De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 718]
| |
[Op Thoulouse.]Ga naar voetnoot*'k Sal nimmermeer Thoulouse ons Voesters naem verswijgen,Ga naar voetnoot1
So wijt omcingelt met een Muer, heel hoog in 't stijgen,
Garomme, een schoone Stroom, loopt langs de Vesten heen,
z' Is volckrijck, want sy paelt tot aen de Pyreneen,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
En 't Cebennijnsch Gebergt, met Pijnboom-Bosch behangen,Ga naar voetnoot5
Van Aquitaners en Iberen dicht omvangen:Ga naar voetnoot6
En schoon sy uyt Vier-steen veel duysent mannen schudt,Ga naar voetnoot7
Noch wortse nimmermeer van Burgers uytgeput:Ga naar voetnoot8
Want sy in haren schoot bedeckt al diese baerde.
|
|