| |
| |
| |
Iconographie der portretten van Vondel
Ofschoon de volgende opgave natuurlijk steunt op de in de Literatuur-opgave te noemen iconographieën, is zij toch zelfstandig opgesteld en bijgewerkt met de nieuwste gegevens omtrent verschillende later gevonden of aangewezen portretten van den dichter.
De apocriefe, of onzekere portretten zijn afzonderlijk genoemd.
Kopieën, na Vondels dood van oorspronkelijke portretten gemaakt, zijn niet vermeld.
| |
I.
± 1640. - Vondel, omstreeks 1640; ongeveer 53 jaar. Kniestuk naar links, zittende in een armstoel, een rol in de handen. Gravure door Theod. Matham, naar teekening van Joachim Sandrart, met 6 regelig vers van Vondel: ‘Sandrart heeft Vondel dus’ [zie dit Deel, blz. 214].
Van Lennep, IV, 7. - Unger, 1642-1645. Idem, Bibliographie, nr. 733.
| |
II.
Als voren, latere druk, met C. Dankertz. als uitgever.
| |
III.
Als voren, de koperplaat opnieuw afgedrukt, 1786, met gedicht van J. Nomsz: ‘Dit 's Vondel, tot dit uur’. Enz.
| |
IV.
1650. - Ets van Jan Lievensz. met onderschrift: ‘J. Livius deliniavit’. Uitgave van A. de Wees. Staande naar rechts, ter halver lijve, rol in de handen, mantel om de schouders. Omstreeks 1650, dus ongeveer 63 jaar. Vierregelig onderschrift onderteekend: Prudenter: ‘Agrippina parens ortum’, etc.
Dit is niet van G. Brandt, die zeker niet zou schrijven: Prisca Relligio, custos et nuncia veri’, d.i. ‘De oorspronkelijke godsdienst, de bewaarder en verkondiger der waarheid’. Het is dus van een geloofsgenoot van Vondel.
Hierbij dichtte Vondel: ‘Op mijn Print door Livius van Leiden geteekend en gesneden: ‘Zoo volleght Livius van Leiden, Titiaan’. Van Lennep, VI, blz. 53.
| |
V.
Verkleind uitgegeven en gekeerd naar links, in Vondels Poëzy 1650 met bijschrift door Prudenter: ‘In Vondel speelt de Geest van Neerlants Poëzy’.
| |
| |
| |
VI.
Als voren, nu naar rechts, in Vondels Poëzy, bij Gysbert Sybes, 1651 en 1658. - Van Lennep, VI, 53. - Unger, 1648-50, blz. 182.
Volgens G. Brandt (Leven van Vondel, uitg. Hoeksma, blz. 138), maakte Jan Six op Lievens' portret (No. VI) dit versje:
Dit 's Vondel, met zijn rol,
| |
VII.
Zwarte-kunstprent (door J. de Groot) naar het portret door J. Lievens, met onderschrift:
In Vondel speelt de Geest van Neerlants Poëzy;
Natuur volmaeckt zijn kunst en zet haar leven by.
| |
VIII.
1653. - Schilderij door Govert Flinck. Borstbeeld van voren. Doek, ovaal. Vondel dichtte hierbij: ‘Op mijne schilderij, toen Govert Flinck mij uitschilderde in het jaar MDCLIII: ‘Ick sluit van daag een ring van zesmaal ellef jaren’. Enz.
Dit is het portret aan Directeur-Generaal Hulft in O.-Indië toegezonden; doch blijkbaar teruggehouden toen deze was overleden vóór zijn aankomst.
Van Lennep, VI, 191 en 629. - Unger, 1654-55, blz. 244. - R. Mus. nr. 928. - Moes, nr. 1, Iconogr. Batava; ook Unger 1652-53, blz. 214.
| |
IX.
1653-54. - Teekening door J. Lievens in zwart krijt, staande, tot en met handen, waarin rol. Met lauwerkrans op 't hoofd. Mantel met bont. Blijkbaar gemaakt bij de huldiging in St. Lucas. Onder het ex. in Teylers Museum, Haarlem, is dit vers van Pieter Langendijk geschreven:
Zoo kroont Jan Lievenszoon, de Leidsche Titiaan
My op Sint Lukas feest met Febus Lauwerblaên.
Het brein is zwanger van een dankgedicht te baren.
Maal bij dees krans mijn lier, dan hoort gij Vondels snaaren.
Catal. Vondel-Tentst. 1879, Nr. 73.
