deez' vesteGa naar voetnoot694
695[regelnummer]
en wilt g' u dienen van onz' ongelegenheid?Ga naar voetnoot695
| |
[pagina 147]
| |
amasa
Ik kom, de zoon ten dienst, zijn vaders majesteit
verspreken, of men nog bijtijds verdrag kon ramen.Ga naar voetnoot697
Bloedvrienden kunnen licht zich onderling tezamenGa naar voetnoot698
verenigen. Het bloed dwaalt niet zo wijd van bloed,
700[regelnummer]
of zo het ene heus het and're weer gemoet',Ga naar voetnoot700
d'oneffenheid wordt wel geëffend en gevonden.Ga naar voetnoot701
De balsem van verdrag heelt dodelijke wonden.
joab
Achitofel heeft u deez' heusheid vroeg geleerdGa naar voetnoot703
wanneer de zoon, uw heer, zijn vaders bed schoffeert.Ga naar voetnoot704
705[regelnummer]
Dan wordt d'oneffenheid geëffend en gevonden.
Die balsem van verdrag heelt dodelijke wonden.
amasa
Het stond te wensen dat verdrag die stank begroef.Ga naar voetnoot707
joab
Hij wou het koningschap inwijden met deez' proef
en eeuwig zijnen haat door zulk een daad bezeeg'len.
710[regelnummer]
Een wethandhaver die onmatigheid zal reeg'lenGa naar voetnoot710
door 't voorbeeld van zijn hof, spat na zijn raadsbesluit,Ga naar voetnoot711
hoe Tamar smeekt en bidt, tot zulk een helsheid uitGa naar voetnoot712
om d'onverzoenbaarheid door 't lasterstuk te stijven.Ga naar voetnoot713
Maar toef, de hemel mag 't een tijdlang schuldig blijven,
715[regelnummer]
hij scheldt het nimmer kwijt. Dat schelmstuk schreit om wraak.
amasa
Wij komen niet des zoons, noch ook des vaders zaak,
| |
[pagina 148]
| |
Uria's brief en moord, bekend bij alle vromen,Ga naar voetnoot717
verdedigen. Men kan zo niet ter sprake komen,Ga naar voetnoot718
noch rust bemiddelen. Men vindt van wederzij
720[regelnummer]
gebreken. Slaan we deez' ontijdigheid voorbijGa naar voetnoot720
en laat ons tonen dat wij beide pais beminnen.
Zo kan men zonder bloed de grootste veldslag winnen.
Behaagt het u, ik leg hierop de degen neer.
De koning Absalom gunt zijn heer vader d'eer
725[regelnummer]
de kroon van vaders hand alleen te leen te houden.
joab
Met dat beding wordt hem geen doodsschuld kwijtgeschouden.Ga naar voetnoot726
De koning David kwam niet slapend aan de kroon,
noch nam ze met geweld. Hij eerde Sauls troon,Ga naar voetnoot728
schoon Samuël hem had gezalfd bij Sauls leven,Ga naar voetnoot729
730[regelnummer]
schoon hij voor Saul vluchtt', in ballingschap gedreven,Ga naar voetnoot730
totdat de schoonvaêr in zijn eigen degen vielGa naar voetnoot731
en alle stammen uit één mond, als ene ziel
God kennend, op die last en 't hemelse believen,
de recht gewettigde op 's voorzaads troon verhievenGa naar voetnoot734
735[regelnummer]
te Hebron, zonder dat hij toelegd' op verraên,Ga naar voetnoot735
| |
[pagina 149]
| |
de schoonvaêr in zijn kroon wou vliegen, ofte staanGa naar voetnoot736
naar schoonvaêrs leven, toen het viel in zijne handen.Ga naar voetnoot737
Laat Absalom en al die met hem t'zamenspanden
dit vrij herkauwen. Was zijn stuk verdedigbaar,Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
nooit zetten wij ons lijf en staat in dit gevaar
ten dienst' des konings. Maar 's heids vroomheid, die grootdadig
de stammen duur verplichtt', en 't lot, dat zo genadigGa naar voetnoot742
hem toeviel uit Gods schoot, verbinden mij de kroon
van Juda in 't gezicht van die verwaten zoonGa naar voetnoot744
745[regelnummer]
te vrijen, op de hals. Dat zal zich openbarenGa naar voetnoot745
in 't vlakke veld, zodra de leeuwenstanders varen
elkander in het schild met hun bebloede klauw.
