De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
(1930)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 588]
| |
Geboortekrans voor Iongkvrouw Kataryne Kerckrinck.aant.Ga naar voetnoot*Geluckige geboortedagh,
Die u te voorschijn komen zagh,
En loegh op het onnoosel kindtje.
Het vochte en laauwe westewintjeGa naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
Verliefde op u, met zucht op zucht;
Waar door een liefelijcke lucht
Van bloemen zich alsins verspreede.Ga naar voetnoot7
April van nieuws de velden kleede.Ga naar voetnoot8
De leeuwerck en de koeckoeck beyGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Verkondigden d'aanstaanden May,
De jeughd van 't jaar, de bloem der tyen,
Die al de weereld quam verblyen,
En prickelen tot zoete Min.
De wellust nam heel Holland inGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Toen ghy, Katrijne, wert geboren;
Maar wat een vreughd is hem beschoren,
Die dezen dagh beleven zal,
Wanneer men met een bly geschal
Van bruiloftvolck u ga ontmoeten,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
En op uw staci u begroeten;Ga naar voetnoot20
Daar ghy met uwen bruigom paart.
De dagh van huwen wederbaartGa naar voetnoot22
Den mensch tot een volmaackter leven.
Die u de hant op trouw magh geven,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
En kussen zonder hindernis,
Zal tuigen dat dit waarheit is.
|
|