(Gedichten, Haarlem 1751, III, 143).
Zie omtrent de overeenstemming met de gravure door J. Lutma, ‘Dateering van een paar Vondelportretten’ door J.F.M. Sterck, Studia Catholica, 1929.
| |
X.
1653-54. - Door J. Lutma de Jonge. Hamergravure. Opus mallei. Naar rechts, profiel, op ongeveer 68-jarigen leeftijd. Onderschrift ‘Olor Batavus’. Met zwaan in voetstuk, fluit en harp.
Zie het artikel als voren in Studia Catholica, 1929. En hiervóór bij: ‘De portretten van Vondel’.
| |
| |
Zie ook Alb. Thijm, Portretten van Vondel, uitg. 1908, blz. 277. Stelt het op 1665(?).
| |
XI.
1654. - Zilveren penningplaat door J. Lutma(?) Borstbeeld rechts met omschrift: Justus Vondelius. Poeta. aetat. suae 67. Beschreven bij Van Loon, Nederl. Historiepenningen, III, 283, I. Catal. 1879, No. 15.
Wellicht ook vervaardigd bij de huldiging door S. Lucas.
| |
XII.
1656. - Schilderij op doek door Ph. Koninck, met handen, klein formaat, gemerkt rechter bovenhoek P.K. Gegraveerd vóór de Amersfoortsche uitgave der Hekeldichten(?).
Hierbij hoort Vondels bijschrift: ‘Zoo schildert mij eens Konings hant; In 't kleen’. Enz. Universit. Bibl. Leiden. Catal. 1879, No. 55.
Van Lennep, VII, 13. - Unger, 1656-57, blz, 36. - Moes, nr. 2.
| |
XIII.
1657. - Gravure door, en teekening van C. de Visscher, op 70-jarigen leeftijd. Kniestuk, naar links zittende in leuningstoel. In de linkerhand een blad papier met de spreuk: ‘Justus ex Fide Vivit.’. In de andere hand breede hoed. Hiervan bestaat een groot aantal afdrukken met kleine kenmerkende verschillen, waarvan de voornaamste hier volgen: 1. Een fluitspeler op den achtergrond; 2. een vrouwenfiguur in de plaats; een geëtst duivelsmasker op den zijwand van een kistje; 3. het duivelsmasker sterk opgesneden; 4. het knaapje op den achtergrond heeft een stokje of fluitje in de hand; op een papier dat uit een boek ter linkerhand steekt, leest men, ook in de vorige staten: C. de Visscher, ad vivum deli, et sculp;. 5 de naam van den graveur in den onderrand, en op het papier staat een satyrskop; 6. de duivelsgrens op het kastje is verwijderd; en vervangen door: 1657, Ae. 70. Geen adres; 7. als 6, met adres van Justus Dankers; 8. bijgevoegd: ‘P. Schenk Excud, Amsterda. Vooran in de Warmoesstraat 1728’. Zonder adres. Van dit portret zijn nog eenige slechte nadrukken verschenen. Als voren, op 't blad papier: vers van Horatius. Onderschrift 4 regels door Prudenter: ‘Quod tuba Virgilii, lyra Flacci, altusque cothurnus’, etc.
Vondel schreef bij dit portret de verzen:
Mijn jaertal telt aen 's levens jaerewijzer
Nu zeventigh. Myn zilverhair wordt grijzer.
Van Lennep, VII, 618. - Catal. 1879, No. 16. - Unger, 1656-1657, blz. 202.
| |
XIV.
1657. - Door Karel van Mander Jr. in Denemarken, schilderij (onbekend).
| |
| |
‘Op myne afbeeldinge’ door Karel van Mander.
Ick sloot een' ring van tienwerf zeven jaren,
Toen Mander, wiens penseel, zoo rijck begaeft,
Op 't grootvaêrs spoor en faem ten hemel draeft,
My schilderde, bezaeit met grijze haeren,
Daer Fredricks kroon ontzien wordt, en benijt.
Zoo kan mijn schijn noch leven na mijn tijt.
Unger, Vondel, 1656-57, blz. 191. - Uit De Parnas aen de Belt. Verscheide dichten in Denemercken gedicht, 1657.
| |
XV.
1660. - Schilderij op doek, gemerkt I.L. 1660 (Jan Lievens). Levensgroot, ter halver lijve naar links, staande, een rol in de handen.
Universiteit van Amsterdam. Catal. 1879, No. 41.
| |
XVI.
