| |
| |
| |
Bibliographie door Dr. J.F.M. Sterck
P = Vondels Poëzie met jaar der uitgave. - Dif. = H.C. Diferee, Lijst van Planoafdrukken. Ver. Vondelmuseum 2e Verslag 1906. - V.G. = Vondels Verscheide Gedichten 1644.
1640. De Koningklycke Harp. - I Achter Gebroeders 1640; II Achter Koning Davids Harpzangen, A. de Wees, 1657; III Als voren, Wed. Gijsb. de Groot, 1696; IV Als voren met verschil, 1696, Unger, 570; V Als voren, 1723. V.G., blz. 177; P. 1650, blz. 280; Harpzangen 1657, blz. 354; P. 1682 I, blz. 445.
Omtr. 1640? De Roomsche Lier. - Plano Dif. 153; V.G. 173; P. 1650, blz. 202; P. 1682 I, blz. 321; in Horatius' Lierzangen 1654, 1656, 1703, 1735.
Aen Antonius Iulus. - Holl. Parnas 1660, blz. 364; P. 1682 I, 440.
1640. Op Iohanna Vossius. - V.G., blz. 319; P. 1650, blz. 471; P. 1682 II, blz. 76.
Op Geeraert Vossius, den jonge. - V.G., blz. 319; P. 1650, blz. 471; P. 1682 II, blz. 76.
Joseph in Dothan. - I Amst. bij Dominicus v.d. Stichel, voor Abr. de Wees, 1640 (met Jos. in Aegypten en Jos. in 't Hof); II Als voren 1644, 1e letter Opdracht bijbelsche voorstelling; III Als voren 1644, 1e blz. Opdracht eindigt: besluit; IV Als voren, met enkele varianten in tekst; V Als voren; vers 1485 heeft: ‘ontschuldigh’; VI Als voren, vers 25 heeft: ‘ruickende’; VII Voor Corn. de Bruin, 1660; VIII Als voren, bij Ian I. Bouman, 1665; IX Als voren, voor Joh. de Wees, 1692; X Als voren met kleine drukverschillen; XI Als voren, bij Wed. Gysb. de Groot, 1704; XII Als voren, 1730; XIII te Rotterdam, voor de Liefhebbers, 1733. Verder talrijke 19e eeuwsche uitgaven, bij Unger: XIV-XXI.
Joseph in Egypten. - I Amst. bij Dominicus van der Stichel, voor Abr. de Wees, 1640; II Als voren, 1644; III Als voren, 1644; 1e letter van Opdracht bloemkelkornament; IV Als voren, 1644; vers 1147 heeft: ‘ten huzie’; V Als voren voor A. de Wees, 1644; vers 647 heeft: ‘Terwyle’; VI Als voren, voor A. de Wees, 1644; vers 755 heeft: ‘onredelijcks’; VII Als voren, bij Kornelis de Bruin, 1660; VIII Als voren, bij O.B. Smient, 1664; IX Als voren, bij Ian I. Bouman, Amst. 1665; X Als voren, bij de Wed. v. Ian I. Bouman, 1671; XI Als voren, voor Joannes de Wees, Amst. 1695; XII, bij Wed. v. Gysbert de Groot, z.j. (1704); XIII, voor Joannes de Wees, Amst. 1706; XIV, bij Erven Wed. Gijsbert de Groot, 1730. Latere uitgaven zie Unger nr. 370.
1641. Op Cornelis Anslo. - V.G., blz. 136; P. 1650, blz. 191; P. 1682 I, blz. 578.
Op den koperen duim van 't beelt des Hartogen van Alba. - P. 1682 II, blz. 575.
Danckoffer aen den Magistraet van Amsterdam, na het spelen van de Gebroeders. - I Plano, niet bij Dif., in ex. Gebroeders Koninkl. Bibl. geplakt; II Achter uitgaven van Gebroeders; V.G., blz. 219; P. 1650, blz. 237; P. 1682 II, blz. 385.
I.V. Vondels Gebroeders. Treur-spel. - I Plano, niet bij Dif. In ex. Gebroeders Koninkl. Bibliotheek geplakt. V.G., blz. 340; P. 1650, blz. 500; P. 1682 II, blz. 389.
Op Kasper van Baarle. - V.G., blz. 135; P. 1650, blz. 188; P. 1682 I, blz. 585.
