De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 634] [p. 634] Op den heer Michiel le Blon, Agent der Koninginne en kroone van Zweden, bij den Kooning van Grootbrittanie.aant.Ga naar voetnoot* Zoo vleit Le Blon met mont en aengenaeme lippen, Gustavus yserrijk, en al zijn koopre klippen;Ga naar voetnoot2 Zoo wint zijn tong het hart des Zeegodts aen den Teems,Ga naar voetnoot3 En wort gewellekomt van inlantsch en uytheemsch.Ga naar voetnoot4 5[regelnummer] Geen geest, maer vier ontbrak den geest die hem sou malen,Ga naar voetnoot5 Waerom? de verf is doot by die beleefde straelen.Ga naar voetnoot6 voetnoot* Van ? - Volgens de tekst in Vondel's Poëzy 1682 I, blz. 573. Zie voor Michiel Le Blon het voorafgaande gedicht. Wij plaatsen hier dit overgeslagen versje. voetnoot2 Gustavus yserrijk: Zweden, rijk aan ijzermijnen; koopre klippen: kopermijnen. voetnoot3 zie Opschrift. voetnoot4 van: door. voetnoot5 geest: talent, woordspeling met geest: persoon; vier: vuur. voetnoot6 beleefde: leven uitstralende. Vorige Volgende