Gysbreght van Aemstel
(1994)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
Voorspel van Gysbreght van Aemstel
| |
[pagina 32]
| |
Daer
Ga naar margenoot+ Pyrrhus
Ga naar voetnoot4
woed en moord, in Haemstees schijn,
Ga naar margenoot+
En geen Klaeris noch grijze hairen
Verschoont, de helsche en goddeloose Vries
Ga naar voetnoot5
30[regelnummer]
Geen snoode Vlysses wijckt in boosheyd.
Ga naar margenoot+
Noit leê Heleen
Ga naar voetnoot6 door 't schaecken dit
verlies,
Dat door der schenners trouweloosheid
Vrouw Machtelt deê. De schalcke
Ga naar margenoot+ Vossemeer
Bootst Sinons
Ga naar voetnoot7 aerd na in 't
stoffeeren.
Ga naar margenoot+
35[regelnummer]
Het zwanger paerd van Troje baert 'er weer
De krijghslien, die de kans doen keeren.
Heer Gijsbreght draeght zich
Ga naar margenoot+ als Anchises zoon
Ga naar voetnoot8,
En word door tegenspoed niet slapper:
Zijn deughden staen in top voor elck ten toon,
40[regelnummer]
Niet min godvruchtelijck als dapper.
Proost Willem stort in 't priesterlijck gewaed,
Als Panthus, Phebus priester
Ga naar voetnoot9, neder.
Vrouw Badeloch, die op Kreüze
Ga naar voetnoot10 slaet,
Ga naar margenoot+
Verbeeld ons, hoe getrouw en teder
45[regelnummer]
Oprechte liefde in rampen is belaen
Met
Ga naar margenoot+ haer
beminde wedergade.
In Veenerick herleeft de kleene Askaen,
Ga naar voetnoot11
Waermee de held op Gods genade
Zich scheep begeeft, en op een beter
Ga naar margenoot+
wacht:
50[regelnummer]
Dat wy ter goeder uur
Ga naar margenoot+ beleven,
Nu Amsterdam en 't Aemstelers gheslacht
Zijn kroon ten hemel heeft geheven.
Ga naar voetnoot12
Zoo eens de vreê ons scheeprijck Y bestrael
Ga naar margenoot+
En 't oorlooghs onweer rust van
Ga naar margenoot+
ruisschen,
55[regelnummer]
Kiest gans Euroop dees stad tot Amirael:
Ga naar margenoot+
En 'k zie eer lang
Ga naar margenoot+ ons zilvre
kruissen
| |
[pagina 33]
| |
Bezaeit met goud van starren eerst
Ga naar margenoot+ ontdeckt,
Ga naar voetnoot13
En't wapen, tot
Ga naar margenoot+ een hemelsch
teecken,
Om hoogh, van mist noch aerdschen damp bevleckt,
60[regelnummer]
Den zeeheld hart en moed in spreecken,
Ga naar margenoot+
Daer hy, beducht door 't gieren van de naeld
Ga naar margenoot+
Ga naar voetnoot14,
In d'yszee drijft en dwaelt.
|
|