Hij verge 't Joab niet. Zijn hartwond is nog rauw,
ontvangen toen hij, na de zoen door hem verworven,Ga naar voetnoot749
750[regelnummer]
en trouwe voorspraak al te godloos en bedorven,
ten smaad des voorspraaks die zijn eer ten hoov' bewaart,Ga naar voetnoot751
de vader opkwam na zijn schelmse bedevaart.Ga naar voetnoot752
amasa
Men heelt geen wonden met ophalen van gebreken,
maar eer met zwijgen. Dorst gij Abner 't hart afsteken,Ga naar voetnoot754
755[regelnummer]
die Sauls aanhang hielp aan David overslaan,Ga naar voetnoot755
een moord, die uwen heer op tranen kwam te staan,Ga naar voetnoot756
toen hij u vloekt' en hielp de held met rouw ter aarde,Ga naar voetnoot757
niet zonder Abners hulp te kronen naar zijn waarde.
Wat wilt gij 's konings zoon met zoveel smaad belaên?
| |
[pagina 150]
| |
joab
760[regelnummer]
Hij durft aan Asaël, mijn broer, zijn hand eerst slaan,Ga naar voetnoot760
die vreedzaam hem genaakt.
amasa
Laat alle twiststof varen.
Dit oorlogsonweer zal door geen verwijt bedaren.
joab
Wat eist ge dan?
amasa
Dat ik de koning spreken mag.
joab
Waarom?
amasa
Om middelen te ramen tot verdrag.
joab
765[regelnummer]
Men moet met wapenen dit kroongeschil beslechten.
amasa
Wie all' oneffenheid met wapenen wil rechten
vindt werk. Men wint meer veld door tussenspreken danGa naar voetnoot767
door wapens.
joab
Zo vertrek met uw vervloekt gespan.Ga naar voetnoot768
Leg af de wapens. Laat de zoon de vader eren.
770[regelnummer]
Of lust hem orelog, hij mag de wapens keren
naar 't heidendom, ten dienst' van God en 't vaderland.Ga naar voetnoot771
Dat 's eerlijker dan in het hart des rijks die brandGa naar voetnoot772
te stichten en zichzelf t'onterven van de kronen.Ga naar voetnoot773
| |
[pagina 151]
| |
amasa
De kroon vervreemdt niet als zij erft op Davids zonen,Ga naar voetnoot774
775[regelnummer]
en wie verdient ze met meer recht als Absolon?
joab
De schender die het bed van zijnen vader schon?Ga naar voetnoot776
Waar blijkt de zoonschap als het bloed zo snood verbastertGa naar voetnoot777
van God en vaders aard? Hoe wordt Gods naam gelasterd?
Wat zegen wacht een zoon in die verdoemde staat?
amasa
780[regelnummer]
Indien deez' oorlogsschaal rampzalig overslaat,
God geev' ook op wat zij, wat kan hier toch uit spruiten
dan jammer, dat men nog verhoeden kan en stuiten?
De vader of de zoon moet vallen in het zwaard,
of allebei. Men ziet de stammen, eens van aard,
785[regelnummer]
gebroeders van één bloed, één wet, de degen slijpenGa naar voetnoot785
om blindelings en fel elkander aan te grijpen,
en op het hart te treên met onuitblusb're haat,
tenzij men wisselijk met voorbedachte raadGa naar voetnoot788
de zoon in 't harrenas verenig' met de vader.Ga naar voetnoot789
790[regelnummer]
Men komt in 't handelen allengs de vrede nader.
joab
Had gij te Hebron, eer men 't gruwelstuk besloot,Ga naar voetnoot791
de vloekverwantschap sterkt' en dronk op 's konings dood,Ga naar voetnoot792
deez' spraak gebruikt bij die 't verraad bezweren dorsten,Ga naar voetnoot793
het waar' dus bloedig niet tot oorlog uitgeborsten.
