De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

Op Maria de Brvne.aant.^*

Is elck uit mengelstof gebouwt;
Maria hing van wightigh gout^{vs. 2}
En vlugh quickzilver los aan een.
Verstant en Leventheit bestreên⁴
Elckandre fel. Het stemmigh zwaar
En zedigh licht, een oneens paar,⁶
Door dwangk in een persoon verknocht,
Most scheiden, door dien tegentoght:⁸
Want 't een het ander overwoegh;⁹
Dies sprong haar levens reep te vroegh,¹⁰
In 't voorste van het lenteperck.¹¹
Beklaagh het lijck op dezen zerck.

* Van 1644. Afgedrukt volgens de tekst in Vondels Verscheide Gedichten 1644, blz. 319. Maria de Brune was de zuster van de bovengenoemde Jan de Brune, de jonge.

vs. 2 wightigh: zwaar.

4 Leventheit: levendigheid; vandaar de vergelijking in vs. 3.

6 zedigh licht: luchtige vrolikheid, maar die de grenzen van het gepaste niet te buiten ging; oneens: ongelijksoortig.

8 tegentoght: tegenstrijdige neigingen.

9 overwoegh: kreeg de overhand op.

10 haar levens reep: haar levensdraad (reep: touw, koord).

11 't voorste: begin.