De werken van Vondel. Deel 6. Vondels Vergilius-vertalingen
(1932)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendJ.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn., L. Simons, C.C. van de Graft, L.C. Michels en A.A. Verdenius (eds), De werken van Vondel. Zesde deel: Vondels Vergilius-vertalingen. De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam 1932
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, sign.: VGB. Ned. 56 2605
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De werken van Vondel. Zesde deel van Joost van den Vondel, uitgegeven in 1932. Aan dit deel werkten J.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn., L. Simons, C.C. van de Graft, L.C. Michels en A.A. Verdenius mee.
redactionele ingrepen
In de oorspronkelijke uitgave worden de vertaling in proza en de vertaling in dichtvorm naast elkaar afgedrukt, steeds het proza op de linker- en de poëzie op de rechterpagina. In de digitale uitgave is ervoor gekozen het proza en de dichtvorm na elkaar te geven en de paginavolgorde te behouden. In een enkel geval zijn aan het eind van een hoofdstuk de laatste dichtregels naar het eind van het gedicht geplaatst, twee pagina's eerder, dit gaat om p. 103 (regel 106-114 van de poëzie van de Eerste Herderskout naar p. 101 verplaatst), p. 153 (regel 93-100 van de poëzie van de Zevende Herderskout naar p. 151 verplaatst), p. 169 (regel 82-91 van de poëzie van de Negende Herderskout naar p. 167 verplaatst), p. 543 (regel 996-1000 van het Derde boek van Eneas naar p. 541 verplaatst), p. 817 (regel 1172-1180 van het Zevende Boek van Eneas naar p. 815 verplaatst), p. 881 (regel 1094-1100 van het Achtste Boek van Eneas naar p. 879 verplaatst)
p. 62: Iris → Eris: ‘... (de twistappel), door Eris, de twistgodin, te midden der feestvierende goden geworpen’
p. 103: de kop ‘Vervolg der vertaling in verzen van 1647’ is weggelaten
p. 346: de regelnummering in het proza loopt niet, er is een regel te veel tussen 480 en 485. Regelnummer 484 is twee keer toegekend
p. 543: de kop ‘[Vervolg Inhoudt]’ is weggelaten
p. 817: de kop ‘[Vervolg Inhoudt achtste Boeck]’ is weggelaten
p. 881: de kop ‘[Vervolg Inhoudt Negende Boeck]’ is weggelaten
p. 951: de kop ‘[Aantekeningen en aanvullingen]’ toegevoegd
p. 958-959: de kop ‘[Kaart bij Vergilius' Aeneis]’ toegevoegd. De kaart is in twee delen geknipt en onder elkaar geplaatst om nog leesbaar te zijn
De errata van p. 882 uit deel zeven zijn doorgevoerd, behalve die van p. 586, dit paginanummer is niet correct
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, 2, 16, 18, 32, 34, 36, 950, 956, 957, 960) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[p. ongenummerd (I)]
De werken van Vondel Deel VI
[p. ongenummerd (III)]
DE WERKEN VAN VONDEL
VOLLEDIGE EN GEÏLLUSTREERDE TEKSTUITGAVE IN TIEN DEELEN
BEWERKT ONDER LEIDING VAN DR. J.F.M. STERCK DR. H.W.E. MOLLER, PROF. DR. C.G.N. DE VOOYS EN C.R. DE KLERK, MET MEDEWERKING VAN DR. C. CATH. VAN DE GRAFT, DRS. L.C. MICHELS LR. B.H. MOLKENBOER, PROF. DR. J. PRINSEN DR. L. SIMONS † EN DR. A.A. VERDENIUS BANDTEEKENING VAN PROF. R.N. ROLAND HOLST
ZESDE DEEL
VONDELS VERGILIUS-VERTALINGEN
TOEGELICHT DOOR DR. A.A. VERDENIUS
EERSTE GEDEELTE
UITGEGEVEN IN 1932 DOOR DE MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR TE AMSTERDAM
[p. 1]
KORT OVERZICHT
I. HET LEVEN VAN VONDEL (HOOFDSTUK VI: 1656-1660), DOOR DR. J.F.M. STERCK.
II. EEN WOORD VOORAF, DOOR DR. A.A. VERDENIUS.
III. TEKST VAN VONDELS VERGILIUS-VERTALINGEN, VASTGESTELD EN TOEGELICHT DOOR DR. A.A. VERDENIUS EERSTE GEDEELTE (Blz. 33-949).