795[regelnummer]
Nu staan w' in 't harnas blank en tegeneen gekant.
Nu geldt er geen verdrag. Het moest van uwer hand
eerst draven, en de zoon voor vader zich verneêren.Ga naar voetnoot797
| |
[pagina 152]
| |
amasa
Tenminste laat me niet naar 't leger wederkeren
eer ik de koning spreek'.
joab
De koning slaat het af.
800[regelnummer]
Hij kent die zoon niet, gaat met enen voet in 't graf,
gereed, als 't God belieft, all' ogenblik te storten.Ga naar voetnoot801
Zijn tijd is kort, men kan hem niet veel leven korten.
De jong'ling verve vrij zijn zwaard in vaders bloed
en pronke met deez' eer. Vertrek op staanden voet!
805[regelnummer]
De tijd verloopt. Wij staan getroost dit af te wachten.Ga naar voetnoot805
amasa
Men kan de harten met geen ondergaan verzachten.Ga naar voetnoot806
'k Vertrek als 't wezen moet. Men hou mij buiten schuld.
joab
Ik zweer dat gij nog van mijn handen sterven zult.Ga naar voetnoot808
david, Joab
david
Hoe staat het? Is er hoop en middel van verdragen?Ga naar voetnoot809
joab
810[regelnummer]
Geen ander middel als een kans in 't veld te wagen.
david
Zo waag ik zorgelijk het leven van mijn zoon.
joab
Beleen hem liever bij uw leven met de kroon.
david
Men hoeft één die zichzelf beleent geen kroon te geven.
| |
[pagina 153]
| |
joab
Hij draagt alreê de kroon en dingt u naar het leven.
david
815[regelnummer]
Zo 't God behaagd' ik schold hem ook mijn leven kwijt.Ga naar voetnoot815
joab
Ik ga het leger straks bereiden tot de strijd.Ga naar voetnoot816
david
Hoe zijt ge nu zo reed? Gij woudt hem flus verduren.Ga naar voetnoot817
joab
'k Verneem hij wil rechttoe aanzetten op deez' muren.
david
Deez' poorten staan voor hem gesloten dag en nacht.
joab
820[regelnummer]
Het volk loopt over. Men verwaarloost rond' en wacht.
david
Men moet onorde fluks gestreng met orde rechten.Ga naar voetnoot821
joab
All' uitstel springt terug. De tijd gebiedt te vechten.Ga naar voetnoot822
david
Gevecht is hachelijk. Zijn macht valt ons te zwaar.
joab
Men zett' vrij één op al.Ga naar voetnoot824
david
Van weerszij is gevaar.
| |
[pagina 154]
| |
joab
825[regelnummer]
Wij moeten voor 't gevaar der vijanden niet schromen.
david
Hier worst'len vader, zoon, gebroeders, neven, omen.
joab
Zo ging 't bij Sauls tijd en felst na Sauls dood.
david
Ik streed voor 't recht der kroon uit last, uit hoge nood.
joab
De nood en 't hoogste recht ons nu in 't veld beroepen.
david
830[regelnummer]
Wat is deez' kleine macht in 't veld bij zoveel troepen?
joab
Gij placht op God te zien en achtte geen getal.
david
Geraakt mijn Absalom godsjammerlijk ten val?Ga naar voetnoot832
joab
Hij valt dan bij zijn schuld en mag 't zichzelve wijten.
david
Zaagt gij d'oplopendheid bij geen verdrag te slijten?Ga naar voetnoot834
joab
835[regelnummer]
Neen, Amasa kwam om verdrag niet ommezien.Ga naar voetnoot835
david
Wat was zijn oogmerk dan?
| |
[pagina 155]
| |
joab
Doorsnuffelen, bespiên,
de vader, krank van liefd', eens loos de pols te voelen
hoe 't hart klopt', om daarna zijn moed aan hem te koelen,
met groter voordeel u te grijpen voor deez' stad;
840[regelnummer]
zijn leger midlerwijl, nog nat en afgemat,
te baak'ren in de zon, te koesteren, te kweken,Ga naar voetnoot841
de brug te bouwen, dan de veldbazuin te steken;
de zeisenwagens en de voorraad langs de brug
te voeren herwaarts en in uw gezicht de rugGa naar voetnoot844
845[regelnummer]
en boôm des landschaps van gans Gilead te drukken.Ga naar voetnoot845
Wij dienen schrap te staan eer hij koom' herwaarts rukken.
