De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

[p. 844]

Bij de iconographie van Vondel.

Vermelding van Vondel-portretten in de Künstler-Inventare van Dr. A. Bredius, Nijhoff, 's-Gravenhage, 1915-22.

1692.	Inventaris van Lodewyck van Erpecum, Amsterdam. (Bredius, Dl. I, blz. 219).
	Een conterfeitsel van Vondel door Lievens.
	Een conterfeitsel van de moeder van Vondel.
1703.	Inventaris van alle de goederen van wijlen Juffrouw Margaretha van Rijn, laatst wed^e. van Philip Koninck, zij gestorven 30 Juni 1703: (Bredius, Dl. I, blz. 153).
	3. Een schilderij zijnde het portraict van Joost van den Vondel ƒ 1.-
	6. Noch drie schilderijen, synde Vondel en 2 landschapjens ƒ 2.-
1751.	Inventaris van Antoni de Waardt, Schilder, Den Haag † 1751.
	19. Het Pourtrait van J.v.d. Vondel. (Bredius, Dl. III, blz. 1025).

Philip Koninck blijkt dus de portretten tot zijn eigen genoegen te hebben geschilderd, en ze niet op bestelling te hebben geleverd. Van Erpecum bezat blijkbaar het orgineele schilderstuk (of de teekening?) van Lievens, waarnaar de bekende ets is gemaakt. Het portret van Vondels moeder kan nog niet worden aangewezen, dat van zijn zuster Clementia wordt genoemd in den inventaris van Pieter en Jan de Wolff; Protocol D.v.d. Groe, Amsterdam (25 April 1701):

1^o. Een pourtraict van Joost van den Vondel ƒ 24.-

39^o. Een pourtraict van Clementia van den Vondel ƒ 10.-

(Zie Oud-Holland, 1916, blz. 183-vlg. ‘Het portret van Clementia van den Vondel’, door J.F.M. Sterck.

In het boekje: Bekeeringe van P. de la Faille, Predikant te Kaudekerk enz. door P. de la Faille, T'Antwerpen, bij P.J. Parys, 1764, staat tegenover den titel een slechte copie van Vondels portret door Jan Lievens, dat blijkens het onderschrift moet dienen als een portret van P. de la Faille! Gravure door I.F. Aerts. Het is gecopieerd uit de Poezij van Vondel 1650.

Het verdient vermelding, dat in den Inventaris van den schilder Cornelis Dusart, voorkomt († October 1704) onder de Musyk Boeken: (Bredius, I, blz. 53):

In Quarto: 11. Vondels Kruisberg door Padbrue à 4 voce. Zie, in verband hiermede, het bericht van ‘Redactie der Wereldbibliotheek’ van 31 XII 1929, omtrent een mogelijken herdruk van dit muziek-werk. (Dl. III, laatste pag.).