[Voor de Kapel van S. Martha te Tarescon.]Ga naar voetnoot*
|
-
voetnoot*
-
Bij de titel. Voor de grote kerk te Tarascon vermeldt Top. Gall. IV, p. 423 speciaal de kapel met reliquieën van St. Martha: ‘het hooft ende een arm ... zynde beyde ongemeen in een silvere vergulde Kas kostelijck inghemaeckt.’ De verzen staan bij de ingang van genoemde kapel te lezen. In Top. Gall. volgt nog een groter gedicht ter ere van dezelfde heilige, hetwelk ook reeds in Weghwijser (p. 98) is vertaald op dezelfde wijze; voor de tekst ervan zie men het Aanhangsel.
-
voetnoot1
- Vondel heeft precare niet als imperatief begrepen en 't is hem daardoor ontgaan, dat de verzen bepaaldelijk een bede om voorspraak vormen.
-
voetnoot1-2
- Het Latijn luidt: Quae Christum hospitio excepisti Martha, precare, / Hospes sit nabis, Hospes ut ille tuus: ‘Gij, die op aarde Christus gastvrijheid hebt bewezen, Martha, bid voor ons, / dat Hij eenmaal ons een Gastheer zij, gelijk thans reeds Uw Gastheer’, of ook: ‘...., gelijk Hij Uw Gast-van-weleer is’; hospes heeft nl. 2 betekenissen; voor het retrospectieve ‘Gast’ zou men kunnen vergelijken de analoge betiteling van Martha als ‘Hospita Christi’ in het bovenschrift van het tweede gedicht ter plaatse. Dergelijke zinrijke-dubbelzinnigheden waren in vroeger eeuwen zeer geliefd; men meende, dat ook de bijbel er vol van was.
-
voetnoot2
- Het is niet wel te begrijpen, waarom Vondel niet heeft geschreven: ons Dischgenoot, als d'uwe (vooral waar ons bij hem voor onze zeer frequent is). - Voor Martha's liefderijke zorgen als gastvrouw van Jezus zie Lucas X, vs. 38-42.
|