De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 368]
| |
Bouvvzang.aant.Ga naar voetnoot*
Aen Gerbrant Pankras, Sybrant Valconier,
| |
[pagina 369]
| |
I. Tegenzang.
Ons Vredevaders alle vier,
20[regelnummer]
De raden van ons lantbestier,
Den Vrede hadden ingevoert,
En 't bloetkrackeel den muil gesnoert;Ga naar voetnoot22
Toen zy, gezeten op het kruis
Van 't kussen, stemden 't nieuw StadthuisGa naar voetnoot23-24
25[regelnummer]
En zijnen uitgestelden bouwGa naar voetnoot25
Te vorderen, zoo kloeck als trouw.Ga naar voetnoot26
Op zulck een rustigh raetslot quamGa naar voetnoot27
Het vreedzaem Viertal naer den Dam.
Zy brengen ter bestemde ste
30[regelnummer]
Hun wackre Zoons en Neven me,
Daer Aemstels burgery verlangt,
't Gekroonde wapen blinckt en hangt
Op hunne borst, in gout gesneên.
Zoo leit die Jeught den Eersten SteenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Van 't Raethuis, dat met raet en daet
Verstrekt een zenuw van den Staet.Ga naar voetnoot36
I. Toezang.
Op 't rijzen van de zonnestralen
Des Vredes plagh van outs alom
De Bouwkunst haeren aêm te halen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Te bouwen wat door ouderdom
Gewelt of noot verviel en storte.
De Pais ontsluit haer schatkist niet
Op datze onnozelen verkorte,Ga naar voetnoot43
En groeje in 's nagebuurs verdriet:Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Zy weetze nutter te besteden
Dan om den stroopenden soldaet
Te mesten, en geweer te smedenGa naar voetnoot47
Tot tijtverdrijf van blinden Haet,
Die hof en huizen leit in kolen:Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Zy sticht doorluchte Kapitolen.
| |
[pagina 370]
| |
II. Zang.
Athene en Rome dragen bey
Een zonderlinge lieverey
Van kunsten, elck in zijn gewest.Ga naar voetnoot52-53
De Bouwkunst voeght Athene best,
55[regelnummer]
En andre wetenschappen meer;
Het strijtbre Rome voeght een speer
En schilt, gelijck een krijghsheldin,
Op datze 't aertrijck overwinn',
En met den BurgemeestersrockGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dan alles wat zy overtrock
Met vliegende Arenden, haer Goôn,Ga naar voetnoot61
Berechte, en onder haer geboônGa naar voetnoot62
Doe zwichten d'overheerde liên,
Die 't aertsgebiet naer d'oogen zien.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Dus zijnze, beide in lof zoo rijck,
Elckandre in zegen ongelijck,
Het zy by noodlot, of geval;
Want een bezit het zelden al.Ga naar voetnoot68
II. Tegenzang.
Maer AMSTERDAM, zoo zwaer met gout
70[regelnummer]
Gekroont, en uit Godts schoot bedouwt
Met zegen, voert haer oorloghsvlaghGa naar voetnoot70-71
Tot in den ondergaenden dagh,Ga naar voetnoot72
Van 't blozende Oosten, en beklimt,
Van daer de steile Noortbeer grimt,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
De Zuidas met haer stoute kiel.Ga naar voetnoot75
Zy mint den Vrydom als haer ziel,Ga naar voetnoot76
En na dien dierbevochten schatGa naar voetnoot77
Zoo kroontze 't mercktvelt van de stadt,Ga naar voetnoot78
Den Visschersdam, met een gebouwGa naar voetnoot79
80[regelnummer]
Waer voor d'Athener strijcken zou,Ga naar voetnoot80
En stom staen met zijn' open mont;
Hoe wel hy zich den bouw verstont:Ga naar voetnoot82
| |
[pagina 371]
| |
Hy zou gerief en majesteitGa naar voetnoot83
En tijtverdurende eeuwigheit
85[regelnummer]
Verknocht zien in een Hooftgesticht,Ga naar voetnoot85
De glori van mijn bouwgedicht.
II. Toezang.
Geen droevigh voorspoock kan men ramenGa naar voetnoot87
Uit uwen grontbouw; PANKRAS, GRAEF,
En VALCONIER, en SCHAEP, uw Namen,
90[regelnummer]
In witten marmer net en braefGa naar voetnoot90
Gehouwen, houden hunnen luister,
En flonckren in den zwarten nacht,
Als klare starren, die by duister
Ontfangen grooter glans, en kracht.
95[regelnummer]
Bezwalcktze, in 't bloejen van uw jaren,Ga naar voetnoot95
Met geen gebreken: volght uw bloet,Ga naar voetnoot96
Die 't Burgemeesters-ampt bewaren,Ga naar voetnoot97
En houdt dien burgerlijcken voet,Ga naar voetnoot98
Als rechte Neven, rechte Zoonen:Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Zoo zal de Deught uw jaren kroonen.
Tytdicht.aant.
De Wijnmaent schreef twee min als 't derde kruis,Ga naar voetnootvs. 1
Toen 't Vredejaer den gront ley van 't Stadthuis.
J.V. VONDEL.
t'Amsterdam, Gedruckt by Nikolaes van Ravensteyn. |
|