Van 1670. - Volgens de tekst in Vondel's Poëzy 1682 II, blz. 235. Opschrift: Mr. Joan Blasius (zie deel 8, blz. 756) vertaalde Plautus' blijspel Menaechmi als ‘Dubbel en Enkkel, Jok en Ernst-spel’, welk werk hij 3 Febr. 1670 opdroeg aan Mr. Pieter Schaep, regerend Schepen en Raad der stad Amsterdam, als poging om tot regent van de Schouwburg benoemd te worden. Deze wens werd in 1670 vervuld, en in dat jaar kwam ook het stuk te Amsterdam uit, waarschijnlik kort nadat het op de Amsterdamse Schouwburg was gespeeld, zoals het titelblad vermeldt. Zie te Winkel, Bladzijden uit de gesch. der Ned. letterk., Haarlem 1882, blz. 117. Het genootschap ‘Nil Volentibus Arduum’, welks streven was betere vertalingen te leveren van stukken die op de Schouwburg vertoond werden, gaf een vrije bewerking van de Menaechmi uit onder de titel ‘De gelijke Twélingen’. De opdracht hiervan (aan Pieter Blaeu) was evenals die van ‘Dubbel en Enkkel’ gedagtekend op 3 Febr. 1670. Deze vertaling, waarschijnlik van de hand van Antonides, werd door Vondel met dit gedichtje geprezen (te Winkel, t.a.p., blz. 117).