Men noemt de eerste slag met recht een koningsslag.
Wij willen, vroeg in 't veld, het voeren van de vlag
geen vijand gunnen, maar hem in zijn nest bestoken.
850[regelnummer]
Dat geeft een kans vooruit. Zo wordt zijn moed gebroken
eer hij ons met zijn macht koom' vallen op de hals.
david
Gij noemt ze vijanden?
joab
Wat zijn deez' anders als
gezworen vijanden? Hoe kan men z' anders noemen?
david
Zeg: wetgenoten en misleiden.Ga naar voetnoot854
joab
Dit verbloemen
855[regelnummer]
is schadelijk en dat met recht zichzelve schaam.Ga naar voetnoot855
Men noemt een wolf een wolf, bij zijnen rechten naam.
Geen edelmoedig' aard vervolgd' ooit die hem teelde.
Zijn hoogmoed tergt uw zwaard uit wrevelheid en weelde.Ga naar voetnoot858
Mij rouwt de dag dat ik zijn zoen bij u verworf.Ga naar voetnoot859
| |
[pagina 156]
| |
860[regelnummer]
toen hij mijn korenland, die schone oogst, bedorf,Ga naar voetnoot860
mij parste, met gevaar van 's konings ongenade,Ga naar voetnoot861
de zoen te vorderen ten hoov'. Al werd ze spade
bij u verworven, zij kwam eind'lijk nog te vroeg,
naardien hij sedert stout aan dit verwild'ren sloeg,Ga naar voetnoot864
865[regelnummer]
uw tronen ondermijnd' en met zijn vloekgenoten,Ga naar voetnoot865
na 't stropen van de kroon, u 't hart ook af wil stotenGa naar voetnoot866
met zijnen dollen dolk. Dus pas op uw geweer.Ga naar voetnoot867
Het veinzen heeft lang uit.
david
Legd' hij de degen neer!
joab
'k Heb Amasa nog straks die voorwaard' aangeboden.
david
870[regelnummer]
Moet ik halflevende hem zoeken onder doden,
zo mij de slag gelukt, och, och, wat valt dit bang.Ga naar voetnoot871
joab
En danst hij om uw lijk op 's krijgsvolk zegezang?
david
Belieft het God, ik zou die zang nog liever horen.
joab
Dit 's razernij, men blaaz', men steke fluks de horen,
875[regelnummer]
en monster' al het volk, en breng' het op de been!
david
Wat wordt mijn hart benauwd? Waar zal de vader heen
met die misleide zoon?
| |
[pagina 157]
| |
joab
Ik hoor hem herwaarts draven
die u zou weigeren te Sion te begraven,Ga naar voetnoot878
maar azen met uw vlees de vogels op het veld.Ga naar voetnoot879
880[regelnummer]
Verroekeloost g' u zelf slaphartig? Denkt het geldtGa naar voetnoot880
al 't koninklijk geslacht. Waar zal de moeder vluchtenGa naar voetnoot881
met haren Salomo?Ga naar voetnoot882
david
Wat staat mij niet te duchten
in deez' verbijstering! Hier valt het raadslot zwaar.Ga naar voetnoot883
joab
Het is geen dralens tijd. Wij moeten op gevaar
885[regelnummer]
van 't oorlogslot door bloed van vij anden, onz' magen,Ga naar voetnoot885
heenstreven, niet vergeefs opzij de degen dragen,
wanneer de nood gebiedt te vechten voor de kroon,
voor God en d'eer van 't rijk.
david
Wie zal ik best mijn zoon
betrouwen in de strijd op 't spits der speer t'ontmoeten?Ga naar voetnoot889
890[regelnummer]
Hij mag, in mijn gezicht, aan 't outer van deez' voetenGa naar voetnoot890
nog roepen om genâ, uit ootmoed en ontzig.Ga naar voetnoot891
De vader kan hem best verschonen, levendig
gevangen nemen op zijn knie'n, en 't zwaard opsteken.Ga naar voetnoot893
Betrouwt men 't Joab toe, zijn moed is hard in 't wreken.