1662. - Schilderij op paneel door Ph. Koninck. Borstb. rechts. Hierop dichtte Vondel: ‘Ick telde vijf-en-seventigh’. Enz.
Van Lennep, VI, 109. - Unger, 1660-62, blz. 199. - Moes, No. 11. Was vroeger Rijksmus. Catal. No. 1374; eigendom Kon. Oudk. Genootschap.
| |
XVII.
± 1662. - Teekening met rood en wit krijt op blauw papier, zonder naam, doch blijkbaar door Philip Koninck. Alleen het hoofd. Volgt geen bekend type; is origineel. Gereproduceerd in ‘Sterck, Rondom Vondel’, Amsterdam 1927. Bij den titel. Gekocht in de veiling van J.W. Wurfbain, Rheden, door den Amstelkring. Is daar niet meer aanwezig. Catal. 1879. No. 82.
| |
XVIII.
1662. - Schilderij door Philips Koninck. Borstbeeld naar rechts. Ovaal; doek op paneel gelijmd. In handschrift van ± 1700 wordt achterop vermeld, dat het portret een geschenk is van Vondel aan Agnes Block. Ofschoon daarbij geplakt is Vondels gedrukt gedicht: ‘Ick telde vijf-en-seventigh’; met: ‘Omnia longaevo similis’, past hierbij veeleer het bijschrift: ‘Op mijne Afbeeldinge door Philips de Koning’, met ‘Tanto laetus honore. Dus volght de kunst het leven altijt nader’. Enz. Gegraveerd door J.P. Lange, uitgave Fr. Buffa & Zn.
Van Lennep, IX, 629. - Unger, 1660-62, blz. 199 of 1671, blz. 333. - Moes, nr. 8. - R. Mus., nr. 1372. - Was tijdelijk R. Mus., in 1832 aan Mr. Jacob van Lennep door Mevr. Six van Winter geschonken; nu bij Jhr. Dr. M.F. van Lennep, Aerdenhout.
| |
XIX.
Door Ph. Koninck. Penteekening lichtelijk gewasschen, in bruin. Vondel
| |
| |
met breedgeranden hoed op het hoofd, zittend op een leuningstoel met de handen op den buik saamgevouwen. Geheel ‘en face’. Zie ‘Rembrandt's Handzeichnungen von Kurt Freise, Karl Lilienfeld und Heinrich Wichman’. Met afbeelding. Door Hofstede de Groot, ‘Die Handzeichnungen Rembrandts’, Haarlem 1906, aan Rembrandt toegeschreven. Door de ‘Direction des Berliner Kupferstichkabinets’, waar de teekening is, ‘bezweifelt’. Gegraveerd door Houbraken met 6-regelig gedicht, ‘Dit is de laetste schets van Vondels aengesicht’, enz., van D. van Hoogstraten, in 1715, uitgegeven, geheel veranderd, voor de prozavertaling van Vondels Heldinnebrieven. Voor het eerst als Vondel-portret gereproduceerd in Bredius-nummer van Oud-Holland 1915: Sterck, ‘Een Vondel-portret door Rembrandt?’
| |
XX.
1665. - Borstbeeld naar rechts door Ph. Koninck. Schilderij, herinnert aan het portret bij Jhr. Dr. M.F. van Lennep, Aerdenhout. No. XVIII. Op de keerzijde opdracht door Pieter Burman aan Antoni Hartsen, 13 Aug. 1767. Rijksmus. No. 1371. Moes, No. 9. Catal. Vondel-Tent. 1879, No. 48.
| |
XXI.
1665. - Borstbeeld naar rechts. Gravure door P.v. Gunst, naar een schilderij van ‘P. de Koning’. Het origineel is niet meer bekend, maar wanneer de gravure het getrouw weergeeft, moet het dagteekenen van na 1665 en vóór 1671. Met 4-regelig vers van J. Zeus. Herinnert aan No. XII.
Catalogus Vondel-Tentoonstelling 1879, nr. 56.
| |
XXII.
1671. - Borstbeeld naar rechts, gravure door H. Bary, op 84-jarigen leeftijd, 1671. Met 4-regelig vers van G. Brandt: ‘De grijze Vondel, die’, enz.
Afgedrukt vóór Vondels Poezy, Franeker, 1682.
Van Lennep, VII, 140. Catal. 1879, No. 63.
| |
XXIII.