Op het afzetsel van den Heere Geeraert Vossius. - In Gebroeders, 2e druk 1641; V.G., blz. 134; P. 1650, blz. 187; P. 1682 I, blz. 584. Verder Plano, met de gedichten op Hooft en Koster. Dif. nr. 47.
| |
| |
Omtr. 1641. Joost vande Vondel. - Onder portret door Th. Matham naar Sandrart. V.G. blz. 135; P. 1650, blz. 188; P. 1682 I, blz. 586.
Op Doctor Samuel Koster. - V.G., blz. 135; P. 1650, blz. 188; P. 1682 I, blz. 584. Verder Plano met de gedichten op Vossius en Hooft. Dif. nr. 47.
1641? Op d'afbeeldinge van Ioachime Sandrart. - V.G. blz. 337; P. 1650, blz. 191; P. 1682 I, blz. 592.
1641. Grafnaelt van 's Konings Stadthouder in Yrlandt. - I. Plano, te Leiden bij Abraham Elsevier. Niet bij Dif. II. In ‘'t Leste Gespreck van Thomas Wentworth.... op 't schavot van Towerhill gedaan’, 1644. P. 1647 A en B, blz. 88; P. 1650, blz. 457; P. 1660, blz. 43; P. 1682 II, blz. 10 (1641).
Op den Graef van Straffort. - V.G., blz. 316; P. 1650, blz. 477; P. 1682 II, blz. 73.
Op het krackeel des Drossaerts van Muiden met Mevrouwe van Wickvort. - P. 1682 I, blz. 404. Vondels handschrift is te 's-Gravenhage.
Peter en Pauwels. - I Voor Abraham de Wees, 1641; sierletter van Opdracht: vlucht naar Egypte; II Als voren, 1641, sierletter van Opdracht heeft krulornament; III Als voren, 1641, met ‘Romam condere gentem’ (i.p.v. Romanam); IV bij Kornelis de Bruyn, 1661; V voor Joannes de Wees, 1691; VI Als voren, 1710. De ‘Opdraght aen Eusebia’, P. 1650, blz. 321; P. 1682 II, blz. 259.
(Vóór 1638) De ‘Kruisbergh’, op blz. 53-54; zie Dl. 3, blz. 601 hiervoor. I Plano Dif., nr. 99; II achter Peter en Pauwels; III V.G., blz. 185; P. 1650, blz. 294; P. 1682 I, blz. 455.
Op de schilderij van mejoffer Anna Wymers. - Holl. Parnas 1660, blz. 146; P. 1682 I, blz. 602.
Franciscus Iunius f.f. - Bijschrift op portret door W. Hollar, 1641. V.G. blz. 134; P. 1650, blz. 187; P. 1682 I, blz. 545.
Aenden Leeuw van Hollant. - Op kaart van Haarlemmermeer, in drie uitgaven: ‘Provisioneel concept ontwerp ende voorslach dienende tot de bedyckinge van de groote water meeren’. Met titel: ‘Op het uitmalen van 't Haarlemmer Meir’, in V.G., blz. 343; P. 1650, blz. 515; P. 1682 II, blz. 548.
1642. Op de zangkunst van den Heere Joan Albert Ban. - In Zangh-Bloemzel van Ioan Albert Ban, 1642; V.G., blz. 226 (gewijzigd); P. 1650, blz. 328; P. 1682 II, blz. 470.
Henriette Marie t'Amsterdam. - Folio-uitgave. By D. vander Stichel, voor Abraham de Wees, 1642; V.G., blz. 145; P. 1650, blz. 136; P. 1682 I, blz. 171.
De Hymen van Oranje en Britanje. - Als voren; plano Dif. nr. 84; V.G., blz. 233; P. 1650, blz. 331; P. 1682 I, blz. 607.
Aen de Hofsteê van Laurens Baeck. - V.G., blz. 194; P. 1650, blz. 214; P. 1682 I, blz. 334.
Aen den Heer Mattheus Vossius op zyn huwelyck met Iongkvrouw Iohanna van Veen. - Plano, Dif. nr. 178; V.G., blz. 271; P. 1682 I, blz. 709.
Op het Pater Noster van François Xaveer. - V.G., blz. 233.
Nasoos Heldinnebrieven. - Vondels handschr. Univ. Bibliotheek Leiden; uitgegeven door David van Hoogstraten, met veel veranderingen, t'Amsterdam, by G.v.d. Linden, 1716; andere druk, ook 1716.