895[regelnummer]
Staffiers, brengt herrewaarts mijn wapens en geweer.Ga naar voetnoot895
Ik sta tochtvaardig.
joab
Rust. Wij lijden nimmermeer
dat gij uw leven waagt, al waar' 't om duizend zonen,
| |
[pagina 158]
| |
om duizend Absaloms. Wij kunnen hem verschonen
zo hij genâ verzoekt.
david
Staffiers, brengt wapens, dra,
900[regelnummer]
mijn harnas, helm en zwaard.
joab
Hier komt uw Berseba
met haren Salomo, bedrukt en rood bekreten.
berseba, David, Joab
berseba
Gij brult gelijk een leeuw gebarsten van zijn keten.Ga naar voetnoot902
Genadigste, wat 's dit? Mijn lief, wat gaat u aan?
david
Het vaderlijke hart is met de zoon belaên.Ga naar voetnoot904
905[regelnummer]
Natuur vervoert m' om voor de heirtocht heen te streven
in 't barnen van de strijd, of ik die schone 't levenGa naar voetnoot906
kon bergen eer hij sneefd' in zijn verworpen staat.Ga naar voetnoot907
berseba
Is 't billijk dat ge mij en deze vrucht verlaat,Ga naar voetnoot908
uzelve inbrokt om die boze aard te bergen?Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Gij moest uw koningin, uw liefste, dat niet vergen,
zo gij haar liefde draagt uit een oprecht gemoed.
Hoe dikwijls zwoert ge mij in uwen minnegloed
uit uwen aardsen troon ten hemel opgetogen,
als gij u spiegeld' in dit diamant der ogen,
915[regelnummer]
dat ik u waarder was dan d'eer van uwe kroon
en Salomo alleen zou erven vaders troon.
Wat hebt g' al vriendschap bij mijn ommegang genoten!Ga naar voetnoot917
En zoudt ge nu uw vrucht en mij zo licht verstoten,
| |
[pagina 159]
| |
versteken van uw troost, om enen die veraard,Ga naar voetnoot919
920[regelnummer]
na 't schaken van uw kroon, zijn broedersiachtig zwaard
u op de keel zet en, indien we 't veld verloren,
dit lief onmondig kind en mij, uw lief, zou smoren,Ga naar voetnoot922
verdrinken in uw bloed dat warrem schuimt en rookt,
en daar de doodse geest om 't lijk nog waart en spookt?Ga naar voetnoot924
925[regelnummer]
Wie schrikt, wie ijst niet die dit prent in zijn gedachten!
Laat u dan raden hier de uitgang af te wachten.
Betrouw de heirtocht aan neef Joab, die beproefd,
getrouw in 's konings dienst, geen onderwijs behoeft
hoe hij zich dragen moet om uwen zoon te sparen
930[regelnummer]
en d'eer van uwe kroon te vrijen en bewaren.Ga naar voetnoot930
david
De veldheer Joab is oplopende van moed.Ga naar voetnoot931
berseba
En niet afkerig van het koninklijke bloed.
Hij heeft uw gramschap en verbolgenheid gelenigdGa naar voetnoot933
en met beleid de zoon en vader korts verenigd.Ga naar voetnoot934
935[regelnummer]
Betrouw de jongeling aan uwen vollen neef!
david
Men kon de jongeling omzetten, eer hij bleef.Ga naar voetnoot936
berseba
Indien hij luist'ren wil, hem wordt geen vreê geweigerd.
david
Mij dunkt ik zie alreê hoe hij te paarde steigert,Ga naar voetnoot938
zich midden in het heir voor al het volk vertoont.
berseba
940[regelnummer]
Gij hebt hem al te ruim de toom gevierd, verschoond.
| |
[pagina 160]
| |
Veel nutter waar' hij kort en ingetoomd gehouden.