1674. - Borstbeeld rechts, levensgroot, schilderij op doek, op 87-jarigen leeftijd, door P. Koninck, gemerkt: P. Konin 1674. Catal. 1879, No. 69. - Moes, No. 13.
Vroeger bij J. Kneppelhout, Oosterbeek. Nu bij Mevr. Wed. Van Asch van Wyck, geb. Kneppelhout; La Tour de Peylz, bij Montreux, Zwitserland.
| |
XXIV.
Borstbeeld rechts, levensgroot. In de bovenhoeken het later aangebrachte opschrift: ‘Jvstvs à Vondel’. Op doek. Zwaar beschadigd en bijgewerkt.
Door Ph. Koninck(?). Universiteits Bibliotheek Leiden. Catal. 1879, No. 52.
| |
| |
| |
XXV.
Borstbeeld rechts, teekening met krijt en O.-I. inkt, door P. Koninck. Aan de achterzijde opschrift: ‘J.v. Vondel na 't Leven. P. Ko. -’
Vroeger bij Jacob Vos Jz., Amsterdam, nu Rijksprentenkabinet.
| |
XXVI.
Door Ph. Koninck. Borstbeeld rechts. Schilderij op doek.
Catal. 1879, nr. 70. Moes, No. 14. Vroeger bij prof. M. de Vries, Leiden.
| |
XXVII.
1674. - Schilderij op doek door Ph. Koninck. Borstbeeld naar rechts, levensgroot. Gemerkt: ‘P. Ko, 1674, oudt 87 jaar’.
Verkocht veiling Fred. Muller & Co., 16-18 April 1901. Nu Rijksmuseum.
| |
XXVIII.
± 1675. - Schilderij op doek, gelijmd op paneel, door P. Koninck. Borstbeeld rechts, gemerkt: ‘P. Ko. 167’. (1675?)
Verkocht Amsterdam 15 Mei 1879 en 10 Dec. 1889. Voorheen bij prof. A.C. Bonn, en Mevr. Wed. Boellaard te Haarlem, daarna bij Prof. J.A. Alberdingk Thijm. Nu in het Vondel-Museum te Amsterdam, afkomstig van A. Th. Hartkamp. Moes, No. 15.
| |
XXIX.
1678. - Teekening met pen en O.I. inkt door P. Koninck. Op zeer hoogen leeftijd, ten voeten uit, naar rechts, ineengedoken op een stoel zittende. Aan de achterzijde: ‘Joost van Vondel na 't Leven getekent door Philip Konink in zijn laaste ouderdom’; 91 jaar. Rijks-Prentenkabinet.
| |
XXX.
Hiervan een variant, met slaapmuts. Vondels versje is hierop toepasselijk:
Hier ligt Vondel zonder rouw
Hij is gestorven van de koû.
| |
XXXI.
1679. - Zilveren begrafenis-penning; voorzijde: borstbeeld van Vondel met lauwerkrans om 't hoofd. Keerzijde zwaan omgeven van krans waardoor gestrengeld: ‘'s lants outste en grootste Poeet’. Beschreven bij Van Loon, Historiepenningen III, 283, 2.
In de Iconographia Batava van E.W. Moes worden nog de volgende geschilderde portretten vermeld, die niet meer zijn aan te wijzen: 5. Door J. Lievens, verkocht coll. Six, Amsterdam 6 April 1702. - 6. Als voren, werd 1770 verkocht door het Genootschap Pictura,
| |
| |
's-Gravenhage. - 7. Als voren, verkocht Amsterdam 1 April 1833. Een portret door J. Lievens is bezongen door D. Traudenius, Tijd-zifter, Amsterdam 1662, pag. 16. - 15. Andere portretten door Ph. Koninck op verkooping 21 Jan. 1733, te Amsterdam; 25 Augustus 1817 en 15 Mei 1879. J. Pluymer heeft er een bezongen door Nuyts gekocht. (Gedichten II, p. 157). - 19. Door Abr. v.d. Tempel, was begin 18e eeuw bij Philips de Flines, te Amsterdam. (Bidloo, Mengel poëzie, Leiden 1719, pag. 185). - 20-23 Bij de Jezuieten te Antwerpen (Brandt, Leven van Vondel, door Verwijs, pag. 108) Verkooping coll. Jan Maul, Leiden 28 September 1782; Idem Utrecht, 22 April 1811; Idem Amsterdam 11 Juli 1836. - De Amstelkring bezat een oude teekening naar de kop van C. de Visscher portret. Is nu zoek.
|
|