Brieven der Heilige Maeghden, Martelaressen. - I Amst. D.v.d. Stichel, voor A. de Wees, 1642; II Als voren, Amst. Jac. v.d. Deister, 1687; III Als voren bij Jan Lamsveld, 1702, Amst.; IV Wed. Barent Visser, Amst. 1721; ‘Opdraght aen de Heilige Maeght’, op blz. III; ook P. 1650, bl. 290, P. 1682 II, blz. 255.
Davids Tranen of Boetpsalmen. - Achter Brieven der H. Maeghden 1642; Folio, Amst. 1646; de verschillende psalmen komen voor in: V.G., blz. 382-392; P. 1650, blz. 560-572; Harpzangen, 1657.
1642? Op den Heere Pieter Cornelisz. Hooft. - Onder portret van Hooft door R. Persyn, 1642. V.G., blz. 133; P. 1650, blz. 185; P. 1682 I, blz. 584. Verder Plano, met de gedichten op Coster en Vossius. Dif. nr. 47.
Spore aen den Heer Hooft. - P. 1682 II, blz. 239.
| |
| |
Omtr. 1642? Den CXIX Psalm. - Deze en de volgende psalmen in V.G. blz. 398, P. 1650 en P. 1682 I; of in Harpzangen 1657.
Vit den CXVIII Psalm. - Zie boven. V.G. blz. 399.
Psalm CXXV. - Zie boven. V.G. blz. 402.
Psalm CXXII. - Zie boven. V.G. blz. 404.
1643. Op de bruiloft van Cornelis le Blon en Elizabeth van den Kerckhove. - Plano Dif. nr. 37, 1643; V.G., blz. 272; P. 1650, blz. 372; P. 1682 I, blz. 710.
Op den Heer Diedrick de Vlaming van Outshoren. - V.G., blz. 318; P. 1650, blz. 479; P. 1682 II, blz. 74.
Aen de Beurs von Amsterdam. - Plano, Dif. nr. 23, in gegraveerden rand van Savry(?), 1643. Soms in rand geplakt. V.G., blz. 217; P. 1650, blz. 235; P. 1682 I, blz. 351.
Aen de Beurs van Amsterdam. - V.G., blz. 218; P. 1650, blz. 236; P. 1682 I, blz. 352.
Rey van Bacchanten. - In ‘Het Eerste Deel van d'Amsteldamsche Minne-zuchjens’. Amst. 1643; V.G., blz. 361; P. 1650, blz. 528; P. 1682 II, blz. 450.
Byschriften op de twalef maenden. - Plano, Dif. nr. 45; V.G., blz. 329; P. 1650, blz. 507; P. 1682 II, blz. 567.
Dagh en Nacht. - Als voren.
1644. Klaghte over de weerspannelingen in Groot Britanje. - Plano, Dif. nr. 95. Drie verschillende uitg. Unger 399-401. In ‘'t Leste Gespreck van Th. Wentworth....’, 1644. In Der Poëten Vegtschool; achter Maria Stuart; P. 1647, A en B, blz. 85; P. 1650, blz. 415; P. 1660, blz. 90; P. 1682 II, blz. 139.
Morgenwecker der Sabbatisten. - Plano, Dif. nr. 123, in Der Poëten Vegtschool 1645; P. 1647 A-B, blz. 89; P. 1650, blz. 417; P. 1660, blz. 94; P. 1682 II, blz. 142.
Het radt van avonturen. - In ‘'t Leste Gespreck van Th. Wenthworth....’, 1644; Plano, Dif. nr. 148; in Der Poëten Vegtschool, 1645; P. 1647, A-B, blz. 92; P. 1660, blz. 98; P. 1682 II, blz. 218.
Olyftack van zijne Heiligheit Innocent de Tiende. - Plano, Dif. nr. 129; in Der Poëten Vegtschool, 1645; P. 1647, A-B, blz. 116; P. 1650, blz. 297; P. 1660, blz. 124; P. 1682 I, blz. 459.
Op zijn Heiligheit Innocent den tienden. - P. 1650, blz. 178; P. 1682 I, blz. 544. - ‘Anders’: P. 1650, blz. 178; P. 1682 I, blz. 545. - ‘Anders’: Als voren.
Aen den edelen Heer François Iunius. f.z. - Op den Wetsteen der Vernuften. In J. de Brune's Wetsteen. Amst. 1644. V.G., blz. 227; P. 1650, blz. 241; P. 1682 II, blz. 241.