Die dert'le is te vroeg zijn doodschuld kwijtgeschouden.Ga naar voetnoot942
david
Hij zwierf om Ammons schuld, die droeg de grootste schuld.Ga naar voetnoot943
berseba
Wie schendt zijn vaders bed en oefent zijn geduldGa naar voetnoot944
945[regelnummer]
door zulk een lasterstuk?
david
Ik kon het hem vergeven.
berseba
Dat eist hij niet. Gij zijt bekommerd voor zijn leven,
terwijl uw leven drijft in 't uiterste gevaar
van schipbreuk in een zee van oproer, bang en naar.
david
God straf z' en sla ze die zo fel hieronder blazen!Ga naar voetnoot949
950[regelnummer]
Achitofel misbruikt lichtvaardigen en dwazen.Ga naar voetnoot950
Die blinde leidsman drijft de benden herwaarts aan.
joab
Heer koning, 't is geen tijd van suffen, maar van slaan.
Wij moeten voor de vuist hem dagen voor de degen.Ga naar voetnoot953
david
Indien ge zonder mij te velde gaat, mijn zegen
955[regelnummer]
kan u niet volgen tot bederf van Absolon.Ga naar voetnoot955
| |
[pagina 161]
| |
joab
Gezegend ofte niet, wij moeten fluks deez' bron
van oproer met het vlees en bloed des vijands stoppen.
david
Helaas, dit raakt mijn hart. Het hart begint te kloppen.
Aartsvader Abraham werd niet zo zwaar bezochtGa naar voetnoot959
960[regelnummer]
in 't off'ren van zijn zoon, laat mij de achtertochtGa naar voetnoot960
bevolen. Joab mag de middeltocht bewaren,Ga naar voetnoot961
Abisaï vooraan toezetten op de scharenGa naar voetnoot962
en 't spits des vloekverwants. Zo mocht mijn raad de zielGa naar voetnoot963
van Absalom, zo hem de moed uit nood ontviel,
965[regelnummer]
verschonen. Laat het toe dat zich de koning wapen'
Men blust geen kinderliefd', een trek ons ingeschapen.
berseba
Getrouwe held, waarheen? Wie scheurt u van mijn trouw,
mij duur gezworen, toen, gedompeld in de rouw,
ik om Uria treurd' en zulk een smaad moest dragen?Ga naar voetnoot969
970[regelnummer]
Verlaat ge Salomo, zo hoog op uwe dagen
gewonnen? Moet, och arm', een moeder met dit kindGa naar voetnoot971
- het schreit zijn vader aan - ontgelden dat gij mint
die God in u bestrijdt?
joab
Het staat ons niet te lijdenGa naar voetnoot974
dat gij uw koningin en erfgenaam in 't strijden,
975[regelnummer]
uw rijk en al dit volk, dat aan uw leven hangt,
zult hangen - 't zij de zoon u nederlegt of vangt -Ga naar voetnoot976
al teffens aan één slag. De schipbreuk van uw levenGa naar voetnoot977
waar' 't algemeen bederf, en komen wij te sneven,Ga naar voetnoot978
| |
[pagina 162]
| |
of half, of allemaal, ook d'allerlaatste man,
980[regelnummer]
dat acht de vijand niet. Het heilloos vloekgespanGa naar voetnoot980
is slechts op David uit. Indien ze hem vernielen,
een koningshoofd weegt meer dan tienwerf duizend zielen.
De koning na 't verlies van enen zwaren slag
- de Hoogste keer' het - kan met koninklijk gezag
985[regelnummer]
die neêrlaag wederom herstellen. Hou dan vrede.
Blijf met uw koningin gerust in deze stede,
die strekk' een vrijburg en gewisse toeverlaatGa naar voetnoot987
voor 't vluchtend overschot, zo Absalom ons slaat.
En houdt g' u buiten schot, de vijand zal vermoeden
990[regelnummer]
dat gij, gesterkt met nog een leger, u kunt hoeden
en redden in gevaar voor aanstoot. Laat u raên.Ga naar voetnoot991
Het is hoog tijd.
david
'k Beken de nood gebiedt te slaan,
te tonen dat ons moed, noch dapperheid ontbreken.
Laat voorts de krijgsbazuin door al het leger steken.
995[regelnummer]
Wij zullen, op de poort gezeten, met ons oog
het krijgsvolk in 't gelid zien trekken van omhoog
en monst'ren regiment en vaandels, krijgskornellen,
en hopmans, en de macht en al de hoofden tellen.
