Hekeldichten
(ca. 1920)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendMet de aantekeningen der ‘Amersfoortsche’ uitgave
Blixem van 't Noordthollandsche Synode.
| |
[pagina 75]
| |
En leeken groflijk zich verloopen,
15[regelnummer]
Wat Kardinael spitsvondigst is,
En blaest alarm, en slaet niet mis:
Dien sullen d' Inquisitiheeren
Met een Synodusbrief vereeren
Ga naar voetnoota,
Waer mee de Paus
aant. van Noorderland
Ga naar voetnootb
20[regelnummer]
Het Toorntjen
Ga naar voetnootc in den afgrond
aant.
bant,
Dat in ons Heiligdom dar
aant. kijken,
En Aaron
aant. doet voor Moses strijken.
Procul
aant., o procul este profani,
Conclamat vates.
Dat is:
De Weerhaan kraeit, van groot verdriet:
Maekt hier den Burgemeester
aant. niet.
25[regelnummer]
Of zijtge van dit park
aant.
niet schuw,
Zoo krijgt de Duivel maght aen u.
Wegh met die politijke klaus
aant.,
Dees stoel is voor den Geuzen Paus
aant.,
30[regelnummer]
Niet voor een ongewijden aers! -
Persius; Sacer
aant. est locus, extra meiete.
Dat is:
Die aen 't heilig huis wil pissen,
Moet zijn hoed
aant. en vrijdom missen.
|
|