Aen den Heer Ioachim van Wickevort. - V.G. blz. 228; P. 1650, blz. 243; P. 1682 II, blz. 243.
Op Maria de Brune. - V.G. blz. 319; P. 1650, blz. 480; P. 1682 II, blz. 85.
Op den Heere Michael le Blon. - V.G., blz. 132; P. 1650, blz. 183: P. 1682 I, blz. 573.
Op den zelven door den Ridder van Dyck geschildert. - V.G., blz. 133; P. 1650, blz. 184; P. 1682 I, blz. 533.
Geboortekrans voor Iongkvrouw Kataryne Kerckrinck. - V.G., blz. 216; P. 1650, blz. 234; P. 1682 I, blz. 349.
1644? Geboortezang. - Holl. Parnas 1660, blz. 450; P. 1682 II, blz. 97.
1644. Waerschuwing aen Wybrandt de Geest. - V.G., blz. 222; P. 1650, blz. 240; P. 1682, I, blz. 354.
Op het groot Altaarstuck, den Sint Sebastiaen. - V.G., blz. 224; P. 1650, blz. 315; P. 1682 II, blz. 324.
Op St. Marie Magdaleen. - V.G., blz. 225; P. 1650, blz. 311; P. 1682 II, blz. 320.
Spierings gestaltwisseling. - V.G., blz. 292; P. 1650, blz. 393; P. 1682 I, blz. 370.
Omtr. 1644. De brant van Troje. - V.G., blz. 332; P. 1650, blz. 276; P. 1682 II, blz. 347.
Op den Val der Reuzen. - V.G., blz. 333; P. 1650, blz. 277; P. 1682 II, blz. 349.
De Kristdoop. - V.G., blz. 334; P. 1650, blz. 287; P. 1682 II, blz. 317.
Op Iupijn en Leda. - V.G., blz. 335; P. 1650, blz. 278; P. 1682 II, blz. 350.
| |
| |
Op Plato, en Aristoteles. - V.G., blz. 335; P. 1650, blz. 278; P. 1682 I, blz. 582.
Op Marck Aureel, en Faustine. - V.G., blz. 335; P. 1650, blz. 279; P. 1682 II, blz. 325.
Op de vyf zinnen. - V.G., blz. 338; P. 1650, blz. 511; P. 1682 II, blz. 571.
Lyfwacht voor Meester Sybrant Hanssen Kardinael. - V.G., blz. 342; P. 1650, blz. 514; P. 1682 II, blz. 577.
Dootshooft. - V.G., blz. 349, P. 1650, blz. 499; P. 1682 II, blz. 525.
1644. Op den Iager van Eickhof. - V.G., blz. 364; P. 1682 II, blz. 456.
Omtr. 1644. Maydeuntjes op Iongkvrou Anna Engels geboortedagh. - V.G., blz. 360; P. 1650, blz. 526; P. 1682 II, blz. 454.
Vitbreidinge des LXXXVI Psalms. - Deze psalm in V.G.; P. 1650 en P. 1682 I; of in Harpzangen 1657.
Kruisklaght der zalige Kristmoeder en Maaght Maria. - V.G., blz. 395; P. 1650, blz. 574; in ‘Het Welrieckende Bloemen-kransken’, Antwerpen, 1662; P. 1682 II, blz. 497.
Omtr. 1644? Het Christelijk Geduld. - P. 1647, A-B, blz. 157; P. 1650, blz. 318; P. 1660, bl. 169; ook in ‘Het gedult, De Waterbel,’ Anno 1672; P. 1682, I blz. 471.
Omtr. 1644. De Beemster; voor Karel Looten. - V.G., blz. 342; P. 1650, blz. 514; P. 1682 II, blz. 548.
1644 of 1645. Klaghte aen Joachime Sandrart. - P. 1647, A-B, blz. 101; P. 1650, blz. 413; P. 1660, blz. 108 en P. 1682, II, bl. 137.
1645. Klaghte over het verongelucken der Kercke van Sinte Katharine, t'Amsterdam. - Plano, 1645, Dif. nr. 92 en 93. In Poëten Vegtschool; P. 1647 A-B, blz. 96; P. 1650, blz. 411; P. 1660, blz. 101; P. 1682 II, blz. 135.
Bruylofts-zang aen Nicolaes Pankras en Petronella de Waert. - P. 1647 A-B, blz. 114; P. 1650, blz. 396; P. 1660, blz. 122; P. 1682 I, blz. 681.