Wat horen wij? Daar komt het oproer voor de dag
1000[regelnummer]
om ons in 't vlakke veld te parsen tot de slag.
Zij zullen in 't gezicht van deze vesten kraaien
en trekkende voorbij ten zuiden ommezwaaien
naar 't bos van Efraïm. 't Gaat wel. Zij trekken voor.Ga naar voetnoot1003
Gij zult hun in de staart nazetten op het spoor.
1005[regelnummer]
Bewaar de middeltocht, als veldheer. Roep uw broeder!
joab
Kom hier, Abisaï!
david
Handhaver van 's rijks hoeder,
| |
[pagina 163]
| |
gij toonde voor Syriers en Idumeen al watGa naar voetnoot1007
in overst' en soldaat vereist wordt en geschat:
beleid en oorlogsmoed. Gij zult u heden kwijten
1010[regelnummer]
en in de voortocht fors het scherpe spits afbijten.
Kom hier, held Ithaï, voorzien van reuzenkracht,Ga naar voetnoot1011
getrouw in lief en leed. 'k Beveel u d'achterwacht.Ga naar voetnoot1012
En gij kornellen en gij hopmans, waard te kronen,
'k beveel u, hoofd voor hoofd, wilt Absalom verschonen,Ga naar voetnoot1014
1015[regelnummer]
de schone Absalom, mijn kind, mij lief en waard.
Gedenkt, helaas, gedenkt al wat hem wedervaart,
dat komt de vader zelf en Gods gezalfde over.Ga naar voetnoot1017
'k Heb hem niet voortgeteeld, gevoed om als een rover
en wederspannig zoon te sterven met die smaad.
1020[regelnummer]
De jonge bloem misleid verdient hierom elks haat,
noch vaders vloek niet. Mag mijn liefd' uw hart bewegen,
zo geeft ons elk uw hand. De vaderlijke zegen
zal u en Absalom geleiden op uw woord.
Prins Sobi, volg me met uw hofstoet op de poort.
1025[regelnummer]
Mevrouw, klim met mij op de poort, waar ik u leide.
De kleine Salomo ga midden tussen beiden.
Prins Absalom trekt in slagorde herwaarts aan.
Elk neem' zijn hoefslag waar en kenn' zijn standerdvaan.Ga naar voetnoot1028
berseba
Heer koning, laat ons hier tegader
1030[regelnummer]
neerzitten. Zet nu Salomon
recht voor de moeder en de vader,
of hij te beter uitzien kon.Ga naar voetnoot1032
Prins Sobi, zet u aan mijn zijde.
Hier ziet men over 't vlakke veld.
| |
[pagina 164]
| |
david
1035[regelnummer]
Och, zaag' ik dat mijn hart verblijde.
Daar komt het opgeruid geweld,
een zwarte stofwolk aangestoven
naar Manaïm, van 's lands Jordaan.Ga naar voetnoot1038
Nu sta de zoon of vader boven,
1040[regelnummer]
zij kunnen beid' niet boven staan.
berseba
Zij draven snel en komen dichter
en dichter naar deez' legerwal.
De donk're stofwolk wordt nu lichter
en heldert op. Men hoort geschal
1045[regelnummer]
van krijgsbazuinen en klaroenen.
O God, bescherm ons voor hun macht.
david
Ik zie geen middel van verzoenen.
Gij helden zet u in uw kracht.
Zij willen Davids heir verbluffen,Ga naar voetnoot1049
1050[regelnummer]
uitdagen met een stoute moed,
opdat het uitkoom' zonder suffenGa naar voetnoot1051
en eenmaal zette voet bij voet.Ga naar voetnoot1052
Men kan ze reê al onderscheien.
berseba
Wat riddertroep stoot daar vooruit
1055[regelnummer]
met goud' en zilv'ren livereien,
verhit op koninklijke buit?
Wie steekt daar uit met zijn sieraadje
en open helm? Wie mag dat zijn?
