De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendRaetsel.aant.Ga naar voetnoot*Gelukkig is Sint Lukas Kalf.Ga naar voetnoot1
Het deelt de vrucht met Neeltje half,Ga naar voetnoot2
Wanneerze speelt en quinkeleert,
En 't Kalf het kalverdeuntje leert
5[regelnummer]
Naehupplen, op haer trant en maet.
Hoewel het zelden stille staet,
Het heeft stilstaende dingen lief:Ga naar voetnoot7
Banketten, dischgerecht, en brief,Ga naar voetnoot8
Limoen, citroen en glas en schael,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Cieraet, en overdaet en prael,Ga naar voetnoot10
En wat het los, en met verloop
Verzuimt, ziet slingren overhoop.Ga naar voetnoot11-12
Hoe min geschikt, te laegh te hoogh,Ga naar voetnoot13
Hoe schooner in het kalveroogh.
15[regelnummer]
Maer als het op een' klaren dagh
In eenigh lantschap weiden magh,
En graezen, tot den buik in 't gras,
Wat is dit Kalf dan wel te pas!Ga naar voetnoot18
Hoe graest, hoe groeit het weeligh dier.
20[regelnummer]
By wijlen komt een schuw PluvierGa naar voetnoot20
Gesprongen uit de groene wey:
Dan gaet dit jeughdigh paer ten rey.
Want soo ik 't kalveraertje ken,
| |
[pagina 680]
| |
Het leeft in 't leven van de pen
25[regelnummer]
En veder, daer 't Pluvier op zweeft,
Dan op, dan neêr, en trekken weeft,Ga naar voetnoot26
Waervoor de meesterschrijver suft,Ga naar voetnoot27
En van beschaemtheit staet verbluft.
Nu raet eens om, al lachtge wit,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Wat Kalf, wat Velt-Pluvier is dit?
|
|