De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 653]
| |
Maeghdepalm voor Margarita Krulis.aant.Ga naar voetnoot*Op het feest van Sinte Agnes.Nu laet ons van Maria bly
Beginnen, en Godts lof verbreiden,
Op dat dit feest tot heil gedy,
En serafyns de bruit geleiden.
5[regelnummer]
De werrelt is maer een woestijn,
Vol slangen, ongedierte, en draeken.
Een pelgrim kan met smerte en pijn
Hier naulix veiligh door geraeken.
De leeu des afgronts brult gestoort,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En komt, na doopsel en het vormen,Ga naar voetnoot10
Een Christensch hart met maght aen boort
En gruwelijk rondom bestormen.
Sint Jan zagh deze afbeelding aen.Ga naar voetnoot13
Een vrou bekleet met zonnestraelen
15[regelnummer]
Stont op de wisselbaere maen
In arbeit om haer vrucht te haelen.Ga naar voetnoot16
De roode draek steegh in de lucht
Uit afgronts poel, het rijk der blinden,Ga naar voetnoot18
Gereet na'et baren flux de vrucht
20[regelnummer]
Der lieve moeder te verslinden.
Dit was een afdruk van de Kerck,Ga naar voetnoot21
In baerens noot, en bitter lijden,
En onder 't kruis, dus heeftze sterk,
Met vasten en gebeên te strijden.
25[regelnummer]
Margrita printe dit heel diep
Aendachtigh in gemoet en zinnen,Ga naar voetnoot26
| |
[pagina 654]
| |
Toen Godt haer uit genade riep,
Om d'eerste kroon om hoog te winnen.
Sinte Agnes holpze met gebeên,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En stroide palm en winterroozen.
De bruit verzaekte d'ydelheen
Der werreltwijse reukeloozen.Ga naar voetnoot32
Zy koos voor 't hooghgewijt altaer
Het allerbeste lot uit veelen,
35[regelnummer]
Om vroom te strijden door gevaerGa naar voetnoot35
En diep in 't hemelsch goet te deelen.
Zy troude blyde Emanuel.
Zoo viel d'ootmoedige Marye
De kroon toe in de zuivre cel
40[regelnummer]
Haer toegeleit by profecye.Ga naar voetnoot40
z'Ontfing den Heilant, Godt het Woort,
Zoo lang belooft door Izaïas,Ga naar voetnoot42
Den schoonsten, die het oogh bekoort,
Der volken hoop en troost, Messias.
45[regelnummer]
Toen zy gehoorzaem Godts gezant
Geloofde, ontfingze zulk een' zegen,
Gelijk een lelibladt op 't lant
Den dau verzwelght en verschen regen.Ga naar voetnoot38-48
Zoo staen de Heiligen bereit,
50[regelnummer]
Franciscus bende, en zuivre Klaeren,Ga naar voetnoot50
Uit liefde ter gehoorzaemheit,
Hunn' eigen wil te laeten vaeren.
De goude bontkist, die de wet
En 't man bewaert, en Arons roede,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Gelijkt een ziele, schuw van smet,Ga naar voetnoot55
En nacht en dagh op haere hoede.
Maer aengezien de Maeghdeplicht
Alle andre staeten stijght te boven,Ga naar voetnoot58
Zoo voeght het dat zy d'eerste sticht',Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
En stof geef Godt met zang te loven.
| |
[pagina 655]
| |
Margrita, kunt gy uw geluk
Bevroên, uw lust zal sneller rennen
In deze renbaen, blijde in druk.
Zoo zweeft een witte duif op pennen.
65[regelnummer]
O eedle parle aen 's Konings kroon,Ga naar voetnoot65
Nu stemt uw naem en lot te gader.
Verwacht hem uit den hooghsten troon,
Zoo komt een bruit den bruigom nader.
|
|