IV. LITERATUUR-OPGAVE EN BIBLIOGRAPHIE, DOOR DR. J.F.M. STERCK.
V. INHOUD.
[p. 953]
INHOUD VAN HET ZESDE DEEL
I | |
blz. | |
Kort overzicht van den inhoud | 1 |
Het Leven van Vondel VI (1656-1660), door Dr. J.F.M. Sterck | 3 |
Een woord vooraf, door Dr. A.A. Verdenius | 19 |
II | |
VONDELS WERKEN: | |
VONDELS VERGILIUS-VERTALINGEN. EERSTE GEDEELTE | 33-949 |
Voorwerk van Vondels Vergilius-vertaling in proza. 1646 | 35-82 |
Extract uit het Privilegie [1646] | 37 |
Titelblad van Publius Virgilius Maroos Wercken, vertaelt door I.v.Vondel MDCXLVI. | 38 |
Op de Tytelprint van Maroos Wercken. | 39 |
Den edelen gestrengen Heere, Konstantyn Hvigens, Ridder, Heere van Zuilichem, Monickelant en Zeelhem, Raet en Sekretaris van zijn Hoogheit | 42 |
Aen den Lezer | 45 |
Keizer Augustus op Maroos Eneas | 63 |
‘Op P. Virgilius Maro’, gedicht voorkomend op blz. XXXI-XXXII van de derde uitgave der Proza-vertaling. 1646. (Prudenter) | 65 |
Titelblad van ‘J.v. Vondels Ondergang van Troje’, met het proza en de poëzie, die deze vertaling van het Tweede Boek der Aeneïs begeleidden. 1655 | 69 |
Den edelen Heere Peter Hooft de Graef, Jongkheere van Zuidpolsbroeck | 71 |
Aan den zelven Heer | 74 |
Nereus voorspellinge Op den ondergang van Troje. Uit Horatius | 80 |
Voorwerk van Vondels Vergilius-vertaling in verzen. 1660 | 83-91 |
Privilegie | 84 |
Parnasloof Toegewijt den weledelen en gestrengen heere Cornelis de Graeff, Vryheere van Zuidtpolsbroeck, Burgermeester en Raet van Amsterdam &c. | 85 |
[p. 954]
De Teksten der Proza-vertaling van 1646 en der Verzen-vertaling van 1660, naar de eerste uitgaven, naast elkander afgedrukt en toegelicht | 93-949 |
P. Virgilius Maroos Herderszangen: | |
Tityr. Eerste Herderskout | 96 |
Vertaling van den ‘Herderskout tusschen Melibeus en Tityr’, in vijfvoetige jambische verzen | 102 |
Alexis. Tweede Herderskout | 108 |
Palemon. Derde Herderskout | 114 |
Pollio. Vierde Herderskout | 124 |
Dafnis. Vijfde Herderskout | 130 |
Silenus. Zeste Herderskout | 138 |
Melibeus. Zevenste Herderskout | 146 |
Toveres. Achtste Herderskout | 152 |
Meris. Negende Herderskout | 162 |
Gallus. Tiende Herderskout | 168 |
P. Virgilius Maroos Lantgedichten: | |
Het eerste Boeck | 176 |
Het tweede Boeck | 220 |
Het derde Boeck | 264 |
Het vierde Boeck | 308 |
P. Virgilius Maroos Eneas: | |
Het eerste Boeck | 352 |
Het tweede Boeck | 414 |
Het derde Boeck | 482 |
Het vierde Boeck | 542 |
Het vijfde Boeck | 604 |
Het zeste Boeck | 674 |
Het zevende Boeck | 750 |
Het achtste Boeck | 816 |
Het negende Boeck | 880 |
[p. 955]
III | |
Dr. J.F.M. Sterck: Literatuur-opgave en Bibliographie | 951 |
Inhoud van het Zesde Deel | 953 |
KAART BIJ AENEIS | 958-59 |
LIJST DER ILLUSTRATIES | |
blz. | |
Vondel, naar de schilderij van Ph. Koninck in 1665. Vierkleurendruk. Titelprent | |
Vondel op 70-jarigen leeftijd, naar de gravure van Cornelis Visscher | 92 |
Titelpagina van ‘Verhael van de verwoestinge des Stadts Troje’ uitgegeven door D. Franciscus van den Enden | 7 |
Jacob de Graeff, naar de gravure van J. Houbraken | 10 |
Cornelis de Graeff, marmeren buste van Artus Quellinus | 12 |
Andries de Graeff, marmeren buste van Artus Quellinus | 13 |
Publius Vergilius Maro | 17 |
Titelprent van Publius Virgilius Maroos Wercken | 38 |
Titelblad van ‘J.v. Vondels Ondergang van Troje’ | 69 |
EINDE VAN HET ZESDE DEEL
[p. 882 (opgenomen uit deel zeven)]
LIJST VAN OPGEMERKTE DRUKFOUTEN
DEEL VI.
Blz. 47, aant. bij r. 59: lees achter raadsheer een komma i.p.v. een punt.
Blz. 55, aant. bij r. 290: Vergilius, lees Vergilius'.
Blz. 77, r. 82: klasse; lees kasse.
Blz. 106, r. 112: oever.; lees oever,.
Blz. 108, in de TEKSTKRITIEK: 1652; lees 1659.
Blz. 110, in de TEKSTKRITIEK: aen eene; lees aen een.
Blz. 122, r. 110: achter zitten dient: te staan.
Blz. 137, aant. bij vs. 96: aanteekening; lees aantekening.
Blz. 154, r. 33: lees achter Nise een punt.
Blz. 156, r. 46: lees achter vervoeren een punt (het vraagteken is een drukfout uit de eerste uitgave van 1646).
Blz. 231, aant. bij vs. 184: r. 122; lees r. 129.
Blz. 252, aant. 9e r.v.o.: 505; lees 405.
Blz. 306, Tekstkritiek, 2de r.: 1652; lees 1659.
Blz. 329, aant. bij vs. 367: lees achter mnl. een komma.
Blz. 386, r. 434: volght; lees volgh.
Blz. 586, TEKSTKRITIEK: de woorden het volck aan het slot van r. 1 dienen te worden geschrapt.
Blz. 668, TEKSTKRITIEK: 1646; lees 1659.
Blz. 704, r. 391: golven; lees golve; Tekstkritiek: golven, lees golve; golve, lees golven.
Blz. 746, TEKSTKRITIEK: speren; lees sporen,
Blz. 776, Randschrift: Alekte; lees Alekto.
Blz. 938, TEKSTKRITIEK: vervang Equicolus door Quercens en vul achter woont aan: Equicolus is weggelaten; lees verder: in 1659 schrijft Vondel: Quercens, en Equicolus, braef enz. (de juiste vertaling).