1645? Op Grotius. - Bloemkrans 1659, blz. 27; P. 1660, blz. 479; (Op den Heer Hugo de Groot in zijn Ballingschap). P. 1682 I, blz. 559.
1645. Danckdicht aen Boreas. - Plano, Dif. nr. 48; P. 1647 A-B, blz. 72; P. 1650, blz. 244; P. 1660, blz. 75; P. 1682 I, blz. 355.
Op het vertreck zijner Excellentie. - P. 1647 A-B, blz. 74; P. 1650, blz. 246; P. 1660, blz. 78; P. 1682 I, blz. 357.
Aen Jakob Heiblock. - Autograaf in Album Amicorum v.J. Heiblocq, nu Koninkl. Bibl. In Jacobi Heiblocq.... Farrago, Amst. 1662; P. 1682 II, blz. 585.
Uitvaert van zijn Excellentie. - P. 1647 A-B, blz. 76; P. 1650, blz. 460; P. 1660, blz. 80; P. 1682 II, blz. 28.
Op de selve. - P. 1647 A-B, blz. 77; P. 1660, blz. 81; P. 1682 II, blz. 76.
Grotius Testament. - In Vredestadt, By Gerusthart de Wit, m.d.cxlv. (1645). Vermoedelijk uitgegeven bij Naeranus, Rotterdam. (Unger, 409).
1645 of 1646? Aen den Lasteraer van wylen Huigh de Groot. - I Plano, Dif. nr. 102; II Plano, Dif. nr. 103 met ‘Aen den ongestadigen Hylas’; P. 1647 A-B, blz. 77; P. 1650, blz. 503; P. 1660, blz. 80; P. 1682 II, blz. 217.
1645. Lyckzangk over Herman vander Pol. - Plano, Dif. nr. 116; P. 1647 A-B, blz. 78; P. 1650, blz. 458; P. 1660, blz. 82; P. 1682 II, blz. 19.
Grafschrift. - Plano, als voren; P. 1647 A-B, blz. 79; P. 1650, blz. 460; P. 1660, blz. 83; P. 1682 II, blz. 74.
Omtr. 1645. Zege-zang ter eere van Gillis van Vinckenroy. - P. 1647 A-B, blz. 103; P. 1650, blz. 247; P. 1660, blz. 110; P. 1682 I, blz. 357.
| |
| |
1645. Altaer-geheimenissen. - I Te Keulen [Amsterd. bij D.v.d. Stichel, voor A. de Wees?] In de Nieuwe Druckerye, 1645; II Als voren (geen punt achter ‘Justus-fide-vivit’); III Als voren, 1718; IV Als voren [bij J. Lamsvelt?]; V Als voren. Unger, 414; VI Tot Brugge, bij Jos. de Busscher, 1771; VII. Als voren, door J.J. van Houten, Med. Doct., Haarlem. Te Amsterdam, 1821, bij A. Schievenbus. VIII Als voren, met aanteekeningen van F.J. Hoppenbrouwers, 's-Hertogenbosch, 1825. Eeuwgety der heilige stede, t'Amsterdam. In Der Poëten Vegtschool, 1645; P. 1647 A-B, blz. 123; P. 1650, blz. 301; P. 1660, blz. 132; P. 1682 I, blz. 462. ‘Op de Tittelprint’, (Van ‘Altaergeheimenissen’). P. 1682 II, blz. 336.
Kenteken des afvals. - In Altaergeheimenissen; in Der Poëten Vegtschool, 1645; P. 1647, A-B, blz. 126; P. 1650, blz. 304; P. 1660, blz. 137; P. 1682 I, blz. 466.
Schilt des geloofs. - In Der Poëten Vegtschool, 1645; P. 1647 A-B, blz. 129; P. 1660, blz. 139; P. 1682 II, blz. 683.
Bevestiginge door den Magistraet van Amsterdam. - In Der Poëten Vegtschool, 1645; P. 1647 A-B, blz. 129; P. 1660, blz. 140; P. 1682 II, blz. 683.
Danckoffer aen Jakob, Aertsbisschop van Mechele. - Hollantsche Parnas, 1660, blz. 375; P. 1682 II, blz. 114.
De Drvckkvnst. - 't Amsterdam, voor Abraham de Wees, Boeckverkooper enz. 1645. Plano, Dif. 55; P. 1647, A-B, blz. 98; P. 1650, blz. 272; P. 1660, blz. 104, P. 1682 I, blz. 413.
|
|