De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 716]
| |
[Narbonne.] II.Ga naar voetnoot*Ghy die verdreven waert leeft stil, en die den strijt
Verduurde, wort bekent voor trou van tijt tot tijt:Ga naar voetnoot1-2
En Theodoricus, die hooger dan sijn VaderGa naar voetnoot3
Gezet wort, en gekent al teffens en te gaderGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Een eer der Gotthen, en Pilaer van 't Rooms gebiet,Ga naar voetnoot5
Bevont u trou, in soo veel oproer en verdriet.Ga naar voetnoot6
Maer schoon ghy dickwils waert bestorremt en gereten,Ga naar voetnoot7
Hierom en wort u dit tot schande niet verweten:Ga naar voetnoot8
Want als een dapper Helt sich eerlijck stelt te weer,
10[regelnummer]
Dan is 't lidt-teecken vande wonde hem een eer.Ga naar voetnoot9-10
|
|