Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 217]
[p. 217]

Op het krackeel des Drossaerts van Muiden
met Mevrouwe van Wickvort,aant.

Wie van beide de kaers zou draegen.Ga naar voetnoot*

Uit C. van Baerles Latyn vertaelt.

 
Een vriendelycke twist begostGa naar voetnootvs. 1
 
zich, tusschen Anna en den Drost
 
te mengen: of het Hoofd van Muiden,Ga naar voetnoot3
 
dat, voor al Neerlands dichters, huidenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
de fackel draeght, vooruit zou treên,Ga naar voetnoot5
 
en draegen 't licht, daer 't licht af scheenGa naar voetnoot6
 
of dat de schoone huiswaerdinne,Ga naar voetnoot7
 
de torts van kuische en eerbre minne,Ga naar voetnoot8
 
beleeftheid, trouwe, en goude zeên,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
en 't licht der joffren, 't licht voorheen
 
zou voeren, en den nacht verdryven.Ga naar voetnoot10-11Ga naar voetnoot11
 
Apollo scheen om 't Recht te kyven,
 
en met zyn zuster in de war;Ga naar voetnoot13
 
of d'avond- met de morgenstar;
15[regelnummer]
Heleen met Kastor; Mars met Veste.Ga naar voetnoot15
 
Hy wil, zy niet. Elck doet zyn beste,
 
en geen van beide als d'ander wil.
 
elck heeft zyn zin in dit geschil.Ga naar voetnoot18
 
Twee, die elkanderen gelycken
20[regelnummer]
in deughden, weigeren te wycken,
 
door ongelyckheid van verstand.Ga naar voetnoot21
[pagina 218]
[p. 218]
 
De Drost drijft, dat Apolloos brandtGa naar voetnoot22
 
de zee en 't aerdryck toe- en aenlicht,
 
en dat de maen hem naer zyn aenzichtGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
(waeruit zy leven schept) moet zien.
 
Maer Anna wil, dat zy hem dien'
 
en dat die groote gast gehouwenGa naar voetnoot27
 
is 't licht zyn dischvrouw te vertrouwen.Ga naar voetnoot28
 
terwyl men dus om 't licht krackeelt,
30[regelnummer]
en elck zyn end houd, en verscheelt;Ga naar voetnoot30
 
slaet Hoofd zyn armen om haer leden,
 
en beurt zyn dischvrouw van beneden
 
om hoogh, en maeckt een nieuw gestarnt,
 
en vrouwebaeck, die heerlyck barnt.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
vrouw Wickevort, om 't scheel te slechten,Ga naar voetnoot35
 
gewint den kaersstryd, na al 't vechten.
 
De Drost, die haer op d'armen draeght,Ga naar voetnoot37
 
wiens dienstbre heuscheid hem mishaeght,Ga naar voetnoot38
 
vermaeckt zich, dat hy triomfeere.
40[regelnummer]
Hier blyckt geen onderscheid van eere;
 
want slaet men gast en dischvrouw gaê.
 
hier is geen' orden, voor nocht nae.
 
Hy, die om Goeiland te bescharmenGa naar voetnoot43
 
de rechtsroê draeght, draeght op zyn armenGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
dees vrouw, die menigh licht verdooft;Ga naar voetnoot45
 
en torts en vrouw gehoorzaemt Hoofd.Ga naar voetnoot46
 
wy zien met lust en onverbolgenGa naar voetnoot47
 
hier niemant voorgaen, niemant volgen,
 
daer niemant heer noch paedje kent,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
en elck zyn kroon houd ongeschendt;Ga naar voetnoot50
 
terwyl zy elck den kaersprys strycken,Ga naar voetnoot51
 
daer geen den andren komt te wycken;Ga naar voetnoot52
 
elck deel aen dezen zege heeft
 
in 't veld, daer 't Hoofd nocht Anna geeft.Ga naar voetnoot54
voetnoot*
Van 1641. Afgedrukt volgens de tekst van Vondels handschrift. Het werd voor 't eerst gedrukt in Vondels Poëzy 1682 I, blz. 404.
In Julie 1641 logeerde Barlaeus met Hooft en zijn vrouw op het huis ter Kolve, bij Wassenaer, als gasten van Joachim de Wicquefort. Op het beschreven ‘krackeel’ met de gastvrouw Anna maakte Barlaeus een gedicht (Poëmata II, blz. 361), dat door Vondel vertaald werd (Vgl. Oud-Holland I, blz. 146 en VI, blz. 24).
voetnootvs. 1
begost: Brabantse vorm naast: begon.
voetnoot3
te mengen: te ontwikkelen (eig.: tussenbeiden te plaatsen).
voetnoot4
dat: in 't hs. stond eerst: die. Het onzijdige doet de woordspeling beter uitkomen.
voetnoot5
de fackel draeght: hen voorlicht, een luisterrijk voorbeeld is; vooruit zou treên: voor zou gaan (waarschijnlik een trap op).
voetnoot6
draeghen 't licht: de aangestoken kaars.
voetnoot7
huiswaerdinne: gastvrouw.
voetnoot8
de torts: ook zij was een lichtend voorbeeld (vgl. de fackel in vs. 5).
voetnoot9
beleeftheid: vriendelikheid; goude zeên: voortreffelike eigenschappen (door Brandt ten onrechte in goede veranderd).
voetnoot10-11
voorheen zou voeren: vooruit zou dragen.
voetnoot11
den nacht verdryven: de duisternis verlichten.
voetnoot13
zyn zuster: Artemis.
voetnoot15
Heleen: Helena was de zuster van Castor; Veste: Vesta was de vredelievende godin van de huiselike haard.
voetnoot18
heeft zyn zin: wil zijn zin volgen.
voetnoot21
ongelyckheid van verstand: verschil van inzicht, van opvatting (nl. van de beleefdheid).
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: in vs. 38 heeft het handschrift heuseid.
voetnoot22
drijft: beweert; brandt: gloed, licht (V. schreef eerst: hand).
voetnoot24
Dat de vrouw (de maen) zich moet richten naar de man (de zon Apollo).
voetnoot27
gehouwen: verplicht.
voetnoot28
dischvrouw: gastvrouw.
voetnoot30
zyn end houd (fig.): op zijn stuk blijft staan; verscheelt: van mening blijft verschillen.
voetnoot34
vrouwebaeck: een baeck is, figuurlik, een persoon of zaak die tot voorbeeld of waarschuwing dient (Ned. Wdb. II, 805). - heerlyck barnt: schitterend brandt.
voetnoot35
't scheel: het geschil.
voetnoot37
haer (met accent).
voetnoot38
wiens: wier; dienstbre heuscheid: loffelike, vriendelike onderdanigheid.
voetnoot43
Hier is geen sprake van voorgaan of volgen.
voetnoot44
de rechtsroê draeght: als baljuw van Gooiland.
voetnoot45
die menigh licht verdooft: die menige voortreffelike vrouw in de schaduw stelt (verdooft dof maakt).
voetnoot46
torts: de kaars.
voetnoot47
onverbolgen: niet ontstemd, met voldoening.
voetnoot49
paedje: page, dienaar of dienares (er stond eerst: pagi); kent: erkent.
voetnoot50
ongeschendt: ongeschonden zijn eer bewaart.
voetnoot51
strycken: behalen.
voetnoot52
In plaats van deze regel stond er eerst: Daer geen van twee den andren wycken.
voetnoot54
't veld: het strijdperk; 't geeft: zich gewonnen geeft.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over P.C. Hooft