Hij voert een rode krijgspluimaadje.Ga naar voetnoot1059
david
1060[regelnummer]
Dat 's Absalom, of één in schijn
hem gans gelijk van zwier en wezen.Ga naar voetnoot1061
| |
[pagina 165]
| |
Hij schiet een worpschicht in de lucht,Ga naar voetnoot1062
berijdt een muilpaard, uitgelezenGa naar voetnoot1063
van leest, dat schijnt uit oorlogszucht
1065[regelnummer]
van ver te briesen, al verbolgen.
Zo draaft de prins de drommel voor.Ga naar voetnoot1066
De stoute regimenten volgen
met hunne vleug'len 's prinsen spoor.
Het gaat gelijk ik dacht. Zij draaien
1070[regelnummer]
ter rechterhand om, zuidwaarts aan
naar 't bos van Efraïm. Zij zwaaien
en tonen David d'oorlogsbaanGa naar voetnoot1072
met hun hovaardige bravade.Ga naar voetnoot1073
Nu Joab, val hun in de staart,
1075[regelnummer]
doch matig strengheid met genade.
Zie toe dat gij de jong'ling spaart.
Trek rustig heen op 't oorlogsteken.
Wij gaan omlaag met Gode spreken
in onz' aandachtige gebeên.Ga naar voetnoot1079
1080[regelnummer]
Hoe wordt een vaders hart bestreên.
rei van hovelingen
Zang
Men bidde 't Hoofd der heerschappije
in 't eeuwig licht
dat Joab trouw de kroon bevrije
en zijnen plicht
1085[regelnummer]
naar 's konings wil en wens beware,
opdat de zoon
in 't slaan geen onheil wedervare.Ga naar voetnoot1087
't Is kunst de toon
en maat des oorlogs zo te volgen,
1090[regelnummer]
dat 's krijgsmans moed
niet uitspatt', al te heet verbolgen,Ga naar voetnoot1091
| |
[pagina 166]
| |
maar 's konings bloedGa naar voetnoot1092
verschoon', eer 't zwaard van rouwe treffe
de oude man
1095[regelnummer]
en zich een hofgeschrei verheffe.
Een dode kan
de wraak toch geen genoegen geven.
Al 's konings lust
en leven hangt aan 's jong'lings leven.
1100[regelnummer]
Wordt dit geblust,
de vader zal zijn dood besterven,
en 't ganse rijk
in rouw de grote heiland derven,Ga naar voetnoot1103
der stammen wijk.Ga naar voetnoot1104
Tegenzang
1105[regelnummer]
Wat raad? Wie stilt de krijgsgemoeden?
Eén die verblind
en wulps zichzelf niet wil behoeden,Ga naar voetnoot1107
maar strijdgezind
zijn moed in 't bloedig veld betonen
1110[regelnummer]
op 't punt van't zwaard -Ga naar voetnoot1110
hoe kan de veldheer hem verschonen?
Hij wordt bewaard,
wie zich bewaart en zoekt te bergen.
Het krijgsgevalGa naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
rolt wonderlijk en lijdt geen tergen.Ga naar voetnoot1115
Een oorlogsbal
voelt stuit en weerstuit onder 't streven
in zijne vlucht,
wanneer deez' eens is opgegeven
1120[regelnummer]
en door de lucht
zijn vaart heeft uit de hand genomen.Ga naar voetnoot1121
Zo wil 't hier gaan.Ga naar voetnoot1122
| |
[pagina 167]
| |
Men mag wel voor de avond schromen.
Nu staat de baanGa naar voetnoot1124
1125[regelnummer]
voor Absalom en Joab open.
Deez' bange dag
beknelt ons tussen vrees en hopen,
een hard gelag.
Toezang
Verschijn, o God, met troost in 't midden
1130[regelnummer]
en scheid dit bloedkrakeel,Ga naar voetnoot1130
terwijl we met de koning bidden.
Verkeer dit treurtooneelGa naar voetnoot1132
in blijdschap en in blijde spelen,
opdat we 's konings harpensnaarGa naar voetnoot1134
1135[regelnummer]
met zang en zoet geluid van kelen
navolgen mogen en geen baar
van zoon en vader droef geleiden.
Vertroost ons, die uw troost verbeiden.Ga naar voetnoot1138
|
|