De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 713]
| |
[Grafschrift voor Machtelt, dochter van Balduinus den Goeden, Graef van Vlaendere, gemalin van Willem den Overwinner, koning van Engelant, te Kaen te zien.]Ga naar voetnoot*Dit Heerelijck gebouw beschaduwt d'overschooneGa naar voetnoot1
En brave Machtel, Telgh uyt Koninghlijcken Stam.
De Graef haer Vader sijn begin uyt Vlaendre nam.Ga naar voetnoot3
De Moeder Adala een spruyt was uyt de Kroone
5[regelnummer]
Der Francken, Robbrechts Kroost, wiens Eedle Suster quamGa naar voetnoot4-5
Aen Koninck Henrix trouw, en bouwde haren Heere
Den Koningh Willem noch dees Kerck, soo schoon gesticht.
Sy stichte oock door al 't Rijck veel Kercken Godt ter eere,Ga naar voetnoot5-8
En was der armen troost, en een godtvruchtigh Licht.
10[regelnummer]
Haer miltheydt liet geen Schat voor 't arme Volck geslooten.Ga naar voetnoot10
Dus wonse in 's Levens tijdt een schat van gunst-genooten,Ga naar voetnoot11
En storf toen Slachtmaent quam beschijnen Steên en Slooten.Ga naar voetnoot12
|
|