De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

[p. 176]

Op de geluckige regeeringe van Leiden.aant.^*

De Wysheit houdt het roer des staets, en Godts Bestieren

Geeft haer den scepter der regeeringe in de hant,

Om met voorzichtigheit de burgers te manieren,³

En Leiden handhaeft trou de Vryheit van het lant.

Zy wort bevestight met de hooge School grootmoedigh,⁵

En met onsterflyckheit gekroont. Gerechtigheit

Omhelst de Vre, dies vliên Bedrogh en Valscheit spoedigh.⁷

Het nieuwe Athene groeit, nu 't oude in d'assche leit.⁸

* Van 1664. Volgens de tekst in Vondel's handschrift, dat berust op het Amsterdamse Begijnhof.
Opschrift: Zie over dit gedicht op een schilderij: B.H. Molkenboer, Een bewaard handschrift en een verloren schilderij in Vondelkroniek I (1930), blz. 33-37, waar ook een reproductie voorkomt van het in 1929 verbrande schoorsteenstuk, door Ferdinand Bol in 1664 voor burgemeesters van Leiden geschilderd. Voor de verklaring van de voorstelling zie men aldaar blz. 36-37.

3 voorzichtigheit: vooruitziend beleid; manieren: besturen (Ned. Wdb. IX, 204).

5 grootmoedigh: edelmoedig, milddadig. In Poëzy 1682, II, blz. 333 luidt dit vers: ‘En wort behantfest met den schoolstaf, ryk van luister’, waarin behantfest: begiftigd (oorspr. met een handvest, een voorrecht: Ned. Wdb. II, 1470) en schoolstaf: de scepter, de machtsbeschikking over de universiteit.

7 Zie voor Gerechtigheid en Vrede, Psalm, 85, vs. 11. In Poëzy 1682, II, luidt dit vers: ‘dies vlught het valsch Bedrogh by duister’.

8 Het nieuwe Athene: Leiden, als nieuwe zetel van kunst en wetenschap; in d'assche leit: te gronde gegaan is.